Weinig respect voor
monumentale stadions
TIJSTUMMERS
Onlangs wel Italiaans pleidooi voor 'Lo Stadio Olimpico di Amsterdam'
De entree van het onlangs ernstig bedreigde Sparta-stadion te Rotterdam: Het Kasteel (foto Tijs
Tummers).
Wie zich verdiept in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal stuit op een lange
verzameling van verloren gegane stadions. Bijna iedere club kende ooit een andere
behuizing en niet alleen deze stadions gingen verloren, maar ook verschillende stadion
en tribunetypes zijn voorgoed verdwenen. Deze ontwikkeling zet zich voort. Niet alleen
het Olympisch Stadion wordt bedreigd.
Om de een of andere reden worden stadi
ons in Nederland niet als gebouwen be
schouwd. Gebouwen, met een eigen ge
schiedenis, eigen architectuur en monu
mentale waarde. Van supporters en voet-
balgezagsdagers is in Nederland op dit
gebied weinig te verwachten. Zij zijn pres
tatiegericht en slechts gefixeerd op het he
den en de zeer nabije toekomst.
Maar ook de architectuurgeschiedenis
heeft nooit aandacht gehad voor deze
sporttheaters. Wie op zoek gaat naar lite
ratuur over de tientallen stadions die er in
Nederland gebouwd zijn komt bedrogen
uit. Hij stuit slechts op enkele publicaties
over de nooit te bouwen accommodaties
van de Spelen van 1992.
Zo is voor een deel verklaard hoe er in de
pas 80-jarige geschiedenis van het stadion
al zoveel waardevolle bouwwerken onge
merkt verdwenen zijn.
De stadions hoeven ook op steun van
Monumentenzorg op het moment nog niet
te rekenen. Onlangs nog werd Spangen
(De Roos Overeijnder, 1916), het stadion
van Sparta te Rotterdam, met afbraak be
dreigd. Dit fraaie en meest traditionele sta
dion van Nederland kon door monumen
tenzorg niet als monument gekenmerkt
worden bij gebrek aan vergelijkingsmate
riaal. Het is te hopen dat de huidige In
ventarisatie Jonge Bouwkunst (1850-1940)
de voetbalstadions de status zal geven
waar ze recht op hebben.
Haast is hierbij geboden, want de afge
lopen maanden werden behalve het Olym
pische nog twee stadions bedreigd.
Vj'fesse-voorzitter Aalbers kreeg bij Studio
Sport alle gelegenheid om zijn nieuwe,
goedgekeurde Arnhemse stadion-ont
werp aan te prijzen. Met geen woord werd
gerept over het toch fraai gelegen Stadion
Monnikenhuizen dat daarvoor nu gesloopt
zal worden.
En in Rotterdam heeft de nieuwe Feye-
noord-machthebber Van den Herik in
korte tijd kapitaalkrachtige projectontwik
kelaars rond zijn club verzameld, die al
snel met een nieuw plan kwamen: de
bouw van een nieuw multi-functioneel cen
trum aan de oevers van de Maas, met als
logische consequentie: afbraak van Sta
dion Feyenoord (Brinkman Van der
Vlugt, 1937).
Engeland
Dat het ook anders kan bewijst men in En
geland. Opvallend verschil met Nederland
is dat het verleden er veel sterker bij de
beleving van het voetbal betrokken wordt.
Alleen al vanwege clubsentimenten zullen
stadions daar niet snel gesloopt worden.
Ook al liggen ze midden in een woonwijk
en heeft geen enkel stadion in Engeland
parkeergelegenheid, omdat in de tijd van
de bouw alleen de aanwezigheid van een
metrostation noodzakelijk was.
Natuurlijk gaan ook Engelse clubs met
de tijd mee. Tottenham Hotspur, Arsenal
en Manchester United zijn alle overgestapt
op business-seats en hebben hun tribunes
aangepast. Belangrijk is echter dat het ver
leden hierbij in acht wordt genomen. Dit
aanwezige respect werd in 1983 vastge
legd door Simon Inglis in zijn werk The
Football Stadions of England and Wales.
Hierin beschrijft hij nauwgezet de ge
schiedenis van 92 stadions. Toch merkte
ook Inglis het gebrek aan aandacht voor
stadionarchitectuur op; zo moest hij voor
zijn boek een geheel nieuw begrippenap
paraat introduceren om de verschillende
typen stadions en tribunes te beschrijven.
Het sluimerende respect voor de stadi
ons werd bevestigd door het enorme suc
ces van het toch prijzige boek. Een tweede
druk met nu ook de Schotse stadions ver
scheen spoedig. Het boek betekende te
vens een eerbetoon aan de Schot Archi-
bald Leitch (1866-1939), die met zeker zes
tien ontwerpen bepalend is geweest voor
de ontwikkeling van het stadion in Enge
land. En waarschijnlijk voor heel Europa,
aangezien alle ogen aan het begin van de
eeuw gericht waren op Engeland, de ba
kermat van het voetbal. Leitch was verant
woordelijk voor de nu vanzelfsprekende
indeling van overdekte zitplaatsen aan de
lange zijden en onoverdekte staanplaatsen
achter de doelen. Zijn indeling van de
overdekte tribune in twee secties - staan
plaatsen onder de overdekte zitplaatsen -
werd algemeen overgenomen en hij ont
wierp de eerste dubbeldekkereen tweer
ringstribune, waarvan in Nederland Sta
dion Feyenoord een mooi voorbeeld is.
Een groot deel van de Nederlandse sta
dions moet geïnspireerd zijn door Leitch'
werk, al zal hiervan meer dan in Engeland
inmiddels ook weer verdwenen zijn. Veel
van de oorspronkelijke stijlsoorten zullen
niet zozeer bij profclubs maar juist bij ama
teurverenigingen terug te vinden zijn.
Waar profclubs vaak de onpersoonlijke
status van Stichting aannamen, behielden
de amateurs hun traditionele vereni
gingsstructuur en bleven gevrijwaard van
commercialisatie en geldschietende pro
jectontwikkelaars. Zo redde het Utrechtse
Velox onlangs nog haar oude, houten tri-
bune uit 1927 door het voor 1,- per zit
plaats over te kopen van de gemeente, dié
zelf sloop voor ogen had. Het is te hopen
dat naar aanleiding van de Inventarisatie
Jonge Monumenten de Nederlandse ont-
wikkeling in stadion- en tribunebouw ooit
nog gereconstrueerd zal worden.
Olympisch Stadion van Jan Wils
Het Olympisch Stadion zal in 1991 worden
afgebroken. In Amsterdam Zuidoost zal er
een nieuw, multi-functioneel stadion voor
in de plaats komen, waardoor ook het
Ajax-stadion De Meer overbodig wordt en
- uiteraard - tegen de grond zal gaan.
1'Histoire se répète, dat is bekend, maar
de geschiedenis dreigt zich nu wel heel
nadrukkelijk te herhalen: op het moment
dat architect Jan Wils, oud-lid van De Stijl
groep, in 1926 de opdracht krijgt tot het
8
Heemschut, maart-april 1989