Over de meerwaarde van het gemeentelijk architectuurbeleid Olga van der Klooster 35 Op 31 mei j.l. werd in het AT&T Danstheater in Den Haag een symposi um gehouden over 'de meerwaarde van het gemeentelijk architectuur beleid'. Een enigszins misleidende titel aangezien deze veronderstelt dat er zoiets als een goed gemeentelijk architectuurbeleid bestaat en dat slechts gesleuteld hoeft te worden aan de meerwaarde ervan. Niets is minder waar. Tijdens het symposium bleek dat er heel wat mis is met het huidige ge meentelijk architectuurbeleid en dat het met de kwaliteit in de heden daagse architectuur droevig gesteld is. De meeste sprekers waren het er over eens: Het ontbreekt ons in de Europa', waarin veel Nederlandse steden verwikkeld zijn. Projectontwikkelaars Adri Duivesteijn, voormalig wethou der van Den Haag, geroemd en ver guisd om zijn overtuigde visie op Voorbeeld Amsterdamse School-stijl aan het Spaarndammerplantsoen 14-36. Architect M. de Klerk (foto's Gem. Buro Monumentenzorg Amsterdam, Han van Gooi) huidige architectuur en de stede- bouw aan kwaliteit. Over de oorzaak daarvan lagen de meningen uiteen. Sommigen legden de oorzaak bij de lagere overheden waar het schort aan een doortimmerd beleid voor ar chitectuur en stedebouw en aan een visie op de kwaliteit daarvan. Boven dien hadden de rigide bestem mingsvoorschriften en te krappe budgetten de afgelopen decennia een ernstige verslechtering tot ge volg gehad. Zo werd in het rapport 'Architectuurbeleid door gemeenten' (1989) van het Ministerie van VROM geconstateerd dat in bijna geen en kele gemeente een visie op het ar chitectuurbeleid als geheel is ont wikkeld. Andere sprekers gaven de schuld aan projectontwikkelaars en beleg gers die alleen maar uit zijn op ei gen gewin: Hierbij zouden de eco nomische en financiële belangen ten koste gaan van de kwaliteit. Een andere oorzaak van de kwaliteitsver slechtering werd gezocht in de wed loop om de 'modernste en econo misch meest attractieve stad van kwaliteit en om zijn kostbare bouw projecten die uiteindelijk leidden tot zijn politieke val, zei er het volgende over: 'Het gebrek aan inspiratie en be trokkenheid bij gemeentebesturen, het gevoel er niet persoonlijk verant woordelijk te zijn voor het eindresul taat heeft ons de laatste jaren opge broken. Breed wordt ingezien dat de bureaucratische regelgeving die de ruimtelijke ordening, de stadsver nieuwing en de volkshuisvesting teisteren, geen daadwerkelijk ant woord geven op vragen over kwali teit. Het feit dat gemeentebestuur- ders in hun rol als opdrachtgevers niet precies weten wat zij willen, maakt dat zij zijn overgeleverd aan oncrontroleerbare krachten. Soms wordt het initiatief genomen door ambtenaren, soms door vertegen woordigers van bewoners maar het meest door projectontwikkelaars en beleggers die bij voorkeur de na druk leggen op financieel dragende projecten als kantoorbouw en parti culiere woningbouw.' Het moest alle maal anders volgens Duivesteijn. 'Een gemeentelijk architectuurbeleid moet geënt zijn op een samenhan gende visie op de stad, die voort komt uit culturele ambities waarbij de verantwoordelijke bestuurders daadwerkelijk verantwoordelijkheid willen dragen. Zij moeten vooral een draagvlak van inhoudelijke visies creëren binnen de gemeentelijke in stanties terwijl door het leggen van dwarsverbanden in de organisaties een mentaliteitsverandering op gang gebracht kan worden.' Dit advies van de spreker komt erop neer dat gemeentebestuurders meer verstand moeten krijgen van architectuur en dat zij een beleid moeten uitstippelen waardoor zij enerzijds onderling beter samenwer ken en waarmee zij anderzijds een verregaande invloed op de kwaliteit van de architectuur kunnen uitoefe nen. Een advies waar niet iedere spreker even gelukkig mee was. Stedenrace Waar het gaat om kwaliteitsbepaling van architectuur, zo stelt Maxvan Rooy, journalist NRC Handelsblad, dient het gemeentebestuur zijn macht opzij te schuiven en over te laten aan hen die er over hebben nagedacht, namelijk de architecten, stedebouwkundigen en landschaps architecten. Deze spreker constateert bij ge meentebesturen een zekere hoog moed en arrogantie. Zij hebben zich gestort in een stedenrace waarin de architectuur volledig ondergeschikt is aan geld, politiek en bureaucratie. Zij willen een stad die de modernste stad van Nederland is, waardoor vaak veel ouds en vertrouwds in de binnensteden moet worden ge sloopt, en zij willen bij de uitvalswe gen van hun stad de meest aantrek kelijke vestigingsplaats voor het be drijfsleven. Deze nieuwe 'toploca ties' van kantoren, zoals in Amster dam zuid-oost, missen ook maar de schijn van een stedebouwkundige context. Er zijn zelfs geen trottoirs. Kantoorparken Ook Wiek Röling, voormalig stadsar chitect van Haarlem, thans hoogle raar ontwerpen in Delft, vindt deze kantoorparken absoluut strijdig met een goed ruimtelijk- en milieubeleid. Het is een ontwikkeling die moet worden gekeerd. Beleggers en pro jectontwikkelaars moeten worden af geremd. Het mag in de architectuur niet alleen om geld gaan. Overigens vindt deze spreker dat beleggers en projectontwikkelaars in principe geen gevaar hoeven te betekenen voor de kwaliteit van de omgeving, mits de gemeente zelf aangeeft wat wenselijk is. Zij zal niet moeten wachten tot het mis gaat. Gemeen-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 35