Bescherming of verminking van de oude Brabantse boerderij BOERDE donker oprijzend naast de lichte gevels van de bescheiden huizen. Deze wat ge heimzinnig aandoende toren, bekend als de Gevangentoren, heeft een zadeldak met aan weerskanten trapgeveltjes. Op een ervan staat als een zwarte hoed, een ooievaarsnest. Helaas na 1973 hebben de ooievaars zich hier niet meer laten zien. De rode, aan de bovenkant bevestigde toren luiken dragen schamierijzers in een sierlijke gebogen vorm op steenhaken ge lijkend. Megen heeft heden ten dage een woon functie. Op de dijk geniet men een ruim zicht op het wijde land maar aan de over zijde van de rivier is het heel anders ge steld. Daar zijn door ontzandingen plassen ontstaan met recreatieve voorzieningen, zoals de 'Gouden Ham'. Dat was eens de Megense ham, maar de Maasbocht is afge sneden. Een meer in het oog springend leven leidt Heusden, dat al in 1904 kennis maakte met Maaswerken toen de Bergse Maas in gebruik werd gesteld en er een einde kwam aan het 'Waar Maas en Waal tesa- men vloeien'bij Loevestein. De rivier kwam weer vlak langs de wallen van de stad maar tegelijk werd de komvormige oude haven gedicht. Bij de vele omvang rijke na-oorlogse restauratiewerken waar van men de weerslag vele malen in de ko lommen van 'Heemschut' heeft kunnen aantreffen, is die haven in 1968 in ere her steld. Zij biedt thans in het watersportsei zoen een bijzonder levendig beeld. Zo zijn ook de wallen terug gebracht naar de toe stand zoals aangegeven op de kaart van Blaeu uit 1649. Fundamenten en een deel van de muren van de oude waterburcht van Heusden zijn weer opgemetseld... het ziet er alles wat erg 'nieuw' uit en ontbeert Het Oude Raadhuis van Gxave het patina van de eeuwen. Levendiger beeld bieden de drie standerdmolens die op de wallen zijn gebouwd. De hervormde kerk, mét het stadhuis uit 1588 slachtoffer van de Duitse terreurdaad die Heusden in de nachtelijke uren van 4 november 1944 trof - in de gewelven van het stadhuis vielen 134 doden - is geres taureerd en staat open voor bezoekers. 'Er is weinig te zien, het is een protestantse kerk1, zo wordt ons trouwhartig gewaar schuwd. En inderdaad - er zijn bezoekers die rechtsomkeert maken. Het orgel dat met de toren werd verwoest is vervangen door een orgel uit Zutphen met een rijk orgelfront met veel verguldsel. In het koor staan twee oude klokken, die de val uit de toren hebben doorstaan: de St. Joris in 1501 gegoten door Van Wouw, de St. Maarten in 1518 door CasparMoer gemaakt. Een aardig plein, zo vlak bij de haven kom is de Vismarkt met de terrasjes die de bezoekers in staat stellen te genieten van de vredige ambiance van een oud stadje, terwijl het carillon in de stadhuistoren zijn klanken over de rode daken sprenkelt. Carillonklanken óók, zittend op een ter ras op een ander marktplein - dat van Geertruidenberg. Met als verbindende schakel de rivier de Maas, al is die in Geertruidenberg niet zo nabij als in Grave of Heusden. Het vooroorlogse Geertrui denberg maakte een armoedige verwaar loosde indruk. Hoe anders heden ten dage. De huizen aan de langgerekte driehoekige Markt- en vind in onze lage landen maar eens een vergelijkbaar plein - zijn vrijwel zonder uitzondering in goede staat, er is veel gerestaureerd. Bijzonder bekoorlijk is de dubbele rij linden, die de Markt aan alle zijden omzoomt. Aan de westkant wordt het prospect afgesloten door de reusachtige koeltoren van de Amercentrale - op passende afstand. Een boeiende tegenstelling tot de oude Markt al kunnen