Zo zie je ze niet veel meer: tribune uit 1933 (let op de dakpannen) van ODS, een derde klas
amateurvereniging te Dordrecht (foto Tijs Tummers).
ontwerpen van een Olympisch Stadion,
hééft Amsterdam een prachtig stadion.
Een paar honderd meter oostelijk van het
Olympisch ligt dit Oude Stadion. Een
sfeervol terrein met een fraaie overdekte
tribune, in de hoeken afgezet met karakte
ristieke torens en plaats biedend aan zo'n
25.000 toeschouwers.
Kritiek is echter dat het terrein, ja dan al,
niet multi-functioneel genoeg is. Wils krijgt
de taak een stadion te ontwerpen dat aan
voetbal, atletiek én wielrennen onderdak
moet bieden. Het oude terrein verliest
daarmee haar functie en wordt zonder par
don in 1929,17(!) jaar na de bouw, ge
sloopt.
In 1928 staat het nieuwe Olympisch Sta
dion er zoals Wils het zich heeft voorge
steld: 'Licht, luchtig, strak van lijn, lenig en
gespierd, speels en toch zakelijk'. Critici
merken op dat het stadion 'door de intieme
omsluiting van tribunes op ongeveer ge
lijke hoogte' een minder grote indruk
maakt dan vergelijkbare Olympische sta
dions in Antwerpen, Parijs en Stockholm.
Geroemd wordt de evenwichtige horizon
tale belijning, slechts doorbroken door de
gedurfde Marathontoren op het voorplein.
Enige kritiek is de logge ommuring van
het stadion die afbreuk doet aan de luch
tigheid die vooral binnen het stadion wordt
ervaren.
Het stadion vormt dan het centrum van
een groot Olympisch complex, waarvan
echter geen enkel spoor behouden is ge
bleven. Krachtsportcentrum, tentoonstel
lingspaviljoen, schermzaal, tennisstadion,
restaurant, consequent opgetrokken in
Wils' constructief-zakelijke stijl, zij ver
dwijnen alle vroeger of later. Het zwemsta-
dion spant de kroon en wordt onmiddellijk
na de Spelen, na twee weken gebruik, ge
sloopt.
Door deze grootschalige sloop veran
dert de omgeving van het stadion dras
tisch. Ook Wils zelf moet concessies doen.
In 1931 ontwerpt hijzelf de nog altijd be
staande Citroëngarage voor het stadion
plein. Een grote misgreep is echter de uit
breiding van het stadion, die men in 1937
noodzakelijk acht. De capaciteit wordt van
40.000 toeschouwers naar 65.000 ver
hoogd, simpelweg door de betonnen cur
ven achter de doelen een flink eind te ver
hogen. Weg 'evenwichtige horizontale be
lijning', weg 'intieme omsluiting', weg 'le
nige luchtigheid'.
Het Olympisch Stadion vormt in de de
cennia daarna het decor voor menig spor
tief hoogtepunt. De jaarlijkse topper Hol-
land-België hoort hier thuis, in 1962 wordt
er de mooiste Europa Cupfinale aller tijden
gespeeld (Benfica-Real Madrid 5-3) en ook
is het hier dat Ajax haar Cup-triomfen be
leeft.
Maar het monument Olympisch Stadion
wordt sterk verwaarloosd, zeker als
Blauw-Wit en DWS in de jaren zeventig
met het betaalde voetbal ook het stadion
de rug toekeren. Nieuwe initiatieven wor
den niet genomen; popconcerten bijvoor
beeld, die in Rotterdam meer opbrengen
dan een heel seizoen van voetbalwedstrij
den, werden in Amsterdam alleen vroeger
wel eens georganiseerd. Kenmerkend
voor het gebrek aan aanpassing is de
perstribune. Deze ligt niet als gebruikelijk
ter hoogte van de middellijn, maar in een
vreemde uithoek bij de hoekvlag: de
plaats waar in 1928 de eindstreep voor de
atletiekwedstrijden lag.
