Nieuwe toekomst voor kasteelruïne Batenburg A. A. E. M. GIJSBERS Herstel op het nippertje van start Jarenlang werd erin monumentenkringen in een grote kring omheen gelopen: de ruïne van kasteel Batenburg gold als verloren. Wat nog restte van de imposante, uit de 15de eeuw daterende rondburchtin het gelijknamige stadje aan de Maas verviel meer en meer tot een bouwval. Indrukwekkend dat zeker, maar het geheel bood een weinig verheffende aanblik. Dit tot grote bezorgdheid van bijvoorbeeld oud-directeur van de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen, de heer D. J. C. Buurman. Nog in het Jaarboek 1965-1975 van de Stichting, sinds 1953 eigenaar van de ruïne, sprak hij de hoop uit dat het aan brengen van enkele noodvoorzieningen medio 1970, de inleiding zou vormen 'tot een betere toekomst voor dit in alle op zichten heel belangrijke kasteelcomplex'. Een hoop die door de Provinciale Com missie in Gelderland werd gedeeld. Ge alarmeerd door het steeds verder voort schrijdende verval van wat één van de meest indrukwekkende kastelen in Gel derland moet zijn geweest - vooral als de grachten rond de ruïne waren toegevroren kon men zien hoeveel van het muurwerk bijna dagelijks omlaag viel -, trok Heem schut op geregelde tijden flink aan de bel. Ogenschijnlijk zonder veel resultaat, al maakten haar pleidooien bij o.a. de Rijks dienst voor de Monumentenzorg en het gemeentebestuur van Wijchen wel indruk. Zoals achteraf zou blijken. Want nadat her nieuwde pogingen om tot consolidatie en een bescheiden restauratie van de ruïne te komen nogmaals schipbreuk hadden ge leden wegens het ontbreken van vol doende financiële middelen bij de over heid, sloeg uiteindelijk de toenmalige bur gemeester van Wijchen, nu commissaris van de koningin in Overijssel, mr. J.A.M. Hendrikx, alarm. Hij deed een dringende, laatste oproep tot het behoud van kasteel Batenburg. Mislukken Dat was in 1984 bij de presentatie van een consolidatieplan door gemeente en eige naar in het kader van de werkverruimende maatregelen van de regering. Omdat de zogenaamde terugploegregeling uiteinde lijk onvoldoende armslag bood om de fi nanciering van het project rond te krijgen, leed ook deze poging schipbreuk. Sinds dien leek alles wat in het belang van kas teel Batenburg te berde werd gebracht bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Ook de door ons gedane suggestie het herstel van de ruïne te bepleiten in het kader van de recreatieve ontwikkeling van de Maasoe vers. Het daartoe opgestelde plan van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland bood ons inziens perspec tieven. Wat een stad als Nijmegen inmid dels is gelukt met zijn ambitieuze Waal- kade-plan moet ook haalbaar blijken voor een project waarin recreatie, monumen tenzorg en stadsvernieuwing elkaar de hand reiken, was de achterliggende ge dachte. Waarbij de component stadsver nieuwing enige uitleg behoeft. Positief effect Met het gemeentebestuur van Wijchen is Heemschut-Gelderland van mening dat het opknappen van de ruïne een positief effect zal hebben op het sinds de jaren zeventig knap gerestaureerde stadje Batenburg, een beschermd stadsgezicht. Consolida tie, respectievelijk restauratie zal de rela tie tussen burcht en stad, die er aantoon baar vanuit het verleden steeds is ge weest, nieuwe inhoud kunnen geven. Een standpunt dat wij ook aan het provinciaal bestuur van Gelderland hebben meege deeld. Is hiermee het verhaal van Batenburg uitputtend verteld en kan het boek tot be houd van de kasteelruïne definitief wor den gesloten? Met andere woorden: 'Zitten we met zijn allen te wachten tot de laatste restanten binnenkort in de gracht vallen', zo vroeg ik mezelf medio november 1987 af, bij het verschijnen van het Gelderland nummer van Heemschut. De ruïne van kasteel Batenburg. Klein wonder Het leek er wel op. Maar soms gebeuren er toch nog kleine wonderen. Zelfs in Wij chen. In dit geval lazen twee wethouders en hun staf onze noodkreet in bedoeld in terview: mevrouw A. C. J. Kattenberg-Zijl- stra en haar collega, de heer A. C. Gerritz. Tijdens langdurig overleg bedachten zij een nieuwe strategie tot het verkrijgen van subsidie voor het eventuele herstel van de kasteelruïne. Daarvoor werd dankbaar ge bruik gemaakt van alle tot nu toe aange dragen - maar te licht bevonden - varian ten. Als eerste stap diende het gemeentebe stuur van Wijchen augustus 1988 een aan vraag in bij het Europees Sociaal Fonds (ESF) te Brussel om gelden te willen reser veren voor een scholingsproject in de bouw, waarin opgenomen het intussen bij gestelde consolidatieplan voor de ruïne. Uitgangspunt voor een dergelijke aan- vraag is het verbeteren van de werkgele genheid en het bevorderen van de be roepsmobiliteit van de werknemers. Popu lair gezegd komt een dergelijk verzoek er op neer dat een aantal daartoe geselec teerde werkloze bouwvakarbeiders om geschoold kan worden tot volwaardige restauratiekrachten. Praktische ervaring doen ze daarbij op bij het herstellen van de kasteelruïne. Waarmee het mes van twee kanten snijdt. Enerzijds worden mensen naar een nieuw, door henzelf gekozen beroep ge bracht. Een en ander in overleg met en financieel gesteund door een Gewestelijk Arbeidsbureau. In het belang van de be strijding van de werkeloosheid en de daarmee parallel verlopende herscholing is dat een uitermate goede zaak, zeker in de regio's Nijmegen en Arnhem met hun ver boven het landsgemiddelde uitko mende werkeloosheid. Van de andere kant wordt met dit plan de laatste kans geboden daadwerkelijk iets te doen voor 1 het behoud van kasteel Batenburg. Ingewikkeld Het Wijchense gemeentebestuur heeft niet de eenvoudigste weg gekozen. De proce- i dures zijn ingewikkeld; verschillende in stanties moesten hun regelgeving ten be hoeve van dit bijzondere - zeg maar gerust unieke - project op elkaar afstellen. Maar dat is gebeurd. En na jaren van mislukking ,op mislukking lijkt er nu écht zicht te ko men op het herstel van de Batenburgse ruïne. i Naast het Europees Sociaal Fonds dat al een principetoezegging heeft gedaan par ticipeert financieel in het project het Ge- westelijk Arbeidsbureau Nijmegen e.o. Hetzelfde doen het Provinciaal Sociaal- Economisch Ontwikkelingsfonds met het oog op het speerpuntenbeleid 'Kastelen' in het toeristisch-recreatief actieplan van Gelderland, Monumentzorg, het Provinci aal Monumentenfonds, de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen en de gemeente Wijchen zelf. Die voteert uit het eigen werkgelegenheidsfonds, de stads en dorpsvemieuwingsgelden, en het Fonds Historische Stadskerk Batenburg in totaal 400.000,-. Met de inmiddels toegezegde 1.600.000,- voor de restauratie - dit be drag staat los van de scholingscomponent Heemschut, juli-aug. 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 12