Rijksbemoeienis in de IJsselmeerpolders ZUIDERZEEWERKEN TIJSTUMMERS Nergens heeft de overheid zich zo nadrukkelijk met de bebouwing en inrichting van het landschap kunnen bezighouden als in de IJsselmeerpolders. De invloed van het Rijk, die in de jaren twintig begon met de inpoldering van de Wieringermeer, lijkt juist dezer dagen -nu de plannen voor de Markerwaard ergens diep in de ijskeist gezet zijn - te eindigen in Zeewolde, Zuidehjk Flevoland. Onze medewerker Tijs Tummers geeft een korte analyse. Toen het Rijk in de jaren twintig begon met het ambitieuze inpolderingsplan van de toenmalige Zuiderzee gold de Haarlem mermeerpolder als voorbeeld. Als voor beeld hoe het niet moest, welteverstaan. In de Haarlemmermeerpolder gaf de over heid haar invloed uit handen door groot scheepse landverkoop aan Amsterdamse kooplieden, waarna er bij de inrichting van de polder van alles misging. Het uit breken van malaria vanwege onvoldoende beheersing van het waterpeil was slechts een van de rampen. In de Wieringermeer- polder hield het Rijk vanaf het begin dan ook de vinger aan de pols. De Dienst der Zuiderzeewerken was verantwoordelijk voor de ontsluiting van het gebied, voor de aanleg van dijken, wegen en waterbouw kundige werken. De Directie van de Wieringermeer nam vervolgens de inrich ting van de polder voor haar rekening. On der haar taken viel ook de 'begeleiding van een nieuwe samenleving". Als een ware 'Big Daddy' checkte het Rijk ieder die zich in de Wieringermeerpolder wilde vestigen. Boeren werden niet alleen op draagkracht beoordeeld maar tevens op mentaliteit en gedrag. De bekende archi tect M. J. Granpré Molière, grondlegger van de Delftsche School, verheerlijkte het landelijke leven en wilde dit in 'zijn' dor pen Slootdorp, Wieringerwerf en Midden- meerverwezenlijkt zien. De bebouwing toont een weerspiegeling van de toenma lige arbeidsverhoudingen. Dit hield onder andere in dat de landarbeider geacht werd bij de boer in te wonen. 'Pure' landarbeiders niet de stad in Dit was alweer veranderd bij de inrichting van de Noordoostpolder. Door de Tweede Wereldoorlog waren de plannen enige tijd op de plank blijven liggen, met als voor deel dat overhaaste beslissingen als in de Wieringermeerpolder, waar achteraf de dorpen niet zo gunstig gesitueerd bleken te zijn, voorkomen konden worden. Em- meloord zou hier de hoofdplaats moeten worden met daar omheen een cirkel van tien dorpen. Zelfs in deze jaren veertig werd nog serieus overwogen of landarbei ders wel in de 'stad' Emmeloord gesitu eerd moesten worden; het zou de mentali teit van deze 'pure' plattelandsmensen wellicht geen goed doen. Bij de inrichting van de Noordoostpol der werd ingespeeld op de veranderde maatschappelijke verhoudingen. Landar beiders woonden niet langer in bij de boer maar kregen in de nabije omgeving van de boerderij hun eigen huisjes, meestal vier onder één kap. Bij de situering van de dor pen en deze huizen werd nog uitgegaan van het vervoer per fiets. Een kwartier fietsen (5 kilometer) was het maximum wat een landarbeider naar zijn werk of een kind naar school mocht afleggen. Stede bouwkundigen, die in de Wieringermeer polder pas na verloop van tijd ingescha keld werden, waren dit keer vanaf het be gin betrokken bij de plannen; nieuw was dat nu ook sociologen en sociografen hun visie mochten geven. Maar zeker doordat de uitvoering rond 1950 voor een deel nog op vooroorlogse plannen berustte waren deze ideeën al snel verouderd. Niet alleen werd vervoer per auto al snel heel nor maal, ook zette de machinering van de landbouw sneller door dan verwacht. Dronten en Nagele De plannen met Flevoland, waar aanvan kelijk eenzelfde cirkel dorpen rond de plaats Dronten was beoogd, werden dan ook schielijk gewijzigd, dit mede onder in vloed van weer een nieuwe wetenschap pelijke groep, de planologen. Gebleken was inmiddels ook dat het voorzieningen- Bungalows In stijl van Bet Nieuwe Bouwen uit 1954 in Nagele (foto Tijs Tummers). 17 Heemschut, nov.-dec. 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 17