Niet onbelangrijk is natuurlijk dat het
stadion bij voetballers en supporters niet
populair is: nog dit seizoen verzochten de
Unieke, 24 meter hoge, dubbeldeks staalcon
structie van NAC te Breda. Pas in 1977
gebouwd en twee jaar geleden ternauwernood
van de sloop gered (foto Tijs Tummers).
Ajax-spelers hun bestuur de Europacup
wedstrijd tegen het Portugese Sporting in
het veel kleinere Ajax-stadion af te wer
ken.
Met name de wieier- en atletiekbaan, ooit
aanleiding voor de bouw, keren zich nu
tegen het stadion. Supporters voelen zich
door de grote afstand tussen speelveld en
tribunes minder bij de wedstrijd betrok
ken en staan hoog in de curven onbehaag
lijk op de tocht. De spelers ervaren minder
van de stemming op de tribunes dan in het
nauw sluitende en geheel overdekte Ajax-
stadion en kijken aan tegen het grijze be
ton van de wielerbaan. Noodtribunes ach
ter de doelen compenseerden deze af
stand in vroeger jaren. Vanwege veilig
heidsoverwegingen is dit tegenwoordig
echter niet meer toegestaan.
Olympische Spelen vragen om
monument
Geen aandacht te schenken aan deze min
punten zou van een pleidooi voor behoud
van het stadion een naïeve onderneming
maken. Het prestigieuze en gezagheb
bende tijdschrift 1'Arca (inderdaad, een
Italiaans pleidooi) schonk nog onlangs
over maar liefst acht pagina's aandacht aan
'Lo Stadio di Amsterdam'. Met schitterende
fotografie toonde 1'Arca dat de kracht van
Wils' oorspronkelijke creatie nog altijd
aanwezig is.
Wil het stadion echter zijn functie be
houden dan zullen creatieve alternatieven
geboden moeten worden. De ongebruikte
wieler- en atletiekbaan geven ook stadions
in Enschede, Den Bosch en Nijmegen een
kille indruk; in Utrecht sloopte men Sta
dion Galgenwaard zelfs om die reden. In
Maastricht echter kwam men onlangs met
een uitstekend alternatief. De atletiekbaan
en de betonnen staanplaatsen in de curven
werden daar afgebroken, het speelveld
werd een kwart slag gedraaid, zodat de
hoofdtribunes gespaard bleven en achter
de doelen kwamen te liggen. Aan de lange
zijden werden nieuwe tribunes gebouwd.
In de Amsterdamse situatie zou dat bete
kenen dat men in één klap van de ongezel
lige atletiek- en wielerbaan af is, en boven
dien ook van de kille betoncurven, die
sinds de uitbreiding van 1937 alleen maar
afbreuk doen aan Wil's oorspronkelijke
ontwerp. Met nieuwe tribunes hiervoor in
de plaats kan het Stadion volgens de mo
derne eisen geheel overdekt worden en
blijven Wils' belangrijkste tribunes en de
Marathontoren gespaard en behoudt Am
sterdam tevens haar allerlaatste herinne
ring aan Nederlands enige Olympische
Spelen.
Ook zullen de buurtbewoners tegemoet
gekomen moeten worden. Een voorbeeld
kan genomen worden aan het PSV-Stadion
waar een restaurant onder het tribunedak
het stadion niet langer isoleert van haar
omgeving. Tevens wordt het dan tijd dat
geïnteresseerden in de geschiedenis van
sport in Nederland eindelijk ergens te
recht kunnen. Door tentoonstellingsruimte
hiervoor te creëren zou het stadion niet
langer de huidige vesting zijn, die slechts
enkele keren per jaar bestormd wordt
door doorgewinterde voetbalfans.
Tijs Tummers is Iree lance-joumalist te
Amsterdam
Heemschut, maart-april 1989
9