17 thetische principes de inrichting van de openbare ruimte beheersen. Ter relativering van deze historische be nadering herkent De Klerk nationale varianten. De Italianen zijn gericht op schoonheid als het om openbare ruimte gaat, de Duitsers op het mili taire nut en de Nederlanders op het economisch effect. Om te illustreren, dat dit laatste al vroeg begon verwees De Klerk naar de ontwerpstudies van Stevin voor de ideale Hollandse stad in de 17de eeuw. De trottoirs moesten overluifd worden tegen regen en wind en ver moedelijk ook om de koopgrage bur ger desondanks nog wat langer op straat te houden. Haussmann De Industriële Revolutie resulteerde ook duidelijk in economische princi pes. In Parijs gaf stedebouwkundige Haussmann de toon aan. De Middel eeuwse stad werd afgebroken om plaats te maken voor brede boule vards, die vooral het verkeer moes ten dienen. Pleinen werden ver keerspleinen in plaats van markten. De elite van de Parijse bankiers drukte zijn stempel op de stad en de overheid volgde. Zij probeerde de stad attractiever te maken om zo meer particuliere investeringen aan te trekken. Er kwamen nieuwe par ken. Ook in Engeland werden de steden verfraaid. De arbeiders moesten immers recreëren om na het weekend des te harder te kun nen werken. De woonomgeving werd een instrument bij het arbeids marktbeleid, een trend, die duidelijk weer terugkomt. Aan het eind van de vorige eeuw probeerde het opko mend socialisme de arbeiders echt te emanciperen. Berlage maakte fraaie stadsplannen zoals Amster dam-Zuid met veel beslotenheid in bouw en openbare ruimte. Het Nieuwe Bouwen, dat in de ja ren '30 opkwam, streefde vooral naar functionaliteit van het publiek domein. Dat betekende voor deze architectonische beweging scheiding van de functies van wonen, werken en verkeer en het bouwen van hui zen, die zoveel mogelijk van licht, lucht en ruimte konden profiteren. Het wonen werd wetenschappelijk gefundeerd. In de jaren zestig, zo besloot De Klerk zijn historisch betoog, kwam de nieuwe generatie in verzet tegen uniformiteit en saaiheid. Scheiding van functies werd afgewezen. Wo nen, werken en recreëren moesten juist gemengd worden. Herberg zaamheid van de woonomgeving werd de toverformule. Als laatste ontwikkeling zag De Klerk de sterk toenemende vrees voor uitverkoop van de schaarse openbare ruimte aan project-ontwik kelaars en beleggers. Men verzet zich weer tegen glimmende semi- openbare winkelcentra, die niet altijd toegankelijk zijn, en wil de tegenstel lingen weer graag op straat kunnen zien. Straatleven en straathandel moeten weer terug komen. Communicatie-markt Prof. W. F. Heinemeijer, sociaal geo graaf en voorzitter van Amsteloda- mum definieerde openbare ruimte als ruimte, die toegankelijk is voor ie dereen, mits men zich aan de wet houdt. Sociologisch gezien is het de plaats, waar de stadsbewoners hun sociale leven gestalte geven. Heine meijer had wel eens gelezen, dat we tegenwoordig als stadsbewoners nauwelijks meer ruimtelijkheid erva ren en als slaven in een door de me dia beheerste wereld leven. Ook zouden particulieren de openbare ruimte geheel beheersen. Maar kijk dan eens naar steden als Praag en Berlijn, waar de revolutie op straat wordt uitgevochten en is het straatle ven in Amsterdam soms verdwe nen? De stelling van Zijderveld, dat de stad een zinledig abstractum dreigt te worden is onzin. Heine meijer omschrijft de openbare ruimte als een soort markt in communicatie ve zin. Een markt, waar in anonimi teit en in een vrijblijvende sfeer ideeën worden uitgewisseld. Maar