Vuurtorens als kustlicht
maar ook als kunst belicht
LICHTBAKENS
Vuurtoren
Breskens
AJ Bar nard
33
Vuurtorens hebben aantrekkingskracht, of het nu constructeurs waren
die nieuwe technieken wilden toepassen of kunstenaars, ontwerpers en
reclametekenaars die vuurtorens als onderwerp gebruikten, leder heeft
op zijn eigen wijze iets met een vuurtoren gedaan. In dit artikel wordt in
het kort op deze toepassingen ingegaan.
IKWALITtlT
Nederlandse
"serie 1-20
Onder dit etiket zaten tien doosjes lucifers ver
pakt, de serie bestond uit 20 plaatjes, die je
kon verzamelen. Op dit etiket staat de toren van
Ouddorp, een stenen toren uit 1947/48. De
doosjes werden in de jaren '70 verkocht.
De vuurtoren van Breskens op een lucifers
doosje. Dit is de oudste nog bestaande gietij
zeren toren van Nederland, gebouwd in 1876
en gegoten door gieterij Enthoven in Den Haag.
Vuurtorens of ook wel lichttorens ge
noemd hebben tot doel hun licht uit
te stralen naar de zee, om zo sche
pen te attenderen dat zij zich in de
buurt van de kust bevinden. Met de
huidige moderne navigatiemiddelen
als een radar is het niet noodzakelijk
veel vuurtorens in bedrijf te houden
maar bij een haveningang bewijzen
zij nog altijd hun nut.
Bij havenmonden worden veelal
twee torens gebruikt: het zogenaam
de hoge en lage licht. Wanneer een
schip op zee de kust nadert zullen
de beide lichten naast elkaar zicht
baar zijn. Naarmate men de kust
dichter nadert dient men er voor te
zorgen dat het lage en hoge licht in
een lijn zichtbaar zijn achter elkaar.
Als men volgens deze lijn de haven
binnenvaart loopt men niet op de
kust of de strekdammen.
Om de verschillende vuurtorens
bij nacht van elkaar te kunnen on
derscheiden is er een doeltreffende
oplossing bedacht. Elke toren zendt
zijn eigen lichtsignaal uit dat door
korte of langere tussenpozen waarin
het licht niet zichtbaar is wordt on
derbroken. Wanneer men weet om
de hoeveel tijd de toren een lichtsig
naal van een bepaalde lengte uit
straalt kan men precies achterhalen,
welke toren zich aandient. Dit effect
wordt verkregen door het lensenstel
sel rond de lamp te laten draaien.
♦4
41
KUL
Van vuur naar elektriciteit
De oudste methode om het land aan
te geven was het stoken van een
vuur op een hoog punt, een duintop,
of wanneer dit niet hoog genoeg was
werden er houten en later stenen
verhogingen gebouwd, welke vuur
baken genoemd werden. In Neder
land is dit het eerst gebeurd te Den
Briel, daar werd in 1280 al gespro
ken over het Caap-en Vierboetrecht.
Men stookte er twee vuren om de
mond van de Maas aan te geven. Ui
teraard gebeurde dat ook in andere
plaatsen, waarbij soms een straat
naam daar nog aan herinnert zoals
te Scheveningen de Vuurbaakstraat.
Met het gebruik van houtvuren
De gietijzeren toren 'Lage licht' te IJmuiden
(foto M. Overbeek).
werd steeds gezocht naar mogelijk
heden om een zo groot mogelijke
lichtopbrengst te verkrijgen tegen de
laagste kosten. Men experimenteer
de met gesloten huisjes op de toren
waarin met behulp van blaasbalgen
geprobeerd werd een konstante licht-
kwaliteit te realiseren, onafhankelijk
van sterke wind en regen. Later ge
bruikte men ook olie als brandstof en
soms vet of waskaarsen. Een van de
grootste doorbraken op dit gebied
was de uitvinding van een speciale
olielamp door Argand (1750-1803) de
zgn. Argandse lamp. Met deze lamp,
in combinatie met spiegels rond de
lichtbron, was het mogelijk lichtbun
dels uit te stralen. Na de toepassing
van het door de Fransman Fresnel
uitgevonden lenzenstelsel kon men
in 1823 het gebundelde licht tot soms
60 km afstand zien. Met de komst
van de elektrische verlichting kwam
er een einde aan het arbeidsintensie
ve werk van het brandend houden
van de lamp.
Torens van steen en ijzer
De torens zelf werden eerst van
steen gebouwd. Een van de bekend
ste voorbeelden is de Terschellinger
Brandaris uit 1594. De toren is spe
ciaal voor dat doel gebouwd ter ver
vanging van een oudere die door de
zee verzwolgen werd. Op deze toren
werden eerst vuren gestookt tot er in