Ab Goutbeek van over, en in provincies als Zuid-Holland (omgeving Woerden en Gouda) zijn ook nog flinke concentraties van meerroedige bergen aanwezig, die nog steeds dienst doen bij de hallehuizen in dit gebied, waarin het weidebedrijf overheerst. Met name is dit het geval in de regio rond Woerden en Gouda. Andere hooibergge- bieden zijn (of waren, helaas!) de Betuwe met zijn karakteristieke schuurbergen, die je tot in de oude kerkdorpen kunt vinden; de omgeving van Dalfsen in Noord-Sal- land; de streek langs het Zwarte Water en tussen Zwolle en Hasselt; de streek tussen Deventer en de Regge; de noordwestelijke tip van de Achterhoek tussen Berkel en Schipbeek, de oostelijke Veluwe en het Eemland bij Eemnes. Hierbij is uitgegaan van originele hooi en zaadbergen, en natuurlijk niet van de moderne exemplaren (na 1920) met beton nen of ijzeren roeden. Ab Goutbeek is bloemist in Dalfsen, maar in zijn vrije tijd een geestdriftig amateur- archeoloog en een uitstekend fotograaf. Hij is co-auteur van het fraai geïllustreerde boek: 'Hooibergen in Oost-Nederland'. In het begin van de jaren '80 is hij begonnen, hooibergen in Oost-Nederland fotogra fisch en via vraaggesprekken en techni sche tekeningen te documenteren. In de omgeving van Dalfsen, bij Deventer en in De manier waarop de oogst van hooi, maar ook van graan geborgen werd verschilde in het Nederlandse hooiberggebied streeksgewijs. In het beginstadium be vond de kap zich maar zo'n twee meter van de grond. Al naar gelang het hooi rees werd de kap hoek voor hoek opgehesen. De zware en grote rieten kappen in het weidegebied van Zuid-Holland en West- Utrecht werden via een bergwaag naar boven geheveld. De modernisering van de roedenberg Door de ontwikkeling in de landbouw kwamen omstreeks 1925 lieren met stalen kabels in gebruik. Bij de bergen vanaf twee tot en met zes roeden werden de pa len voorzien van een flenswiel, met lier en kabel. Met name bij de kapbergen met vier tot en met zes roeden onpraktisch, zo dat men er toe besloot, de roeden aan de buitenkant te plaatsen. (Salland). Schilderachtig was rond 1920 nog de aanblik van Genemuiden, waar vierroe- dige kapbergen mannetje aan mannetje dicht aan het Zwarte Water stonden. De Achterweg was bekend vanweg zijn hooi bergconcentraties, er mag niet gerookt worden. Bij grote hooibergbranden in dit Overijs selse plaatsje in 1945 en 1947 gingen 32 hooibergen met in totaal ruim anderhalf miljoen pond hooi verloren! Iir/r ItamA'SjjA o S° 100 '5°cnv- Plezier in een eenzoedige, ronde kapberg (foto archief auteur). de noordelijke Achterhoek deed Gout beek veel veldonderzoek. Een stelling van Goutbeek: 'Het lijkt heel simpel, een hooiberg met een kap erop, maar het zit zeer geraffineerd in elkaar". De techniek Via een inventief systeem kan de kap, wanneer de hooiberg in de loop van de zomer groeit (qua inhoud) door de boeren omhoog worden gevijzeld. Hoek voor hoek gebeurt dat, zonder dat de andere delen van de kap van hun plaats worden gebracht. Wageningen en de gevolgen 'Wageningen' (de Landbouwuniversiteit) heeft de hooiberg ingehaald, men kuilt het nu meestal in, onder zwart landbouwplas tic, vastgehouden door rubberen autoban den. Hiermee is de laatste ronde van de hooiberg ingeluid: de laatste staan te ver rotten en te verloederen, als geen liefheb ber zich erover ontfermd heeft. Bij woon boerderijen, bewoond door stedelingen worden ze vaak hergebruikt als autoga rage of prieeltje. Er worden ook berghok ken van gemaakt, door er een rond bak steenwandje op te metselen. Grafisch ont werper Ben Harsta uit Almelo heeft dit her gebruik in interessante dia's vastgelegd. Vierroedige kapberg aan de Bovenbergsweg, Eisen (Markelo). Opmeting van E.Jans, 1971. Geen bescherming Helaas zijn hooibergen geen monumenten, ze zijn vogelvrij verklaard. Als de boer er economisch gezien niets meer aan heeft (en zo ligt de situatie!) worden ze gesloopt. Zo wordt het bestand met de dag uitge dund. Geniet dus tijdig van de laatste hooi bergen, want hun uur heeft geslagen! Documentatie Een troost is het documenteren van be langrijke en typische exemplaren. De Stichting Historisch Boerderijonderzoekte Arnhem bezit prachtig materiaal, waar door voor verder onderzoek (bijvoorbeeld in de Rivierenstreek) door opmetingen, beschrijvingen en foto's veel voor ons na geslacht bewaard wordt. Ook architekt Jan Jans (1893-1963) tekende veel hooibergen in Twente en Salland, die nu vaak al weg zijn. In het Provinciaal Overijssels Museum te Zwolle berusten veel topografische te keningen uit de zeventiende en negen tiende eeuw, waarop oude vormen van de kapberg te zien zijn. Literatuur: A. Goutbeek en dr. E. Jans, 'Hooibergen in Oost-Nederland,' Kampen 1988, met litera tuuropgave, te bestellen - a 40,50 - bij het bureau van de IJsselakademie, Molen straat 28a, 8261JW Kampen, tel. 05202- 15235 Heemschut, juli-aug. 1989 27

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 27