Algemeen
directeur P. Smit
overleden
Gedreven bezig voor Heemschut
tot het laatste moment
r
Z./.
Z'
piiïpsiiP^
Op 8 maart is plotseling na een op zichzelf goed verlopen operatie op 68-jarige leeftijd
onze algemeen directeur de heer P. Smit overleden.
Piet Smit trad op 1 oktober 1986 in dienst van de bond nadat hij daarvoor o.m. 19 jaar
burgemeester is geweest. Eerst van Midwoud en Sijbekarspel en later van Noorder
Koggeland. Tijdens de begrafenisplechtigheid op 13 maart herdacht voorzitter Franssen
Smit als een man, die tot het laatste moment was toegewijd aan zijn werk. Hij wist
vlijmscherp aan te geven wat er schortte aan het verenigingsbeleid. Heemschut moest
veel meer naar de mensen toe. Ook moest de vereniging zich niet alleen richten op
monumenten maar op onze hele woon- en leefomgeving.
In een laatste notitie aan het bestuur, die hij het weekend vlak vóór zijn opname in het
ziekenhuis nog op het bureau kwam brengen stelt hij voor het nieuwe verschijnsel
sociale vernieuwing te koppelen aan monumentenbescherming en bijvoorbeeld de reno
vatie van oude binnensteden. Smit laat een grote leegte na. Hij was een bevlogen en heel
beminnelijk mens. Wij wensen zijn familie en allen, die nauw met hem samenwerkten
veel sterkte bij dit verlies. Piet Smit werd op 13 maart onder grote belangstelling begra
ven op de Algemene begraafplaats van Edam achter de Grote Kerk. Daaraan ging een
indrukwekkende herdenkingsplechtigheid in de Grote Kerk vooraf. De toespraak,
waarin Heemschut-voorzitter J. Franssen Smit herdacht drukken we hieronder in zijn
geheel af met een verwijzing naar de laatste notitie van Smit aan het bestuur, vlak voor
zijn opname in het ziekenhuis doorhem geschreven (zie het kader).
J.K.
'Tot het laatste moment was hij bezig vorm
en inhoud te geven aan noodzakelijke ver- i
anderingen in het werk waarvoor de Ver
eniging staat. Dit deed hij met grote inzet
en toewijding, waarvoor wij hem veel dank
zijn verschuldigd'.
Ondermeer met deze woorden heeft
Heemschut afscheid moeten nemen van
haar algemeen directeur Piet Smit, die ons
allen plotseling ontviel. Vandaag geden
ken wij hem en begeleiden wij hem naar
zijn laatste rustplaats. Aan de rust voor al
tijd was hij, naar menselijke maatstaven,
nog niet toe. Ze werd hem opgelegd. Plot
seling. Onvoorbereid.
Zondag een week geleden hadden wij
nog telefonisch contact met elkaar. Ik
wenste hem het allerbeste, staande voor
een niet lichte operatie en verwachtte hem
daarna in het ziekenhuis te kunnen bezoe
ken. Typerend voor hem was dat hij, de
wensen aangehoord hebbende, meteen
van wal stak met de mededeling dat hij die
ochtend nog met zijn vrouw op het Koren
metershuis was geweest om alles klaar te
leggen zodat iedereen wist wat er te doen
stond. Betrokken, nee gedreven en accu
raat tot het laatste moment. Dat was Smit,
zoals de meesten hem bij Heemschut
noemden, ten voeten uit.
Het was voor mij als voorzitter persoon
lijk een groot genot met hem als algemeen j
directeur te mogen werken. Kort na mijn
aantreden als voorzitter, wilde ik met hem
tot goede werkafspraken komen. Hij zei: -
'Kijk, ik ben Burgemeester geweest en ik
had mijn Gemeentesecretaris, die belast
was met de dagelijkse leiding. Van nu af
aan bent u de Burgemeester en ik de Ge-
meentesecretaris. Ik leid de tent hier. U
moet zich met de besluitvorming op hoofd
lijnen bemoeien. Voor de uitvoering ben ik
verantwoordelijk'Voor beiden in het be
stuurlijk circuit opererend, was dit een
duidelijke afspraak. We wisten wat we aan
elkaar hadden. We respecteerden en ver
trouwden elkaar. Aan een oogopslag had
den we genoeg. Een enkel woord om te
stimuleren en ook om te corrigeren was
voldoende. Dat schept een band. Niet al
leen de stijl van werken sloeg aan. Hij wist
snel en vlijmscherp aan te geven wat er
mis was met het functioneren van de Ver
eniging. Na onze gemeenschappelijke
rondgang in 1988 langs alle provinciale
commissies, trokken we samen dezelfde
conclusies over hoe het verder zou moeten
met Heemschut.
Naar de mensen toe
Heemschut moest naar de mensen toe.
Niet in Amsterdam, maar op lokaal en re
gionaal niveau moest Heemschut meer en
meer in actie komen. Niet alleen het ge
bouwde monument was van belang, maar
minstens zo belangrijk was de woon- en
leefomgeving als geheel. In menig DB-ver-
gadering vroeg hij met name aandacht
voor dat facet van het werk. Toen duidelijk
was dat Heemschut anders verder zou
gaan, heeft hij systematisch en voortdu
rend ideeën ontwikkeld, mensen en in
stanties benaderd en warm gemaakt om
Heemschut nieuw elan te geven. Hij laat
vruchten van veel denken en handelen
achter. Die zullen wij voor hem oogsten.
Zondag 4 maart jl. schreef hij zijn laatste
notitie aan het Dagelijks Bestuur. Ik wil die
notitie hier letterlijk .voorlezen, omdat deze
zo treffend is voor de meinier waarop de
heer Smit te werk ging. De notitie heeft de
volgende inhoud.
v.
-l../
'1
Laatste notitie
'Door de Regering is een nieuw
i begrip geïntroduceerd: 'Sociale
Vernieuwing'.
Zoals elke maatregel van welke
J Regering dan ook, herbergt ook
deze natuurlijk een behoorlijke
dosis flauwekul.
,j De vraag omtrent zin of onzin van
het geïntroduceerde begrip ter -
s, zijde latende, kan toch worden
geconstateerd dat hetgeen de
Regering voor ogen staat, vorm
j en gestalte moet krijgen door
activiteiten van de gemeenten.
Vanuit de basis dus.
Mijns inziens in dit geval terecht
omdat het 'laagste' bestuurs-
niveau het best kan beoordelen wat
voor de inwoners van deze of gene
woonplaats de meest effi
ciënte wijze van aanpak is.
Sociale vernieuwing en
monumentenbescherming
m Deze aanpak zal in zeer veel gevallen de
i vernieuwing, de renovatie van oude bin
nensteden of van dorpen tot doel moeten
hebben, want daar slaat de verpaupering
r het hardst toe. Mijn gedachte - die ik
graag m uw vergadering had willen uiten -
is nu: laat Heemschut nu eens het voortouw
nemen door het opzetten van enkele lezin
gen, themadagen, een symposium over het
onderwerp: 'Sociale Vernieuwing en leef
baarheid door monumentenbescherming'.
36
Heemschut, april 1990