36 ten zullen voor kwaliteit in de stad op tijd de macht waarover zij be schikken moeten aanwenden. De projectontwikkelaar J. van Veggel, directeur van Multi Vastgoed vindt het een misvatting dat finan ciële en economische belangen per definitie strijdig zijn met de kwaliteit van het gebouwde. In feite zijn fi nanciële en economische aspecten van groot belang voor de realisering van architectuur. Wanneer het resul taat echter van slechte kwaliteit is, komt dat veel eerder doordat het ontwerp van de architect budgetei- van de kwaliteit van de Nederlandse architectuur was meer dan vier ge neraties de sociale woningbouw.' Merkwaardig was het daarom dat geen van de sprekers aandacht be steedde aan de veiligstelling van de kwaliteit daarvan en welke taak hier in voor de monumentenzorg is weg gelegd. Begrijpelijk echter, want geen van de sprekers was afkomstig uit de monumentenzorg. Hoe het echter moet met deze architectuur wanneer politieke en economische hoogstandjes tot sloop ervan leidt, bleef vooralsnog onduidelijk. niet zo nauw neemt. Ten eerste om dat de kwaliteit ervan lang niet altijd wordt onderkend (afgezien dan van de Berlage en van de Klerk-top pers). Hier is dan ook een belangrij ke voorlichtende taak voor de monu mentenzorg weggelegd waarop een gemeentelijk architectuurbeleid kan worden afgestemd. Ten tweede om dat in deze gebieden de economi sche en politieke belangen zoveel zwaarder wegen dan het culturele belang, zoals we kunnen constate ren bij het Rotterdamse tuindorp Heyplaat dat door uitbreiding van de ipró^.o^iinrml I wiijlji ;E222? I de Amsterdamse School. Spaarndammerplantsoen 38, ook in de stijl van Architect ook hier M. de Klerk sen ver overschrijdt waardoor vaak achteraf 'gestript' moet worden. Juist dit gaat ten koste van de kwali teit. Bovendien hebben de verre gaande eisen en voorschriften van de overheid (de afmetingen van de gebouwen en van de woonruimtes, de vormgeving van de daken, etc.) de ontwikkeling van architectuur 'met kwaliteit' ernstig belemmerd. Wat dan volgens een aantal spre kers wel als kwalitatief hoogwaardi ge architectuur kan worden aange merkt zijn met name de gebouwen en woonwijken die vóór de Tweede Wereldoorlog tot stand zijn geko men. 'Nederland heeft in het verle den een zeer rijke tijd gekend die tot de dag van vandaag voor vele ar chitecten in de hele wereld een bron van inspiratie is,' stelt Duivesteijn, hiermee refererend aan de architec tuur van De Klerk, Berlage in Am sterdam en van Brinkman-van der Vlugt (de van Nelle fabriek) in Rot terdam. Sociale woningbouw liep voorop Wiek Röling constateert: 'De basis Weliswaar was dit symposium be doeld voor de gemeentelijke dien sten: Ruimtelijke Ordening en Volks huisvesting, diensten die afzonder lijk van de Monumentenzorg opere ren maar blijkbaar heeft men nog te weinig in de gaten dat er in de Mo numentenzorg een accentverschui ving heeft plaatsgevonden. Aanvan kelijk was de aandacht sterk gericht op de bouwkunst van vóór 1850. Sinds de invoering van de wet op bescherming van stads- en dorps gezichten echter en sinds de op gang gekomen inventarisaties van de bouwkunst uit 1850-1940, is de Monumentenzorg ook in het gebied van de Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting beland. De bouw kunst uit deze periode bestaat niet meer alleen uit afzonderlijke gebou wen, zoals voorheen het geval was, maar ook uit openbare ruimtes en planmatig opgezette stadsgezichten die nog volop in gebruik zijn. Heyplaat Dit zijn gebieden waar men het met het behoud ervan, zoals blijkt, nog haven moet worden gesloopt (het Rotterdamse stadsbestuur heeft tot nog toe niet eens de moeite geno men om alternatieve mogelijkheden te onderzoeken waardoor deze tuin stad behouden kan blijven!). Sloop van binnensteden ten behoeve van 'het moderne gezicht van de stad' of ten behoeve van werkverschaffing in de bouw en het op gang houden van produktieprocessen; verstoring van openbare ruimtes en infrastruc turen ten behoeve van het overtolli ge autoverkeer; ingrijpende wijzigin gen in de straatfagades ten behoe ve van besparing op onderhoud (de kunststof raamkozijnen), het zijn alle zaken die belangrijker worden ge acht dan cultuurbehoud. Ze versto ren echter de historische continuïteit in de stad ernstig. 'Elke periode in de stad, van oud tot nieuw, zou evenredig moeten zijn vertegenwoordigd,' stelt Wiek Rö ling. Wellicht is ook hier een belang rijke adviserende taak voor de mo numentenzorg weggelegd wanneer het gaat om een selectie van gebou wen en woonwijken die representa tief zijn voor de verschillende tijds perioden en die daarom behouden moeten blijven.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 36