13
naar zee. Springer, werkzaam in
Alkmaar, ontwierp de ca. 3 km. lan
ge Zeeweg, die in 1906 werd geo
pend. Aan het eind van de weg
werd de eerste boerderij, de 'Prins
Maurits', gebouwd. Al tijdens de
bouw werd de bestemming gewij
zigd in café-restaurant.
Spoedig werd duidelijk, dat de
exploitatie als badplaats verreweg
het meest lucratief zou zijn. Maar het-
bleek moeilijk investeerders te vin
den. De economische situatie was
niet florissant en men durfde zich
niet in een dergelijk project te stor
ten. Er werd driftig geadverteerd in
grote dagbladen, maar projectont
wikkelaars dienden zich niet aan.
Van Reenen hield vol en bekostigde
in 1906 de bouw van Villa Ulysses,
het eerste project dat voor de ver
huur werd gebouwd. De eerste
huurders meldden zich pas twee
jaar later! (Ook deze villa moest wij
ken voor de Atlantikwall). In 1907
meldde zich eindelijk de eerste in
vesteerder, C.F. Zei/eruit Baarn.
Berlage ontwierp samen met de
Baarnse architect J.C. van Epen het
hotel Nassau-Bergen, dat in drie
maanden werd neergezet. Toen de
't Strootje, vooroorlogse villa aan Paulineweg 15
(foto A.M. ten Cate)
tramverbinding tot stand kwam werd
er verder uitgebreid. De bouw van
enkele villa's en pensions (Wilhelmi-
na, Juliana, Zeemeeuw) volgde
daarna.
Springer ontwierp villapark
In 1907 leverde Springer het 'Ont
werp voor den aanleg van het villa
park Bergen aan Zee te Bergen
N.H.' Het plan is in landschappelijke
stijl ontworpen, een stijl waarvoor
het duinlandschap zich uitermate
goed leent. Het omvatte 140 villa's
op ruime kavels, twee grote parken
op lager gelegen gronden (Engelse
park en Parnassiapark), een tramt-
racee, een rangeerterrein, sportter
rein, een rechte boulevard en enkele
strandafgangen. In 1908 wordt het
plan goedgekeurd. Het is niet be
kend of er onenigheid is ontstaan
tussen Van Reenen en Springer. In
ieder geval werd Springer na te zijn
betaald voor zijn ontwerp niet meer
ingeschakeld.
Berlage
Van Reenen betrok daarop Berlage
bij zijn plannen, eerst als welstands-
adviseur; later werd hem verzocht
een plan te maken voor de dorps
kern, tussen de Zeeweg en de (toe
komstige) trambaan. In 1909 leverde
hij een vogelvlucht-tekening. Het
toont een dichte aaneengesloten
bebouwing met kleine straatjes, een
plein, kerk en stadhuis; kortom een
dorp met een kern. Er buiten minder
dichte bebouwing en evenals bij
Springer twee parken. Het is een
stedebouwkundig grondplan, waar
aan verschillende architecten in de
loop van de tijd een invulling konden
geven, hetgeen de stichters voor
ogen hadden. Van Berlage's plan is
behalve de Kerkstraat weinig te her
kennen. Van zijn hand rest slechts
een gemutileerde woning uit 1909.
De 'Bello'
Van Reenen had in 1906 al een ei
gen steenfabriek geopend. In 1908
ging hij nog een stapje verder met
de oprichting van de BEM, de Bouw
Exploitatie Maatschappij Bergen
aan Zee N.V. In deze maatschappij
werd al het bezit van de Van Reen-
ens ondergebracht; zoals de steen
fabriek, een dennenkwekerij, de
Bergensche Bad-, Duin- en Bosch
bode (uitgegeven tussen 1910 en
1977), groente- en bollenkwekerijen
enz. Er was sprake van een abso
luut monopolie. Bij de ontwikkeling
tot badplaats was de aanleg van de
trambaan van essentieel belang. Bij
de prilste plannen is dan ook al re
kening gehouden met een tracé
vanaf Bergen, (de verbinding Alk
maar-Bergen dateert van 1905).
Voorlopig reed er vanaf 1907 een
lorriedienst; een jaar later wordt er
overeenstemming bereikt met de
'Hollandsche IJzeren Spoorwegmij'
over aanleg en exploitaite van het
traject Bergen-Bergen aan Zee. De
BEM moest heel wat garanties ge
ven èn investeren voordat in 1909
de eerste badtram Bergen aan Zee
binnen reed; een stoomtram die de
bijnaam Bello verwierf. Een nieuw
Zicht op de Paulineweg en het Parnassiapark (foto A.M. ten Cate)
hoogtepunt vormde de directe trein
verbinding Amsterdam-Bergen aan
Zee, die vanaf 1925 het fenomeen
zomerforens mogelijk maakte en tot
1955 miljoenen badgasten vervoer
de.
Parnassiapark
Bij de aanleg van de omgeving wer
den kosten noch moeite gespaard.
Tussen 1910 en 1914 werden er
ruim 200.000 dennen gepoot om
verstuiving tegen te gaan. Vele van
deze dennen, waaronder het hele
Engelse Park, werden in de jaren
zestig gekapt, omdat de bomen on
herstelbaar waren aangetast door
de dennescheerder (kever). Het En
gelse Park dateert uit 1910. Het jaar
daarop volgde de aanleg van het
Parnassiapark onder leiding van
mevrouw van Reenen en J.P Thijs-
se. De aanleg is nogal formeel en
wijkt af van Springers ontwerp uit
1907. Er kwamen vervolgens een
botanische tuin en het Duinmuseum,
met geprepareerde dieren, planten
soorten en een bibliotheek. Na de
oorlog kende het museum een korte
opleving; de bekende diorama's
trokken vele bezoekers. Nu is in het
gebouw een informatiecentrum van
het Instituut voor Natuurbescher
mingseducatie.
Het park met prachtige bloemen,
perken, paden, tuinornamenten en
vijvers heeft de oorlog slecht door
staan. Daarna werd het gedeeltelijk
hersteld en opnieuw ingeplant. Men
kan de oorspronkelijke aanleg her
kennen, maar het geheel maakt een
verwaarloosde indruk; de paden zijn
geasfalteerd (waarom geen schel-
penzand?), er staat kinderspeeltuig
en er lopen geiten. De allure van
weleer is ver te zoeken.
Koloniehoek
De koloniehoek ligt enigszins afgele
gen. In 1908 werd voor de Amster
damse 'bleekneusjes' door het Bur-
gelijk Armenbestuur het eerste kin
dertehuis gebouwd. Later volgde