9
rein van de tweede school (1951).
De geleidelijke verzakelijking die
in Sevenhuijsens werk optrad wordt
gemarkeerd door de Brood- en Ban-
ketfabriek' in Haarlem-Noord uit
1927, gebouwd in opdracht van de
Coöperatie 'Vooruitgang', die het
heid. Pas enkele jaren geleden is het
restant van zijn archief overgebracht
naar het Architectuurinstituut te Am
sterdam. Lange tijd werd het be
waard door zijn zoon Frank, die in
1988 op 71-jarige leeftijd is overle
den. Frank Sevenhuijsen trad in de
Voormalige brood- en banketfabriek van de Coöperatie
'Vooruitgang' aan de mr. Corneliistraat, Haarlem-Noord
(1927). Tegenwoordig eigendom van de Deka-markt. De
torenachtige dakopbouw is verdwenen, (fot uit collectie
A.J. Sevenhuysen, Rotterdam, ca. 1927).
pand tevens gebruikte als hoofdkan
toor. De overwegend horizontale lijn-
voering van het exterieur vindt te
genwicht in de toren-achtige dakop
bouw en de paraboolvormige maga
zijningang, die is gedecoreerd met
natuursteen 'alla rustica' en bouw
sculptuur van de beeldhouwer Theo
van Reijn (1884-1954). Een hoge,
grillig gemetselde schoorsteen ves
tigt van ver de aandacht op de voor
malige bakkerij, die op het moment
leegstaat.
Sevenhuijsen heeft zijn sporen
niet alleen achtergelaten in Haarlem,
maar is ook actief geweest in ge
meenten rond deze stad, in Amster
dam en elders in Noord-Holand. In
de hoofdstad bouwde hij onder meer
een omvangrijk woonblok gesitueerd
op de hoek van de Stadionweg en
de Olympiaweg (1925-27). De Haar-
lemmeer beperkte zich niet tot het
werk achter de tekentafel, maar was
lid van verscheidene welstandscom
missies en van de 'Advies-Commis
sie voor de Noord-Hollandse ge
meenten'.
Ras-idealisten
Hoewel Sevenhuijsen tijdens zijn le
ven een gewaardeerd architect was
raakte hij na zijn dood in de vergetel-
voetsporen van zijn vader en bracht
het tot adjunct-rijksbouwmeester,
een functie die hij tot 1981 bekleed
de.
August Sevenhuijsen, roepnaam
Guus, werd geboren in Brouwersha
ven. In 1897 verhuisde hij met zijn
vader en moeder naar Haarlem,
waar hij na de dood van zijn beide
ouders op 11 -jarige leeftijd werd op
genomen in het gezin van zijn half
broer Jan Willem, leraar van beroep.
Het ziet er naar uit dat de opvoeding
in dit gezin een beslissende stempel
heeft gedrukt op Guus' levenshou
ding en culturele ideeën.
Bert Sevenhuijsen (76), de enige
nog levende zoon van Guus, herin
nert zich dat het gezin van Jan Wil-
4 IV. August M.J. Sevenhuijsen, begin jaren
'30. (foto Collectie A.J. Sevenhuijsen,
Rotterdam).
lem, die een vooraanstaand Espe
rantist was, uit 'ras-idealisten' be
stond, ware 'levenshervormers', die
alcohol en tabak afwezen en zwoe
ren bij een vegetarische leefwijze.
Kennelijk gestimuleerd door de so
ciale bewogenheid in zijn pleeggezin
schaarde Sevenhuijsen zich na de
Eerste Wereldoorlog bij het leger
progressieve architecten dat de
woon- en werkomstandigheden van
de arbeider wilde verbeteren door
zich uit hoofde van het bouwvak
hiervoor in te zetten. Als architect
van de Verbruikscoöperatie Vooruit
gang' ontwierp hij enkele winkels en
twee bakkerijen, waaronder die in
Haarlem-Noord. Voorts bouwde de
sociaal-democraat in opdracht van
diverse woningverenigingen een
aantal grootschalige huizencom
plexen, waarvan de meeste volkswo
ningen.
Sevenhuijsen had geen officiële
architectenopleiding gevolgd, maar
was geschoold onder meer als
bouwkundig tekenaar aan de 'Rijks
normaalschool voor Teekenonder
wijzers' te Amsterdam. Een groot
deel van zijn loopbaan, namelijk van
1911 tot 1926, heeft hij tekenles ge-
De Montessorischool aan de Churchill-laan,
Haarlem (1923). In gebruik als kleuterschool
van de HMS. (foto Mon. zorg Haarlem/Jos
Fielmich).
geven aan de legendarische Haar
lemse 'School voor Bouwkunde, Ver
sierende Kunsten en Kunstambach
ten'. Naar verluidt heeft hij daar sa
men met befaamde mede-docenten
als C. J. Blaauw, P. Vorkink en H. C.
Verkruysen, die directeur was van de
school, vanaf 1917 meegeholpen de
inhoudelijke vernieuwing van het on
derwijs gestalte te geven.
Visitekaartje
Het is voorstelbaar dat de nauwe sa
menwerking met vooral Blaauw en
Vorkink, beiden bekende Amster
damse School-architecten, van in
vloed is geweest op de fantasierijke
vormentaal die Sevenhuyijsen rond
1920 ontwikkelde. Een aanwijzing
hiervoor is het juichende artikel dat
de Haarlemse bouwmeester in het
Bouwkundig Weekblad (1918) wijdde
aan de landhuisbouw in het Park
Meerwijk te Bergen. Onder anderen
Slot op pag. 12