ook een proeftuin, waar nieuwe mo des worden uitgeprobeerd. Een ex perimenteercentrum voor communi catie en 'unfocused' interaction. Je probeert vrijelijk je kansen uit. Behalve een plaats voor georgani seerde rituelen, markten en feesten is het publiek domein dus ook de plaats voor het niet-georganiseerde leven. En in die interactie maakt het heel wat uit of je gis bent of niet en ook of je geld hebt of niet. Echt vrij is de openbare ruimte te genwoordig echter lang niet voor ie dereen. Zoals de agora vroeger niet voor slaven of vreemdelingen was is het publiek domein ook nu nog min der toegankelijk voor vrouwen en vreemdelingen. Om nog maar te zwijgen van de talrijke pogingen van bepaalde groepen om de openbare ruimte te monopoliseren. Datje daarbij niet alleen aan junkies moet denken, die de buurt onveilig en on toegankelijk maken zag ik vandaag weer eens op het Amsterdamse Damrak. Op de drukste stadsboule vard van Nederland en waarschijnlijk ook een van de smalste staat mid den op het trottoir, maar dan over dekt, een pizza-boer zijn pizza's te bakken. Hij heeft voor zijn pizzeria gewoon maar even het halve trottoir ingepikt. En dat terwijl op dezelfde plek voortdurend voetgangersfiles ontstaan vanwege het schrijnend ruimtetekort. Is de voetganger een maal deze zaak gepasseerd dan struikelt hij vervolgens over allerlei reclameborden en uitstellingen. De conducteur terug Heinemeijer vroeg zich af hoe je po tentiële openbare ruimte kunt omzet ten in goed ingerichte en vrije open bare ruimte. Jane Jacobs ziet daar toe als eerste voorwaarde voldoende sociale dichtheid. Daarnaast moet er sprake zijn van menging van func ties. Voorts moet het publiek divers zijn. En tenslotte is het nodig, dat de bouwblokken kort zijn met veel hoe ken en zijstraten terwijl voldoende 'landmarks' het publiek de kans ge ven zich met het stadsbeeld te iden tificeren en zich te oriënteren. Heine meijer stelde echter ook vast, dat stadsplanners zich makkelijk kunnen vergissen. Aan swingende pleinen als het Rembrandtplein staan heel lelijke gebouwen. Tenslotte twee waarschuwingen van de scherp ob serverende Heinemeijer. Hoedt u voor projectontwikkelaars, die het publieke domein proberen te an nexeren. Dom van ze trouwens want het 'loslopende' publiek bepaalt toch de gezellige sfeer in de nieuw ge bouwde omgeving. En een tweede: neem passende maatregelen tegen de keerzijde van onze tolerante de mocratie. Geen commando-troepen a la Vuysje maar gewoon de conduc teur terug op de tram en stadswach ten ter assistentie van de politie. Water wordt 'ingepikt' Landschapsarchitect ir. A. G. Hosper signaleerde nog, hoe het verkeer vaak de openbare ruimte verpest. Er moet meer ruimte komen voor het 'verkeren'. Drs. R. E. Kistemaker wees op de belangrijke rol, die vroe ger en nu het water in het openbare leven van Amsterdam speelt(de). Vroeger was Amsterdam echt een soort Venetië. Alle aan- en afvoer over het water. Nu wordt het water meer en meer 'ingepikt' zoals bij de bouw van de parkeergarage bij het CS, waar de bouwer vermoedelijk ongemerkt weer een flink stuk Ha venfront heeft geannexeerd. Weg openbare ruimte. Ir. J. Leering liet tenslotte zien, hoe in Rotterdam een fraai voorbeeld van omgevingskunst de stadsboulevard heeft verrijkt. De twee naar elkaar toe neigende hoge stalen latten vormen in de lengterich ting van het Blaak een grens tussen het publiek en in de breedterichting een poort voor de passant. Zo ont staat ook dankzij de kunst goede openbare ruimte.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 17