39 rapport Tjalma gaf groen licht met betrekking tot de technische haal baarheid. Zo'n stuk nieuw Nederland kan op de tekentafel een bepaalde vorm meekrijgen. Velen herinneren zich nog het plan Waterman, dat het niet haalde omdat het door zijn vorm de minste ruimte bood op de plaats waar de behoefte het grootst was aan de zuidwestzijde van Den Haag (met name woningbouw). Uiteinde lijk is men op provinciaal niveau nog het meest voor een balkvormig mo del daar dit de grootste ruimtewinst oplevert bij de laagste kosten. Landschappelijk heeft dit model eveneens grote voordelen: de gelief de, licht glooiende Hollandse kustlijn wordt er het minste door aangetast. Qua ontwerpen ligt hier zelfs de uit daging, en de mogelijkheid (I?) het Scheveningse havenhoofd voor het oog als het ware te laten verdwijnen. Het lijkt dan of het strand ononder broken noordwaarts doorloopt. Eveneens voordelig is de automati sche betrokkenheid van hier te reali seren glastuinbouw op de gemeen ten Monster en 's Gravenzande en het Westland als productie-, distri butie- en kenniscentrum op agra risch gebied. Voor de uitbreiding, ongeveer 4000 ha, zou oorspronke lijk zand gewonnen worden voor de kust, niet onmogelijk maar wel pe perduur. Bij de provincie Zuid-Holland werd het idee geboren in kustuitbrei- ding zelf zand te winnen. Los van het aanzienlijke financiële voordeel bood dit onverwachte mogelijkhe den tot het aanleggen van recreatie- en natuurgebieden. Belemmeringen vormen vooralsnog het prijskaartje dat aan de hele operatie hangt en de tamelijk optimistische kijk op de mogelijkheden van het oude land om de ruimtedruk op te vangen. Het Groene Hart Voorlopig nog geen kustuitbreiding, waar gaan we dan naar toe? Het eerste gebied dat op de nominatie staat 'op de schop' te gaan is het zogenaamde tussengebied van Den Haag en Rotterdam. Men denkt hier aan het verwezenlijken van een parkstad tussen Hof en Haven. De westlandse glastuinbouw moet dan wel opschuiven in de richting van Bleiswljk, Hoekse Waard en zelfs Al- mere! Gouda kan alleen nog uitbrei den in de richting van de Zuidpias- polder. Dit plan richt landschappelijk het minste schade aan, ontziet het Groene Hart, is infra-structureel het gunstigst maar... ligt wel op het grondgebied van de gemeente Moordrecht. Hoe groen is het Groe ne Hart en wat verstaan we onder groen? Het interprovinciaal overleg spreekt zich uit tegen ontwikkelin gen langs (verkeers)assen. Dit schept onoverkomelijke barrières voor flora en fauna en vermindert de belevingswaarde van het Groene Hart als daadwerkelijk grote onaan getaste ruimte. Het bedrijfsleven daarentegen is, begrijpelijkerwijs, voor het ontwikkelen langs assen en heeft zelfs het Groene Hart als be leidsuitgangspunt van nul en gener waarde verklaard. De overheid moet niet doen alsof het Groene Hart een statisch gegeven is waar niets in ge beurt. Ook het Groene Hart staat voortdurend onder spanning en je kunt het niet heilig verklaren, zo stelt men. De belangen van milieu, land schap en economie lijken hier te botsen. De rol van Heemschut Het gaat om een groot gebied en 'De Blink' (foto Zuidhollands Landschap) een lange periode. Ligt hier een taak voor Heemschut? Allereerst als de kustuitbreiding al doorgaat blijft het Groene Hart on der druk staan. De uitbreiding vangt lang niet de complete ruimtebehoef te op. Gaat ze evenwel niet door dan bestaat een gerede kans op een soort planologische kettingreac tie, die zijn eindexplosie wel eens ergens in het Groene Hart zou kun nen hebben. Het in de gaten hou den van alle ontwikkelingen dient zoveel mogelijk ingepast te worden in de reeds bestaande structuur van onze Bond. Landelijk/centraal lijkt een directe verbinding met de Rijks- Planologische Dienst aanbevelens waardig. Vaak is het zo dat cultuurhisto risch interessante gebieden zich ook kenmerken door hoge natuurwaar den. Het lijkt zinvol in de provincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland via onze provinciale commissies een verbinding te leggen naar de provin ciale landschappen, en zo tot een 'zacht' interprovinciaal overleg te ko men, dat de ontwikkelingen kritisch volgt. Niet om de overheid voor de voeten te lopen of het bedrijfsleven dwars te zitten maar wel om natuur- en cultuurwaarden in een vroeg sta dium erkend en meegewogen te krij gen. Een netwerk van waarnemers op locaal niveau kan de informatie verstrekking vanuit het veld verzor gen. Te grootschalig...? Te veel met de toekomst bezig...? Wie dat zegt of denkt dient te bedenken dat de planning uiteindelijk doorloopt tot op die ene boerderij waar zij/hij nu juist zo aan gehecht is. Regeren is voor uitzien... monumentenzorg ook!!

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 39