van de ondergrond en de bouwtechnische
staat van de fundering, maar biedt ook in
zicht in de ouderdom en ontwikkelingsge
schiedenis van het gebouw. Muurwerkon-
derzoek brengt zakkingen van het gebouw
aan het licht, maar ook allerlei bouwspo-
ren van historische bouwtechnieken en in
terieurafwerkingen.
Uitgangspunt bij het vooronderzoek is
een zo beperkt mogelijke aantasting van
het gebouw. In de restauratiepraktijk gaat
men in de regel veel rigoureuzer te werk:
stucwerk wordt afgehakt zonder dat er
aandacht wordt besteed aan historische
muurafwerkingen, schilderingen en be
hangpapier. Vloerdelen en dakbeschot
worden vaak verwijderd met het gevaar
dat de stabiliteit van het gebouw wordt
verstoord. Door het versneld en ingrijpend
uitpeilen van te restaureren gebouwen
gaan ook vaak veel historische gegevens
'en materialen onnodig verloren, zeker als
deze niet tijdens de sloopwerkzaamheden
naar behoren worden gedocumenteerd.
Vooronderzoek van het Hof van
Zevenbergen
In 's-Hertogenbosch wordt van gemeente
wege bouwhistorisch onderzoek verricht
ten behoeve van de vele restauraties die in
deze stad worden uitgevoerd. In het begin
van de jaren tachtig is ter voorbereiding
van de toekomstige restauratie een uitge
breid bouwtechnisch-bouwhistorisch on
derzoek ingesteld in het Hof van Zeven
bergen1. Dit onderzoek zal in deze bij
drage als voorbeeld worden genomen om
het praktische nut van het bouwhistorische
vooronderzoek aan te tonen.
In het Hof van Zevenbergen zijn op
plaatsen waar voor het onderzoek belang
rijke gegevens werden vermoed op aan
wijzing van de bouwhistoricus kleine
muurvlakken ontpleisterd, enkele vloerde
len weggebroken en een beperkt aantal
vloertegels gelicht om er grond- en funde-
ringsonderzoek te plegen. Hiervoor moest
het gebouwencomplex eerst nauwkeurig
worden geanalyseerd en moesten hypo
thesen worden opgesteld over de fasering
van de verschillende bouwdelen.
Zo vertoonde de kap van de hoofdvleu
gel plaatselijk een afwijking in de vorm
van discontinuïteit in de telmerken en een
afwijkend spanttype. Door op de lager ge
legen verdiepingen onder dit spant een
klein gedeelte van vloeren of plafonds te
demonteren, bleek dat op deze plaats in
het verleden een dwarsmuur met stook
plaatsen had gestaan. Deze vondst paste
tevens in de theorie dat, afgaande op
bouwsporen in de buitengevels, er zich
oorspronkelijk een poortdoorgang in het
gebouw heeft bevonden. Bij de restauratie
zal, mede om wille van de dwarsstabiliteit
van het pand, de dwarsmuur weer worden
gereconstrueerd. Ook de poort wordt te
ruggebracht2. Na het ontpleisteren van een
dichtgemetseld en ingebouwd raam op de
binnenplaats werd informatie verkregen
over de oorspronkelijke gevelindeling en
toegepaste raamvormen. Bij de restauratie
zal op deze plaats worden gekozen voor
het vroeg 19de eeuwse raamtype omdat
daarvan de meeste gegevens voorhanden
zijn en er zo min mogelijk gesloopt en ver
nieuwd hoeft te worden.
Om de technische staat van de moerbalk-
opleggingen te kunnen onderzoeken zijn
alle balkkoppen vrijgemaakt door het ge
deeltelijk weghalen van enkele vloerdelen
boven, of enig stucwerk onder de moer-
balken. Hierbij werd ook vastgesteld dat
het hoofdgebouw oorspronkelijk een
houtskeletconstructie heeft gehad. De rijk
geprofileerde sleutelstukken zijn nog aan
wezig. Gelukkig verkeren de balken nog
in een goede staat. Hierdoor kan een zeer
zeldzaam 17de eeuws plafond, waarvan er
in Nederland nog slechts enkele zijn, ge
handhaafd blijven.
Als laatste voorbeeld van het benutten
van gegevens uit het vooronderzoek kan
genoemd worden de hoofdtoegang. In de
voorvleugel zijn aan binnenplaatszijde
twee van de drie hardstenen bogen zicht
baar, die voor een deel bestaan uit herge
bruikte laatgotische natuursteenelemen-
Voorgevel aan de Keizerstraat. De gevel
kreeg dit uiterlijk na de verbouwing tot wees
huisin 1783 en de wijzigingen in 1855 ev. Er
zijn twee ingangsdeuren vanwege de strikte
scheiding destijds tussen jongens- en meisjes-
afdeling (foto Gemeentewerken Den Bosch).
ten. Deze boogstelling is hier gelijktijdig
met de voorvleugel in de 2de helft van de
17de eeuw aangebracht. Aan de hand van
een oude afbeelding was voorts de oor
spronkelijke centrale ingangspartij te re-
contrueren. Deze verdween na de inge
bruikname van het complex als Rooms
weeshuis in 1783, waarbij een tweetal ge
scheiden ingangen voor jongens en meis
jes werd aangebracht. In het restaura
tieplan moeten zowel de 17de eeuwse als
de weeshuisingang recht gedaan worden
door een architectonisch aanvaardbare
combinatie van twee bouwperioden te ma
ken zonder tot anachronismen te verval
len.
Het onderzoeksrapport
Bij de verslaglegging van het bouwhisto
risch onderzoek is veel aandacht besteed
aan de bruikbaarheid van de gegevens
voor het restauratieplan. Met behulp van
tekeningen is een overzicht gegeven van
de monumentwaarde van de diverse
bouwcontructies en de oppervlaktebehan
deling van muren, plafonds en vloeren.
Deze visuele wijze van verslaglegging is
bij het opstellen van het restauratieplan
van het Hof van Zevenbergen beter han
teerbaar gebleken dan de uitvoerig ge
schreven rapportage.
Uiteraard zijn door de niet-destructieve
wijze van vooronderzoek nog veel vragen
over de bouwhistorie van het Hof van Ze
venbergen onopgelost. Tijdens de restau
ratie zal daarom nog aanvullend bouwhis
torisch onderzoek noodzakelijk zijn om
deze te beantwoorden.
Noten:
1Dit vooronderzoek is verricht door
W.F. Weve in het kader van zijn afstu
deren aan de afdeling bouwkunde
(T.U. Delft). De voorlopige onderzoeks
resultaten zijn verwerkt in een rappor
tage.
2. Zie voor het restauratieplan de bijdrage
'De restauratie van het Hof van Zeven
bergen te 's-Hertogenbosch'elders in
dit blad.
Boogstelling op de binnenplaats (foto Gem. Werken, Den Bosch).
Heemschut, sept.-okt. 1989
27