Uitnodiging voor de jaarlijkse Algemene
Vergadering
(Vervolg van pag. 5)
Supervisoren
De drie adviescolleges stellen voor de
commissie te vervangen door zes supervi
soren, die elk de verantwoordelijkheid
krijgen voor de kwaliteitszorg in een deel
van de stad. Die zorg moet ook de stede-
bouwkundige uitgangspunten voor dat ge
bied omvatten. Zij dienen bouwplannen
vroegtijdig te begeleiden in plaats van aan
het eind van de rit een eindoordeel te ge
ven en vooral regie-aanwijzingen te ver
strekken als leidraad voor de planontwik
keling. De gemeente zou er zorg voor
moeten dragen, dat zij vanaf het aller
eerste stadium bij de bouwplanontwikke
ling wordt betrokken. De zes plegen in
team-verband regelmatig overleg met el
kaar om in de veelheid van plannen meer
samenhang te krijgen.
Interessante voorstellen, waarop door
de verantwoordelijke wethouder op dit
terrein Louis Genet prima werd gerea
geerd. Hij herinnerde eraan, dat de ge
meenteraad in 1981 al eens heeft uitge
sproken, dat er in het werk van de wel
standscommissie een verschuiving moet
plaatsvinden van eindbeoordeling van
plannen naar permanente begeleiding er
van. Hij voegt daar aan toe, dat ook de
stedebouwkundige hoofdlijnën tijdig
dienen te worden geëxpliceerd. De wet
houder juicht het toe, dat de burgerij
steeds kritischer wordt op de kwaliteit van
'zijn' gebouwde omgeving. Genet vindt het
echter niet juist het welstandstoezicht door
de commissie af te schaffen en er uitslui
tend zes supervisoren voor in de plaats te
zetten. Éénhoofdige advisering aan het ge
meentebestuur acht hij principieel niet
aanvaardbaar omdat dan subjectieve voor
keuren teveel de boventoon kunnen gaan
voeren. Het welstandstoezicht vergt een
zekere objectiviteit, dat kan worden be
vorderd door kritische uitwisseling van
meningen binnen een team. Reden
waarom hij de commissie zelf wil laten
voortbestaan. Daarnaast zouden echter su
pervisoren aan de slag kunnen als slag
vaardig verlengstuk (en tevens lid) van de
schoonheidscommissie, die echter als
commissie de eindverantwoordelijkheid
houdt.
Genet zou die supervisoren allereerst op
basis van een bepaald project, voor een
bepaalde 'klus' met een probleemstelling
willen aanstellen zoals al gebeurt bij het IJ-
oever project, waar prof. Tjeerd Dijkstra
de supervisie voert. Een supervisorschap
voor een bepaald gebied sluit hij daarbij
niet uit bv. wanneer zo'n gebied om een
aparte benadering vraagt zoals bij de gor
del, die tussen 1920 en 1940 werd ge
bouwd. De supervisoren zouden boven
dien deel gaan uitmaken van de schoon
heidscommissie. Dit standpunt van Genet
sluit aan bij de kritiek van de Haagse voor
zitter van de schoonheidscommissie Theo
Bosch op het supervisoren-plan. Bosch is
bang, dat solistisch opererende superviso
ren het overzicht op de hele stad missen
zodat de zo gewenste samenhang in stede-
bouw en architectuur gevaar loopt.
Overigens sluit Genet mandatering van
de supervisor door de schoonheidscom
missie niet uit. De commissie zou dan zelf
moeten aangeven wat daarbij de rand
voorwaarden en beperkingen zouden
moeten zijn. Wat dat betreft sluit hij weer
aan bij het advies van de drie adviesinstan
ties, die gedelegeerde bevoegdheid wen
sen voor de supervisor bij kleinere bouw
plannen terwijl grotere bouwplannen erom
vragen in het college van supervisors te
worden besproken.
Genet wijst er verder terecht ook op, dat
de ambtenaren, die in de schoonheids-
commisie zijn vertegenwoordigd geman
dateerd moeten worden om in een zo
vroeg mogelijk stadium voldoende infor
matie te verstrekken over bouwplannen.
Ook moeten zij het mandaat hebben om
namens hun dienst definitieve standpunten
te kunnen innemen.
Stem van Heemschut
Heemschut, dat samen met Amsteloda-
mum, het Koninklijk Oudheidkundig Ge
nootschap en Hendrick de Keyser een ver
tegenwoordiger - overigens zonder stem
recht - in de huidige welstandscommissie
heeft in de persoon van Ir. J. Van Stigt, was
ondanks alle waardering voor het advies
van de drie colleges aanvankelijk wat on
gerust over het radicale idee om de com
missie zelf maar op te heffen. Hierdoor zou
de stem "van buiten', van de particuliere
organisaties ook gaan ontbreken. De vier
samenwerkende monumentenorganisaties
waren echter erg tevreden met het stand
punt van wethouder Genet, die de com
missie zelf de eindverantwoordelijkheid
wil laten behouden. De vier vinden een
goed evenwicht tussen het ambtelijk appa
raat, de architecten en de inbreng van de
geïnteresseerde burgerij erg belangrijk.