we ons voorstellen dat niet iedereen er vrede mee zal hebben. Aan de andere kant, de basiszijde van de driehoek, rijst de hervormde kerk op. De toren, die bij het beleg door Prins Maurits in 1593 een geleding verloor, staat al jaren in de steigers. Gelukkig - het carillon waaiert zijn klanken uit over de omgeving. Wat de restauratie van de driebeukige hal- lekerk met hoog koor betreft - die ver loopt zoals het ANWB-bord bij het (geslo ten) hek vermeldt 'moeizaam'. Men is er sedert.1955 mee bezig. EVERHARDJANS In een provincie als Noord-Brabant, die gekenschetst wordt door een grote variatie qua landschap en landelijke bouwkunst, is de oude boerderij een actueel thema. De actieve 'Boerderijenstichting Noord- Brabant'werkt terecht met het devies 'een mooie boerderij u en ons een zorg'. Onge veer 1500 bezoekers hebben de grote stand van deze boerderijenstichting tij dens de Werktuigendagen te Liempde in juli j.1. bezocht. Tentoongestelde fotowan- den lieten aan Brabanders en anderen zien, hoe rijk het Brabantse land nog is aan mooie boerderijen. Vooral de samenhang tussen oude hoeve en landschapsschoon werd beklemtoond. Instructief was in Liempde vooral een paneel met onjuist ge renoveerde en soms verminkte boerde rijen. Gespreksthema's met de stichting waren onderwerpen als: "wie kan ons hel pen aan een subsidie', of: 'mag ik de boer derij splitsen in twee woningen?'. Een recente Brabantse uitgave over boerderijverbouwingen vermeldt: 'Het eens zo rijke bestand aan boerderijen in Noord-Brabant onderging in de laatste de cennia een drastische verarming. In kwali tatief opzicht, doordat allerlei ontwikkelin gen in de agrarische sector botsten met de ruimtelijke mogelijkheden van de traditio nele boerderij. Vergaande mechanisatie en grootschaligheid noopten tot verbou wingen, uitbreidingen en vaak tot het be trekken van een volledige nieuwbouw. Ook de moderne wooneisen vroegen om de nodige aanpassingen.' Dat een en ander tot grote verliezen heeft geleid, beamen ook de mensen van het Bureau Kunsten en Oudheidkunde van de afd. WVC te 's-Hertogenbosch. Het zijn kunsthistoricus drs. Wies van Leeuwen en architekt Huub Ruiter, tenslotte ir. Rob Kortlang van de dienst Ruimtelijke Orde ning en Volkshuisvesting (RNV). Sinds 1979 zijn de heren Ruiter en van Leeuwen bezig met een Cultuurhistorische Inventarisatie van Brabantse monumenten tot 1940. Deze activiteiten resulteerden in middels in 56 rapporten. Daarbij ging het er vooral om, vragen te beantwoorden die de gehele gebouwde omgeving betreffen, van stadsontwikke ling en historische geografie tot industriële gebouwen en pioniersprojecten in de volkswoningbouw. De Tweede Kamer heeft in 1984 een 'ka merbreed' ondersteunde motie aanvaard om de integrale inventarisatie van de jon gere bouwkunst en stedebouw tussen 1850 en 1940 in ons land te realiseren. Daarom is bovengenoemde inventarisatie overlapt door het Monumenten Inventarisatie Pro- jekt (M.I.P.) op initiatief van minister Brink man. In Noord-Brabant wordt het M.I.P. geïntegreerd met de bestaande werk wijze. Daartoe zijn 6 extra personen in dienst genomen, tot eind 1991. Boerde rijen, industriële architectuur, woonhuizen, kapellen, stoepstenen, - het speurend oog van deze deskundigen ontgaat niets! Het gebeurt helaas maar al te vaak dat de bezitter of bewoner de cultuurhistori sche waarde van de oude hoeve negeert. Zodoende verdwijnt (soms ongemerkt) k S'"^v - -«Va Heemschut, sept.-okt. 1989 33

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 33