Leo van Heijningen 30 het gebouw geheel links - veeleer boeide hem de wijze waarop het pleisterwerk witte, welhaast abstrac te, vlakken vormde in een donkere omgeving. Met andere woorden: Van Gogh koos niet voor de paleizen en pleinen, niet voor het representatie ve, monumentale Den Haag; hij vond zijn inspiratie in het onopvallen de, het alledaagse. Hierin was Weis- senbruch zijn grote voorbeeld. J. H. Weissenbruch Een soortgelijke groepering van lichte en donkere vlakken, een soortgelijk contrast van strakke gevelvlakken en kronkelige stammen als bij Van Gogh komen we tegen op het kleine schil derijtje 'Het bleekveld' van J. H. Weis senbruch, dat nu in het museum Boy- mans-van Beuningen te Rotterdam hangt. Hier een nog onaanzienlijker stukje Den Haag; over de locatie lo pen de meningen uiteen. Sommigen menen zelfs dat het een fantasiestuk is. Dit laatste betwijfel ik en wel van wege de onverwachte wijze waarop de was tussen de bomen verstrooid ligt en de levendige manier waarop de bomen omhoog streven met over snijding van het huizenblok erachter Zoiets verzin je niet, maar kom je in werkelijkheid tegen door goed om je heen te kijken. Ik meen zelfs de loca tie aan te kunnen wijzen: de hoek van het Lissabon met de Nieuwe School straat. Aan het Lissabon staat nog steeds een rij huisjes van het soort als het pandje rechts op het schilderij. Dit zoekspelletje echter zal Weis senbruch nauwelijks hebben be koord; hij wilde zeker geen herken baar stukje Den Haag afbeelden. J.H. Weissenbruch, Het bleekveld (omstreeks 1880) mogelijk achter de Kazernestraat in Den Haag. Museum Boymans - van Beuningen, Rotterdam. Uit: 'Vincent van Gogh en Den Haag'. Waanders Zwolle. Wat hij eventueel gezien heeft, vormde niet meer dan een aanlei ding om tot een sterk vereenvoudig de compositie van kleur- en toon- vlakken te komen. Een schittering van bleek zonlicht in een wat miezerige stadstuin. Hoe anders dan Weissenbruch en in zijn voetspoor Van Gogh vatten voorgaande generaties het stadsge zicht op. Vóór ongeveer 1870 beeld de men een straat op plein af vaak vanwege de belangrijke of opvallend fraaie gebouwen, die men er aantrof. De mooie aquarel van de thans wat vergeten schilder L. Hardenberg is daar een goed voorbeeld van. Hier geen keuze van een willekeurig hoekje in de stad puur omwille van de schilderkunstige mogelijkheden; het ging Hardenberg overduidelijk om het gebouw van het Oude Stad huis. Dit staat centraal in de compo sitie. Hardenberg heeft het moment van de dag uitgekozen dat de zon er van opzij op schijnt - in schilderster men 'strijklicht' geheten - zodat het reliëf van de ballustraden, de lijsten en het beeldhouwwerk goed tot uit drukking komen. Hardenberg kenmerkt zich hier als een liefhebber van oude bouwkunst. In het 16e eeuwse renaissance-stad- huisje vond hij een rijkdom aan te kenachtige details die de toentertijd moderne bouwkunst, met haar strak kere pleistergevels en rechte kroon lijsten hem niet bood. Blijkbaar er voer ook de toenmalige bouwwereld dit als een gemis: weldra zou de Hol landse neo-renaissance haar intrede doen. Ik heb de indruk dat Harden berg zich vrij nauwkeurig aan de ge ziene werkelijkheid heeft gehouden, al kan ik het niet bewijzen, aangezien op het raadhuis na alle gebouwen al lang zijn vervangen. De huizen links lijken zo uit het leven gegrepen: 17de eeuwse gevels met afgetopte boven kanten, die voorzien zijn van nieuwe kroonlijsten. Met een waar genoegen heeft Hardenberg het stakerige van de oude kruiskozijnen getekend. De hoge graad van topografische betrouwbaarheid evenwel zou bijna doen vergeten dat Hardenberg nog heel sterk in de traditie staat van het 17de eeuwse stadsgezicht. Die oude schilders, zoals te zien op de schilde rijen van Van Goyen, Van der Hey- den en Berckheyde zorgden er altijd voor dat het totaalbeeld beheerst werd door een verdeling in licht-don- ker stroken. Een beschaduwde voor grond waartegen zich een hel verlicht middenveld aftekende. Donkere sil houetten tegen een lichte achter grond. Hierdoor ontstaan in het schil derij een levendigheid en een sterke ruimtewerking. Het is dus zeker geen toeval dat de linker huizenrij van de Nieuwstraat geheel in de schaduw staat: ze vormen een effectief con trast met het stadhuis. Weissenbruch en Van Gogh wan delden door Den Haag totdat ze op een motief stuitten dat hen vanwege de compositie en de belichting inte resseerde. Hardenberg koos al zon der te kijken een stuk stad uit en wenste dit te vereeuwigen onder een soort lichtval die hem al van te voren voor ogen stond. Een 'geprogram meerde' werkelijkheidszin. 'Vincent van Gogh en Den Haag', onder redactie van Michiel van der Mast en Charles Dumas. Uitgegeven door Waanders in Zwolle. Drs. Leo A. van Heijningen is kunst historicus en publicist in Den Haag Gezicht op het stadhuis aan de Groenmarkt van L. Hardenberg. Uit 'Vincent van Gogh en Den Haag', Waanders Zwolle

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 30