22 ventry, Warschau, Moskou, Lenin grad, als ook in Rotterdam. Thans is het figuurlijk getypeerd. De wind die alle herinneringen aan elk verleden steeds weer meeneemt. Schokkend in dit verband is dat bij slechts enkele ambtenaren bij de dienst Stadsontwikkeling een cultuur bestaat die het oude, het bestaande respecteert. Veelal kiest men met de ogen dicht voor het nieuwe. En wordt niet bij Stadsontwikkeling het in memoriam geschreven, dan ge beurt dat in sommige projectgroe pen in de stadsvernieuwing. Maar ook politici verkopen voor een bord linzen hun versteende of stalen ge schiedenis. Vaak worden er veel woorden vuilgemaakt aan het in standhouden van waardevolle be bouwing, kenmerkend groen en ste- debouwkundige structuren, maar dat is het geloof belijden met de mond. De retoriek van de goede wil overheerst in deze stad. Politici weten interessant te rede kavelen over het beeld van onze stad, maar ze laten wel vijftien jaar lang met kunststof beklede contai ners op de daken in stadsvernieu- wingswijken toe (over werkelijk ar moedige speculatiebouw gespro ken!); ze denken veertig jaar diep na hoe het nou moet met het Weena en zetten het vervolgens zonder respect voor stedebouwkundige uitgangs punten vol; ze praten ongelooflijk veel over binnenstadsbeleving, ge zelligheid en sociale veiligheid, maar vergeten in het centrum vooral hui zen te bouwen, waardoor het be staande leeg lijkt, een gevoel van gevaar uitstraalt en sterk aan waarde inboet; ze begrijpen niet dat een Centraal Station met zwervers en junks een schrijnende entree is voor een stad met de hoge ambities als langs het Weena, daar om de hoek. Geen stuiver Rotterdam is het voorbeeld van een stad, die door zijn rücksichtlose breuk in de binnenstadsgeschiede nis (vanwege het Duitse bombarde ment) mateloos veel praat en schrijft over z'n verloren verleden, maar weinig lijkt over te hebben om wat nog rest in stand te houden. En geen stuiver heeft te makken om het in stand te houden en in te passen in de veranderende wereld. Liever een nieuwe stadsbrug in het verlengde van de Coolsingel naar de Wilhelminapier dan na te denken over de bestaande spoor bruggen. Liever een miljoenenbeurt voor een Museumpark, dan het oude met zorg aanpassen. Er is een mateloze honger naar het nieuwe. Daar immers ligt het avontuur. De ro mantiek van het omhoogstreven. Be houd is oervervelend. Goed voor musea. Of voor openluchtmusea zo als Amsterdam. Dat wat de geschiedenis van de stad Rotterdam toont, wordt vernie tigd of moet voor een dubbeltje ge red worden. Wie deze stelling over dreven vindt, steke de hand in eigen boezem. En herinnere zich het vol gend (volstrekt onvolledige) lijstje van verdwenen punten: Witte Dorp, oude Willemsbrug, pakhuizen Wijn haven, Tehuis voor Zeelieden aan de Veerhaven, Marechausseekazer ne (voorheen kinderziekenhuis) aan de Westersingel, de Koninginnekerk en talrijke kleinere kerken, St Jobsi lo, de Bakemaflat in de Havenstraat, enz. enz. Op de nominatie om te vernietigen staan (rijp en groen, en wederom volstrekt onvolledig) be halve de spoorbruggen, een woon blok van J. J. R Oud in Spangen, een deel van betondorp De Kossel op Zuid, een serie straten in Tuin dorp-Vreewijk, diverse gebouwen van het Eudokiaziekenhuis, van het Bergwegziekenhuis, van het Van Damziekenhuis (met alle verschillen de kenmerkende gebouwen), het belastingkantoor aan de Puntegaal- straat, Tuindorp Heyplaat. Het gaat daarbij niet om treurnis vanwege het verdwijnen van de vastgestelde schoonheid. En even min gaat het om het nostalgisch droombeeld, om het overeind hou den van de fiere, zelfvoldane trots, of een stukje Deifshaven meer of minder, maar om cultuurhistorische 'Containers' op daken van rijk geornamenteerde 'speculatie-woningen' in Rotterdam, (foto Niels van der Hoeven, Het Vrije Volk)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 22