Aan de vormgeving van de nieuwe struc
tuur zullen de vier graag meewerken.
Daarin zou dan een stemgerechtigde
plaats moeten zijn weggelegd voor de vier
organisaties gezamenlijk. Er heerst bij de
vier grote ongerustheid over de vloed van
grootse plannen, die over Amsterdam
wordt uitgestort. Plannen waarbij het finan
ciële aspect vaak zwaarder weegt dan het
ideële. De vier zien echter het beeldkwali
teitsplan van met name wethouder Genet
als een grote uitdaging. Eem ambitieus
plan, Amsterdam waardig.
De jaarlijkse Algemene Vergadering van de
Vereniging zal worden gehouden op zater
dag, 20 mei 1989 in hotel Baars, Smeepoort-
straat 52 (hoekKerkplein) te Harderwijk
(10 minuten wandelen vanaf het NS-station).
Het programma van die dag luidt:
10.30 uur
Ontvangst met koffie.
11.00 uur
Welkomstwoord door de loco-burge
meester van Harderwijk, waarna opening
van de vergadering door de voorzitter van
de Vereniging, de heer J. Franssën.
12.30 uur
Sluiting van de vergadering.
12.30-14.00 uur
Gelegenheid om de lunch te gebruiken.
14.00-16.00 uur
Bezichtiging van de Grote Kerk en stads
wandeling o.l.v. gidsen.
De agenda voor de vergadering luidt als
volgt:
1. Opening
2. Notulen van de vergadering van 25 juni
1988 (zie ook het verslag in het tijd
schrift van juli/aug. 1988)
3. Ingekomen stukken
4. Mededelingen
5. Verslag over het verenigingsjaar 1988
6. Goedkeuring van de rekening en ver
antwoording over 1988 van de pen
ningmeester, vergezeld van het rap
port van de registeraccountant over
het boekjaar 1988, strekkend tot dé
charge van de leden van het dagelijks
bestuur voor het door hen gevoerde
beleid en van de leden van het Alge
meen Bestuur voor het door hen ge
houden toezicht
7. Mededelingen over de begroting 1989
8. Mededeling van het door het bestuur
van de 'Stichting Heemschut Restaura
tie Hulpfonds' over 1988 gevoerde be
heer
9. Benoemingen leden Algemeen Be
stuur*'
Aftredend volgens rooster zijn de he
ren Merhottein, Bergé, Ehrhardt,
Tchemoff, Van Meel, Majoor en Dienaar.
De heer Bergé (voorzitter van de Pro
vinciale Commissie Noord-Brabant) is
wegens het bereiken van de 70-jarige
leeftijd ingevolge art. 7 lid 5 van de
statuten niet herbenoembaar.
De heer Van Meel (voorzitter van de
Provinciale Commisssie Overijssel)
stelt zich niet herbenoembaar.
Voorgesteld wordt de heren Merhot
tein, Ehrhardt, Tchemoff, Majoor en
Dienaar te herbenoemen.
10. Voorziening in vacatures.
Voorzien moet worden in de volgende
vacatures:
a. Voorzitter van de Provinciale Com
missie Noord-Brabant
b.Voorzitter van de Provinciale Com
missie Overijssel
c. Voorzitter van de Provinciale Com
missie Zeeland
Voorgesteld wordt te benoemen in de
vacature
sub a.nog geen kandidaat gesteld,
sub b.de heer Ir. J.M. Veldhuis te
Deventer.
sub c.de heer Drs. W.J. Plomp te
Middelburg.
11. Rondvraag
12. Sluiting
ZIE OOK PAG. 7,36 en 37. UIT
VOERIGER VERGADERSTUKKEN ZIJN
VERKRIJGBAAR VANAF 1 mei -
Tel. 020-225292 of 020-230994.
Art.7 lid 3 van de Statuten luidt: Indien ten
minste tien leden de secretaris uiterlijk 14
dagen vóór de Algemene Vergadering ver
zoeken de naam van een lid aan de voor
dracht toe te voegen, geeft het Dagelijks
Bestuur daaraan gevolg.
Art.7 lid 4 luidt: Indien een schriftelijk ver-:
zoek als in het vorige lid niet is gedaan
wordt de door het DB voorgestelde kandi
daat bij enkele kandidaatetelling benoemd
verklaard.
6
Heemschut, maart-april 1989