Deventer een verrassing voor bezoekers Heemschut-dag Jaap Kamerling 27 De Heemschut-dag 1990 op 6 oktober in de Hanze-stad Deventer mag r gerust een succes worden genoemd. Geen defecte bus - we deden trouwens alles te voet dit keer - verse koffie met 'Deventer' koek op het juiste moment en redelijk weer. Alleen wat weinig zitjes op enkele loca ties. Dat moet volgend jaar beslist anders. Zo'n 300 monumenten-liefhebbers genoten van een prima verzorgd ex cursie-programma. De dag begint in het fraaie, enkele jaren geleden gerestaureerde stad huis van de Koekstad. Burgemees ter Waal, die Heemschut welkom heet, vertelt trots, dat dit bijzondere stadhuis evenals de Lebuïnuskerk tot de tien topmonumenten in ons land behoort, die onder oorlogsom standigheden of andere calamiteiten speciale bescherming genieten. Het tegenwoordige gebouwencomplex is ontstaan door samenvoeging van drie panden: het oorspronkelijke Raadhuis, het Wanthuis en het Landshuis. De laatste twee zijn in de kern nog middeleeuws. De gemeen schappelijke zandstenen classicisti sche voorgevel - op niet onomstre den wijze bij de restauratie mos groen geschilderd - werd in 1694 voltooid naar ontwerp van Jacob Ro man. De lange statige zijgevel was het werk van Philip Vingboons. Het aan de voorgevel vastgeplakte Landshuis heeft een sierlijke renais- sancegevel. Hier vergaderden vroe ger de Staten van Overijssel. We worden ontvangen in de nogal gedurfd gerestaureerde Burgerzaal, eertijds de Lakenhal. Heemschut-di recteur Bernard Duimel, eertijds ver antwoordelijk wethouder monumen tenzorg in Deventer, wijst op het ge bruik van eerlijke, moderne materia len bij de restauratie als toevoegin gen aan het klassieke interieur. Een betonnen spiltrap en een even mo derne lift sieren de voorruimte. De balken van het plafond zijn geschil derd in zachte pasteltinten volgens een Mondriaan-achtige compositie. Een combinatie van oud en nieuw, die een paar jaar geleden veel dis- kussie opriep. De vloer is van Portu gees marmer. Aardig is de uitholling in de vloer door de eeuwig druipen de druppel. 'De druppel holt de steen, niet door geweld maar door gestadig vallen', meldt Ovidius ons, als we de blik terneer slaan. Duimel: 'Die dichtregel kozen we uit respect voor de democratisering in de jaren '70, toen argumenten de plaats gin gen innemen van verbaal geweld'. Erg mooi is ook de oude Came- raarkamer, nu kamer van B. en W. met een fraaie eikehouten wandkast en een even mooie schouw met daarboven een paneel van Harden- stein, dat Scipio en de bruid van Nu- mantia in beeld brengt. Na een ronde door het stadhuis wandelen we naar de imposante Le buïnuskerk, in grootte de tweede kerk van ons land. De eerste steen voor deze kerk werd al in 1040 ge legd. Van de oudste bouw is de cryp te nog aanwezig. Als gevolg van de vele branden die Deventer in de 13de en 14de eeuw troffen, moest ook de kerk worden verbouwd. Uit 1235 dateren nog de fraaie romaan- se kapitelen in het oostelijke dwars- pand. Actie-voerder Hoestra gehuldigd In de 15e eeuw werd de kerk ver bouwd tot wat hij nu is: een gotische hallenkerk. In de jaren '80 werd zij wederom gerestaureerd. Dankzij een uitgekiende begroting van slechts 6 miljoen gulden en veel giften uit de burgerij konden alle wanden van de immense kerk ook nog voorzien wor den van centrale verwarming. Aan de buitenkant valt vooral de markan te torenkoepel van Hendrik de Key- serop en in het interieur treffen ons de middeleeuwse schilderingen, die bij de restauratie vrijkwamen. Dr. ir. H. Hoestra spreekt een dankwoord na zijn huldiging in de Lebuinuskerk. (foto M. Sonnenberg). In de tegenwoordig multifunctio neel gebruikte kerk gebruiken we de lunch, die ook wordt aangegrepen als goede gelegenheid om dr. ir. H. Hoestra te huldigen voor zijn jaren lange actiewerk namens Heemschut en het Cuypers Genootschap voor het behoud van cultuurhistorisch in teressante stationsgebouwen. Ir. C. Douma, hoofd Gebouwen van NS krijgt een rapport aangeboden over de, met name door Hoestra, gevoer de acties. Tussen de Spoorwegen en vertegenwoordigers van Heem schut (ook mr. W. W. Hopperus Buma, voorzitter van Heemschut Gelderland), het Cuypers Genoot schap en de Stichting Behoud Oude Spoorwegstations ontstond in 1986 een regelmatig overleg over de mo gelijkheden tot behoud van markante stationsgebouwen. De redding van de stationschefwoning te Kesteren j.i.ui u.uiuyi Het karakteristieke beeld van Deventer: de IJsselboulevard; op de achtergrond de monumentale Lebuinuskerk. en vooral de sloop van het stationne tje van Beesd vormden de aanlei ding om dat overleg te beginnen. In middels betreuren nu ook NS - ach teraf - de sloop van het station van Beesd. Er zijn in het verleden meer gebouwen van NS gesloopt dan no dig was. 'Er is bij ons een herbezin ning gaande', merkte Douma des tijds in het Utrechts Nieuwsblad op. De actiegroep heeft sinds 1985 liefst 18 stations van de sloop gered ter wijl er daarnaast nog vijf mede dank zij de groep behouden bleven. 'Spoedig hopen we ook het station van Lochum aan de lijst te kunnen toevoegen', meldt het rapport hoop vol. 'Studie, tijd, energie, overleg en as sertiviteit zijn de sleutelwoorden van dit rapport', merkt Heemschut-voor zitter J. Franssen op. Douma roemt de goede sfeer, die het voor de NS vaak lastige overleg toch steeds kenmerkt en Hoestra zelf dankt voor al de nieuwe gebruikers van de sta tions. 'Hun inzet was altijd hartver-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 27