Nijmegen Stedenstrijd Archeologische en bouwhistorische kroniek Gemeente Utrecht 1988 derijen kunnen hierdoor zelfs in waarde dalen. Maar moeten we daarom bij het toepas sen van nieuwe kleuren rekening houden met de patina of vuilaanslag in dit histori sche stadsbeeld? Dat zou betekenen dat we voornamelijk aangewezen zijn op don kere kleuren die niet contrasteren zoals het violet. Men beschouwe dan maar even de zwartgeschilderde panden aan de Groenburgwal! Zelf lijkt het me veel boei ender om de achter de patinalaag ver scholen kleuren van de gevels te inventari seren en te documenteren. Kennis van die kleuren draagt ertoe bij dat men in een historisch stadsgezicht méér kleur durft te bekennen, zonder dat het resultaat direct als schokkerend wordt ervaren. Immers, onze waarneming wordt in hoge mate beïnvloed door hetgeen wij weten. Daar waar dit noodzakelijk wordt geacht en waar voldoende gegevens voorhanden zijn kunnen kleurreconstructies worden uitgevoerd. Maar dit is lang niet altijd mo gelijk. De bakstenen gevels van het Leeu wenbergcomplex werden voorzien van de isolatielaag (piepschuimplaten, bewape ning en violetgekleurde kunsthars). Deze ingreep was volgens de architecten nood zakelijk omdat de bakstenen wanden en de achterliggende betonnen constructie, door spanningsverschillen, los van elkaar waren komen te staan. De isolatielaag zou spanningsverschillen in deze gereno veerde panden in de toekomst sterk ver minderen. We zien hier een duidelijk voor beeld van, dat het soms met de beste wil van de wereld niet mogelijk is een stads gezicht te behouden zoals het er op een bepaald moment uitziet. 'Kon het niet wat minder?' Maar waarom kozen de architecten nu juist voor een zo'n sterk contrasterende kleur als violet, had het niet wat minder gekund? Het Leeuwenburgcomplex aan de Groenburg wal Wij werkten, zo vertelt Broersma, met nieuwe materialen die nog niet eerder op de Groenburgwal waren toegepast. De moderne materialen wilden we onder scheiden van de traditionele bouwmateria len in deze buurt. Met violet hebben wij dit onderscheid duidelijk willen maken. Ook wilde ik hiermee tegelijkertijd de traditio nele kleurtoepassing doorbreken. In een historisch stadsgebied als dit is het niet altijd mogelijk de tijd stop te zetten. We leven in de twintigste eeuw waarin weer andere behoeften en andere bouwtech nieken zijn. Het is misschien wel dankzij deze behoeften, dat dit gebied nog over eind staat. De buurt was aanvankelijk sterk verpauperd. Het Leeuwenbergcomplex, dat door krakers was bezet werd met sloop bedreigd en zou plaats maken voor een hotel.' 'Het violet, vertelt Van der Zon, betekent voor mij iets van vrolijkheid, iets van over winning, omdat het Leeuwenbergcomplex nog overeind staat en geschikt is gemaakt voor sociale woningbouw'. Deze architect, één van de ex-krakers die zich sterk maakte voor het behoud van de Leeuwen berg, heeft geen moment spijt van de kleur violet. 'Het violet, vervolgt Broersma, is niet één kleur. Het bestaat uit drie tinten: violet blauw, violet en rood-violet die in die volg orde op de drie panden aan de Groen burgwal zijn aangebracht. Je kvrnt daar door het verstrijken van de dag zien. 's Morgens reflecteert het blauw-violet wat meer omdat het daglicht dan meer blauw is. 