Het Haagse station Hollands Spoor een hoogstandje van spoorwegarchitectuur STA TIONSGEBOUWEN H. P. R. ROSENBERG De brand, die half oktober een deel van het Haagse station Hollands Spoor verwoestte was voor Heemschut aanleiding om terstond bij de NS erop aan te dringen het station weer volledig in oude staat te herstellen. We vroegen drs. H. P. R. Rosenberg, befaamd architectuurhistoricus van het Haags CemeentehjkBureau Monumentenzorg nog eens toe te lichten wat het grote architectuurhistorisch belang van het Haagse station is. Tot 1973 bezat Den Haag twee monumen tale stations: uit de negentiende eeuw: het Staatsspoor en het Hollands Spoor. Het eerste, dat zijn naam ontleende aan de 'Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen' was in 1870 geopend als sta tion van de 'Nederlandsche Rhijnspoor- weg Maatschappij' en later overgegaan naar de eerstgenoemde maatschappij. Het was een breed opgezet, gepleisterd ge bouw in eclectische stijl met fraaie gietijze ren overkappingen. In 1973 werd het afge broken om plaats te maken voor het nieuwe Den Haag C.S. In die tijd had N.S. het voornemen het oude station Hollands Spoor te vervangen door een eenvoudiger stationsgebouw omdat het nieuwe C.S. de meeste functies van H.S. zou overnemen. Dat is ook de reden dat bij de bescher ming van rijkswege van ruim twintig mo numentale stations het Hollands Spoor niet op de monumentenlijst werd geplaatst. Toen later bleek, dat dit station toch een belangrijke functie zou behouden, ging men tot restauratie over. Het eerst werd het koninklijk paviljoen met zijn befaamde wachtkamers aangepakt en toen enkele jaren later een vrachtauto een gedeelte van de overkapping aan het Stationsplein ernstig beschadigde volgde een minitieus herstel in de oorspronkelijke vorm. Toen het station op 15 oktober jongstleden door een brand zwaar werd beschadigd, was men juist bezig met een kostbare restaura tie van de perronoverkappingen. Het Hollands Spoor werd in 1888-1893 gebouwd naar ontwerp van de architect D. A. N. Margadant in opdracht van de 'Hollandsche IJzeren Spoorweg Maat schappij', welke naam nog steeds in het middendeel van de gevel prijkt. Het in een rijke, internationaal georiënteerde neo- renaissancestijl opgetrokken stationsge bouw bestaat uit een middengedeelte met door koepeldaken bekroonde hoekpavil- joens, waarop aan de linker zijde een korte vleugel met het koninklijk paviljoen en rechts een langere vleugel met dienstruimten aansluiten. De perronoverkappingen, uitgevoerd in staal en gietijzer met houten dakvlakken en gedragen door gietijzeren kandelaber zuilen, bestaan uit een korte kap achter het hoofdgebouw en twee lange kappen aan weerszijden van het eilandperron. Op dit perron bevinden zich drie gebouwen, waarvan het middelste de eerste en tweede klasse wachtkamers bevat, die tot slopen. Jammer is ook, dat de door diago nale 'knieboogspanten' gedragen lantaam- partijen in de hoofdkappen ter hoogte van de wachtkamers verloren gingen. Tegenhanger CS Amsterdam Het Hollandse Spoor is om meer dan één reden een monument van grote betekenis. Kunsthistorisch is het van belang door de weelderige detaillering in neorenaissan- cestijl en de iconografische thematiek van de talrijke sculpturale details. Enerzijds wordt hierin het belang onderstreept, dat de spoorwegen hadden voor de maat schappelijke en economische ontwikke lingen in de 19de eeuw. Anderzijds belich ten de beeldhouwwerken en objecten van kunstnijverheid in het koninklijk paviljoen de functie van Den Haag als koninklijke - - - -'wr De overkappingen van het Hollands Spoor in vogelvlucht gezien vanaf het Stationspostkantoor aan de Rijswijkseweg. (foto uit 1928, Dienst Stadsontwikkeling-Grondzaken Den Haag). aan de brand als restauratie dienst deden. Aan de zijde van het Stationsplein, rechts van het hoofdgebouw, bevindt zich een overkapping, vroeger ten behoeve van rij tuigen en de stoomtram naar Schevenin- gen, later voor taxi's en tramlijn 11 van de HTM. Aan de linker zijde van het hoofdge bouw kwam in 1908 een apart station met kappen voor de Hofpleinlijn naar Rotter dam en Scheveningen tot stand, de eerste elektrische trein in ons land, geëxploi teerd door de Zuid-Hoüandsche Electri- sche Spoorweg Maatschappij. Deze toe voeging, die sinds de verplaatsing van het eindpunt van de Hofpleinlijn naar Den Haag C.S. geen functie meer heeft, wordt afgebroken. De brand, die het hoofdgebouw onaan getast liet, richtte wel grote verwoestingen aan in de overkappingen en in de reizi gersrestauratie op het eilandperron. Van dit laatste gebouw staan alleen de muren nog overeind en de sculptuur van de in gangspartijen is zwaar beschadigd. De achterste lange overkapping is voor een groot deel verwoest, de stalen spanten bleken zo door de hitte te zijn ontzet en vervormd, dat men er een twintigtal moest residentie en regeringscentrum. Men zou het Hollands Spoor min of meer kunnen zien als de Haagse tegenhanger van het door Cuypers en Van Gendt ge bouwde Centraal Station in Amsterdam. In de nieuwe gebouwentypen die in de 19de eeuw nodig waren, nemen de stations als de 'stadspoorten van de nieuwe tijd'een bijzondere plaats in. Dit representatieve aspect komt in het Hollands Spoor op wel zeer bijzondere wijze tot uiting. Als monu ment van bedrijf en techniek is het com plex waardevol wegens de fraaie over kappingen met hun gietijzeren kandela berzuilen, a jour bewerkte draagconstruc ties, stalen tralieliggers en traliespanten, geleverd door de Haagse metaalgieterij en pletterij van de firma Enthoven. Typologisch is het station interessant als het eerste grote voorbeeld van een stationscomplex met eilandperron, waarop de publiekswachtkamers. Een vergelij king is boeiend met het in het begin van de 20ste eeuw door dezelfde architect ge bouwde station Haarlem. Ook hier vond het eilandperron met daarop gesitueerde wachtkamers toepassing, maar de stilisti sche vormgeving is duidelijk die van de overgangsarchitectuur. Elementen uit de t - - r- ..MXKZZ - Ufo J--.- u -liic ii> 4, i •"VT 28 Heemschut, nov.-dec. 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 28