Het St. Jans Gasthuis te Hoorn: 'Van baaierd tot boterhal' Greet van Kampen 44 Aan het Kerkplein 39 te Hoorn, tegenover de Grote Kerk (ook een monu mentaal gebouw waar nu in wordt gewoond) staat de Boterhal met zijn fraaie gevel. Dit gebouw, dat nu wordt gebruikt als expositieruimte voor moderne kunst, kent een rijke historie. De uiterst fraaie voorgevel van deze Boterhal gaat nu schuil achter modern steigerwerk in verband met een uitvoerige restauratie. In de middeleeuwen beschikte iede re stad van enige betekenis in Ne derland over een gasthuis of baai erd. Hierin werden zieke en 'behoef tige' mensen, ver van huis en zon der familie, onderdak geboden. Veelal povere instellingen, waar een streng regiem samenging met grote ondeskundigheid. Ook Hoorn beschikte over een der gelijke instelling. Aan de Kerkstraat werd in 1346 een gasthuis opgericht met als patroon Johannes de Doper. Weldra strekte het gebouw zich uit tot aan het Glop en de Kerksteeg. Aan de ene kant van de klokketo- ren bevond zich het gasthuis voor schippers en zeelui van de V.O.C. (Verenigde Oostindische Compagnie) en zieke stadgenoten. Aan de andere kant was de baaierd. Hier werd aan rondtrekkende zwervers en bedelaars voedsel verstrekt en onderdak ver leend. Zij mochten hier drie dagen verblijven. Daarna moesten zij hun zwerftocht weer voortzetten. Door schenkingen en legaten kwam het St. Jans Gasthuis steeds ruimer in de middelen en verkreeg Gebeeldhouwde kopje aan de voorgevel. zelfs landerijen tot in Wognum en Schellinkhout (buurgemeenten van Hoorn). In 1563 kon dan ook op de plaats van het 'oude' gasthuis een nieuw gebouw worden gezet. Een nieuwe gevel, met overdadig beeld houwwerk versierd, kwam tot stand naar een idee van Cornetis Vriendt, alias Floris. Achter deze pronkgevel ligt de grote zaal met zijn nog altijd aanwezige, schitterend gebeeld houwde, consoles in de vorm van groteske maskers. Volgens 'Abbing' is het St. Jans Gasthuis in 1760 aanmerkelijk ver nieuwd en in 1794 is het gasthuis volgens oude teksten 'natuurlijk mooi gemaakt en de voorgevel werd van nieuws opgebikt, eenige glasen ramen vernieuwt en voorts opge- verft'. Tot in de 19de eeuw werd het gasthuis voortvarend bestuurd. Toen sloeg de verarming toe. De regering besloot slechts een derde van de staatsschuld af te lossen waardoor vooral de instellingen van liefdadig heid zwaar werden getroffen. In 1841 wordt het St. Jans Gast huis, na bijna vijf eeuwen onafgebro ken te hebben gefunktioneerd, voor goed gesloten. Door verkoop van gedeelten van het gebouw brokkelt het St. Jans Gasthuis af. Tot aan 1854 beheren de regenten van het St. Jans Gasthuis nog de gelden van deze instelling. In 1857 wil men weer een gedeelte van het gebouw verkopen. In de gemeenteraad van Hoorn wordt echter op 21 april 1860 besloten de nog bestaande gebou wen bij de militaire bezetting in ge bruik te geven. Vanaf die tijd is dit het enige gebouw, dat'nog over is van het gehele complex en in gebruik als kledingmagazijn voor militairen. Het gebouw is hoofdzakelijk zo gebleven als het was. In deze perio de is veel zorg aan het gebouw be steed. Alleen is een gedeelte van de gevel hersteld met een steensoort, die in het geheel niet bij de oude gevel hoorde. Gelukkig is deze in greep stopgezet. In 1922 werd het kledingmagazijn voor het militaire garnizoen opgehe ven en kwam het gebouw leeg te staan. In 1923 werd er de boter- en eiermarkt in gevestigd. Tot aan 1987 heeft het gebouw nog diverse be stemmingen gehad maar vanaf dat jaar is het huidige gebouw in ge bruik bij de kunstenaarsvereniging Hoorn en omstreken. De klokketoren is helaas in 1953 afgebroken en in 1981 is dit gedeel te van het St. Jans Gasthuis geheel gesloopt. Wat overbleef was de vroegere baaierd nu bekend als 'de Boterhal' en één van de belangrijk ste monumenten in Noord-Holland. De gevel Het St. Jans Gasthuis in zijn huidige vorm en omvang heeft een heel inte ressante gevel in renaissancestijl in de zogenaamde vroege trant van Cornelis Floris. De gevel is gemaakt van gebakken steen met vele vor men van metselwerk. Tevens bevin den zich in de gevel ornamenten en lijsten van gehouwen natuursteen (bentheimerzandsteen). De deur en de vensters op straatniveau, die niet in de as van het gebouw geplaatst zijn, hebben eenvoudige zandste nen-omlijstingen. Boven deze ven sters ziet men ontlastingsbogen. De beide vensters van de eerste verdie ping zijn door frontons bekroond. Tussen deze twee vensters is een nis aanwezig, die door Corinthische pilasters geflankeerd wordt. Aan de bovenzijde van deze nis bevindt zich een bekroning, welke uit een fronton bestaat. In de nis staat een beeldje van Sint Jan. Er onder kan men de tekst lezen: 'Dit is het St. Jansgasthuis'. Nog iets lager is een fraai gebeeldhouwd schild ge plaatst, waarop staat: 'Anno 1563'. Naast de vensters op de eerste

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 44