's Avonds wanneer het licht meer rood is, spreekt het rood-violet het meest. Je ziet daardoor de sfeer van de dag aan de Groenburgwal. Over Nijmegen verschenen onlangs twee boeken. Allereerst 'Een veelkleurig Habijt; kloos ters in Nijmegen in de negentiende en twintigste eeuwonder red. van D. Nicolai- sen. Dit boek is de neerslag van een on derzoek van een aantal studenten aan de Universiteit van Nijmegen. Zij bestudeer den gedurende drie jaar ruim honderd kloosters, kloosterhuizen en hun inventaris uit de periode 1800-1986. Een deel gaat een onzekere toekomst tegemoet. In het boek wordt uitgebreid twee eeuwen kloosterleven beschreven. Tevens wordt de vormentaal van architectuur en decora tie in verband gebracht met de taken (on derwijs, ziekenzorg) van de orden en hun geloofs- en maatschappijopvattingen. Grave, Alfa, 1989, 240 pp. ISBN 90.740.0735.3 Prijs 47,50. Het tweede boek 'Hart van de stad; de Nijmeegse Grote Markt door de eeuwen heen' werd geschreven door Maarten Dongelmans, journalist bij de Gelderlan der. Het is het eerste deel in de nieuwe 'Historische Reeks Nijmegenopgezet door de Stichting Matrijs te Utrecht en het is de bedoeling dat er jaarlijks een nieuwe uitgave verschijnt die een bepaald aspect van de stad belicht. Utrecht, Matrijs, 1989. 72 pp. Prijs 24,50. U als Heemschutlid kunt dit boek met kor- Bovendien zocht ik naar een kleur die in het donkere licht aan de Groenburgwal briljant zou blijven. Dat was voor mij violet. Op den duur wordt dat wel wat minder natuurlijk, door vervuiling'. Weloverwogen keuze Al met al geven de architecten blijk van een weloverwogen kleurkeuze. Beiden hebben de oplossing voor het kleurge bruik niet gezocht in aanpassing aan het bestaande stadsbeeld maar juist in onder scheid omdat zij werkten met moderne af werkingsmaterialen. Hierdoor zijn nog be staande historische materialen duidelijk te onderscheiden van de nieuwe. Naar mijn mening is dit een eerlijke visie omdat ze niét bijdraagt tot een historische illusie in een beschermd stadsgezicht. Voor wat betreft de kleurkeuze in relatie tot de gehele kleurstelling aan de Groen burgwal (het gaat hier om kleur als esthe tisch medium) is het antwoord niet te ge ven. Kleurharmonie in een stadsbeeld blijkt een heel relatief begrip te zijn. Aan de ene kant is er de gewenning aan een bestaand stadsbeeld, dat ertoe bijdraagt dat elke kleurverandering schokkerend kan werken, aan de andere kant is er vaak sprake van roet- en vuilaanslag, waardoor weliswaar een eenheid ontstaat maar waardoor tegelijkertijd de kleuren van de gevels (waarnaar helaas nog maar weinig onderzoek is gedaan) zijn verdwenen. Om maar persoonlijk kleur te bekennen: Het violette Leeuwenbergcomplex vind ik prachtig! drs. Olga van der Klooster is Bouwhistorica Consultant Architectuurconservering te Amsterdam ting bestellen door overmaking van 21,50 franco huis op bankgiro 33.10.89.025 of postgiro 42.39.476 t.n.v. Stichting Matrijs te Utrecht, onder verm. van de titel en Heem schutlid. Beschouwingen over inter- en intra-urbane rivaliteit; onder red. van Nico Nelissen, Ka tholieke Universiteit Nijmegen. Zeist, Kerckebosch B.V., 1989. 179 pp. ISBN 90.6720.063.8 Hierin wordt door verschillende mede werkers van de afdeling bouwhistorie ver slag gedaan van onderzoek op verschil lende plaatsen in Utrecht. Evenals bij de vorige kronieken op een degelijke zeer in formatieve wijze. De kroniek is een overdruk uit het Maand blad Oud Utrechten verkrijgbaar bij het Gemeentelijk Informatie Centrum, Vre- denburg 90 (030-315415), in het zojuist ge opende 'Pandhuis', de nieuwe zetel van de afdeling bouwhistorie, Zwaansteeg 11 en bij de boekhandel Broese Kemink. Een uitgave van de Gemeente Utrecht in samenw. met Broese Kemink, 1989.173 pp. Prijs/24,50. Heemschut, april 1990 13

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 13