De Deventer Bergpoort straks weer terug? Het industrieel erfgoed en de kunst van het vernietigen EVERHARDJANS In het bekende boek van J. J. Vriend, De bouwkunst van ons land de steden (Amsterdam 1949, pl. 87) prijkt een schitte rende stadspoort uit Deventer, die werd overgeplaatst naar de tuin van Het Rijks museum te Amsterdam: De Bergpoort. Model stond hier een Romeinse triomfboog, zoals we die kennen van het Forum Romanum in Rome. In de collectie van de Gemeentelijke Ar chiefdienst in Deventer bewaart mr. H. J. Nalis de correspondentie uit 1879-'80, tus sen de minister van binnenlandse zaken en architekt dr. Cuypers. Cuypers deed veel moeite, de reeds voor sloop ver kochte poort naar Amsterdam te krijgen. Hij werd immers in 1619 door Hendrickde Keyser ontworpen. Cuypers schreef in 1879 aan het Gemeentebestuur van Deven ter: 'Intusschen ware het zeer te wenschen, zoo mede zoude kunnen beschikt worden over de niet van den verkoop uitgezon derde pilasters en de archivolten van de buitenzijde, ten einde die later in de omge ving van het nieuwe Rijksmuseum alhier te kunnen opstellen'. Alles ging zoals ge pland: de poort staat nog steeds in de mu- seumtuin. In de jaren 1922-'23 hield de Deventer Bergpoortcommissie, samengesteld uit een 5-tal aannemers, een collecte voor de restauratie van de Bergpoort. Men wenste de te Amsterdam aanwezige poort terug te halen naar de Koekstad. De inzameling bracht plusminus 15.000 gulden op. Toen bleek dat een en ander niet mogelijk bleek, zag men af van de plannen. De Deventer Bergpoort, zoals die op dit moment nog te vinden is in de tuin van het hoofdstede lijk Rijksmuseum (tekening Everhardjans). In 1970 bestond het Bergpoortfonds nog: het kapitaal bedroeg in genoemd jaar 31.000 gulden. Een volhouder was de in 1975 op 86-jarige leeftijd overleden aanne mer C. van Laar. Hij stelde: 'Ik zal mijn ogen niet eerder sluiten voordat de Berg poort in Deventer terug is. Ik vecht er nu al meer dan 40 jaar voor.' Van Laar heeft dit dus niet meer mogen beleven. De pers chef van het Rijksmuseum (1970) de heer C. Sipkes, gaf Deventer geen kans de poort terug te krijgen, vooral vanwege de hoge kosten: anderhalve ton. In 1970 werd de poort ter plekke gerestaureerd. De Deventer Bergpoortcommissie werkte ook samen met Groningen, omdat de andere helft van de poort, de Heren poort, uit de Groninger hoofdstad stamt. Al eerder teruggezet Ter gelegenheid van de opening van een leerling-bouwplaats aan de Veenweg te Deventer, anderhalf jaar geleden, werd de heer B. J. Duimel, directeur van de VW, zeer aangenaam getroffen door een model op halve grootte van de Deventer Berg poort, dat door een leerling als tijdelijke ingang van het gebouw compleet was op gemetseld, inclusief de ornamenten van natuursteen. De heer Duimel wist de lei ding er toe te bewegen, deze kopie in zijn geheel op te takelen, voor verplaatsing naar de omgeving van de Bergkerk. He laas stortte het geheel toen in: de natuur steen motieven bleven bewaard. De leer lingen hadden helaas met tras gemetseld! In 1933 had men ook al eens met latwerk de poort 'teruggezet', aan de entree van het Kerkplein. Ook waren er contacten met de vereniging 'Oud Deventer'. Nu wenst men tot herbouw van deze kopie te komen, die aan de voet van de Bergkerk (oost-zijde) zal worden geplaatst. Deze doet dan dienst om reclame te maken voor reconstructie op ware grootte. Sponsors kunnen zich wenden tot de VW-Deventer, t.a.v. de heer Duimel, Brink 55, Deventer, tel. 05700-16200. Het leren van de kunst van het vernietigen: dat is de belangrijkste opgave voor de ko mende jaren op het gebied van het indus trieel erfgoed. Oude fabrieksgebouwen, gemalen en wa tertorens, roerende zaken als machines en apparaten, maar ook bedrijfsarchieven en documentatie over het industrieel verle den verdwijnen in snel tempo. Wat er overblijft is praktisch gezien echter nog te veel om te behouden. Om te zorgen dat behoud niet langer op willekeur berust, is de komende jaren eerst alle aandacht no dig voor inventarisatie en selectie. Zo luidt de kem van het advies, dat de Commissie Industrieel Erfgoed onlangs aanbood aan J. Riezenkamp, Directeur-Ge neraal voor Culturele Zaken van WVC. Het advies is samengesteld door des kundigen vanuit musea, archieven, monu mentenzorg, universiteiten en particuliere organisaties. In het advies wordt een be schrijving gegeven van het industrieel erf goed. Per deelterrein komen aan de orde: inventarisatie, selectie, onderzoek en be houd. Regelmatig gaan belangrijke gebouwen - soms onnodig - verloren, terwijl aan de andere kant museale collecties van roe rende objecten ongecoördineerd groeien. Door het ontbreken van een overzicht van wat er nog is en selectiecriteria om verant woorde keuzen te maken, is behoud in de praktijk te vaak gebaseerd op toeval en willekeur. De commissie beveelt dan ook aan om zo snel mogelijk orde op zaken te stellen om tot een verantwoord beleid op dit terrein van cultuurbehoud te komen. Omdat het terrein van het industrieel erfgoed zo breed en divers is en een cen trale organisatie ontbreekt, beveelt de commissie de oprichting aan van een Cen trum voor industrieel erfgoed waarin acti viteiten op dit terrein gebundeld kunnen worden aangepakt. Dit centrum moet in de komende vier jaren het terrein in kaart brengen en criteria ontwikkelen om tot een verantwoorde selectie te komen van te behouden roerende en onroerende ge tuigenissen van het industrieel verleden. Uit een eveneens voor vier jaren in te stel len Stimuleringsfonds voor het industrieel erfgoed dienen onderzoeks- en documen tatieprojecten door het centrum te worden i bekostigd. De commissie dringt er bij de minister op aan, om de financiering van Centrum en Stimuleringsfonds voor zijn re kening te nemen, als onderdeel van het beleid inzake cultuurbehoud. Het advies is door de minister om advies voorgelegd aan de Raad voor het Cultuur beheer. Een standpunt van de rijksover- j heid zal naar verwachting na het zomerre ces tegemoet kunnen worden gezien. 10 Heemschut, juli-aug. 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 10