Historie Afsnijden i iNi .1 I I op richtte. Waar Karstkarel echter niet bij stond te juichen was het plan in het kerkgebouw een vierkante 'doos' te plaatsen om het al dus akoestisch optimaal geschikt te maken voor zowel concerten als theater. Zoiets kon volgens hem echt niet: het mooie neo classicistische interieur zou ten onder gaan. Het stak bovendien, dat het plan he lemaal buiten monumentenzorg om tot stand was gekomen. Ook Heemschut vond deze 'doos'-oplossing verwerpelijk. Een 'doos in een kerk,' zegt architect Hans Heijdeman, om commentaar ge vraagd, 'dat klinkt wat afstotend, maar je ervaart hem niet als zodanig, hoor.' Vol gens hem is de 'commotie' rond de Wes- terkerk ontstaan door het volgende. 'Wij hebben de plannen heel snel ontwikkeld, omdat de politiek dat zo wilde. Monumen tenzorg heeft daarom niet zo meegedaan. Ze zijn wat overvallen. Maar het was al di rect duidelijk dat je de kerk in de huidige vorm niet als theater kunt gebruiken.' Wie zich een beetje verdiept in details, komt snel in een interessante, maar ook vrij ondoorzichtige discussie. Zo was het volgens de architect noodzakelijk om de ramen te blinderen, om het gebouw akoestisch te isoleren - in zijn 'doos' was zoiets niet nodig. Maar het bezwaar van blinderen is, dat het gebouw 's avonds van buiten niet als theater herkenbaar is. Plaats je echter een extra ruimte in de kerk, dan kan het licht in de foyer aanblijven en voorbijgangers zien dan een gevel waar achter kennelijk iets gebeurt. Waarom was deze discussie niet onbelangrijk? De locatie van de Westerkerk is eigenlijk heel slecht voor een theater, met smalle straat jes en dergelijke. En er zijn genoeg twijfels of het theater levensvatbaar is. Vandaar dat in de discussie 'het licht naar buiten' een prominente rol begon te spelen. Een van de betrokken wethouders - hij had toevallig kennis van materialen - deed uit eindelijk ook een duit in het zakje door doodleuk mee te delen, dat je ook akoes tisch kon isoleren met transparant materi aal. Dat klonk Karstkarel als muziek in de oren. 'Architecten komen vaak met techni sche argumenten, die zo moeilijk contro leerbaar zijn,' verzucht hij. Nieuw ontwerp 'In 1985,' zegt architect Heijdeman, 'was al een plan ontwikkeld voor jongeren die ex perimenteel wilden werken. De oude kerk werd in dat plan helemaal volgebouwd met wel tien studio's. Het plan was al goed gekeurd door de provincie en het rijk. Dat kon dus wél. Het nieuwe plan bevatte een veel en veel fraaiere architectuur, dus ik snap de commotie niet zo goed. Men voelde zich overrompeld, dat zal het ge weest zijn.' Afijn, er kwam een gesprek, waaraan twee wethouders, monumentenzorg en de architect deelnamen. Uiteindelijk werd be slist, dat de kwaliteiten van het interieur gerespecteerd moesten worden. Het werk moest over. Heijdeman ging opnieuw aan het werk. En kwam in februari met een nieuw ontwerp, dat een positief onthaal vond bij de twee betrokken wethouders, zij het dat zij nog een aantal wijzigingen verlangden, die de ruimte nog meer zou den respecteren. Is nu alles in kannen en kruiken? Er is nog geen definitief ontwerp. Heijdeman zegt, als ik hem ernaar vraag, dat hij hoe dan ook met allerlei problemen zit. Je kunt, stelt hij, allerlei functies tegen de muur plaatsen (administratie, garderobe, toilet ten enz.), maar dat leidt tot een verkorting van de kerk in de lengterichting. Ten be hoeve van de foyer moet je weer een an der stuk afsnijden. Kortom, 'Je komt eigen lijk weer snel op het eerste ontwerp te recht. En dat hield in: een deel afsnijden t.b.v. het theater, de rest intact laten.' Peter Karstkarel echter ziet de zon wel schijnen. 'Elke architect die zijn plan moet aanpassen is ongelukkig,' zegt hij. 'Maar de beslissing ligt niet bij de architect, doch bij de gemeenteraad. Het tweede plan van Hans Heijdeman is na aanpassingen een goed compromis, het respecteert zowel de monumentaliteit als de theaterfunctie.' 'Als ik in mijn hart kijk,' zegt Peter Karst karel, 'dan ben ik ook met het laatste com promis niet gelukkig. Maar je moet je rich ten op het maximaal haalbare. Wat mij be treft zou men heel simpel de kerk de kerk moeten laten, dan moeten we akoestisch en theatraal maar met iets minder genoe gen nemen. Het theater is verdorie be stemd voor kleinschalige experimentele- en amateurvoorstellingen.' Zoals we in de aanhef van dit artikel al schreven is er nu overigens een kans, dat de kerk een meer algemeen culturele functie krijgt, die een minder zware wissel zal trekken op de monumentaliteit van het gebouw. Voor Pe ter Karstkarel een verheugende ontwikke ling. Plattegrond inbouwplan tweede verdieping. rrm crxxxxr. n rx i n 'i "i n Het D.B. van de Bond Heemschut heeft in zijn vergadering van 14 februari drs. H. C. Franssen te Amsterdam benoemd tot re dacteur van Heemschut als opvolger van R. Dinger. De heer Franssen is werkzaam in de journalistiek en al enkele jaren me dewerker van ons blad. Het oudste deel van de Westerkerk stamt uit het begin van de zestiende eeuw. Het was de kapel van een kloos tercomplex, dat later gebruikt ging worden als een kleine kerk, met een breedte van slechts tien meter. Toen er klachten kwamen over de beperkte ruimte in de kerkgebouwen in Leeu warden besloot men de kerk te vergro ten. Er was voldoende ruimte voor, want aan de noordzijde lag een flinke tuin. Aldus werd in 1681 het gebouw uitgebreid met een tweede schip, dat zelfs iets breder (11 meter) dan de oude kapel zou worden. In 1684 was het werk klaar. In 1845 vond wederom een ingrijpende verbouwing plaats waarbij de kerk het huidige aanzien kreeg. Stadsbouw meester Thomas Romein tekende voor het werk. Het resultaat is nog steeds te zien en je kunt ervan beweren dat het 'merkwaardig'is. Merkwaardig van wege de discrepantie tussen in- en ex terieur. Het exterieur is er namelijk be paald niet op vooruit gegaan. Er kwam een nieuwe kap en de gevel werd be pleisterd, wat het historische karakter geen goed deed. Voor het interieur geldt echter een heel ander verhaal. In een artikel in het blad Boudi (dec. 1987) noemt Peter Karstkarel het 'buitenge woon fraai.' Citaat: 'Romein heeft de herinrichting niet al leen met gevoel voor evenwicht ge daan, maar alles ook van een welover wogen vormgeving voorzien. De kan sel, daterend uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw, is op een base ment geplaatst en van een nieuwe trap voorzien met een leuning met getorste ballusters. De kraak of galerij wordt gedragen door een reeks van houten zuiltjes van zeer decoratief ka rakter. Volutenparen boven de kapite len dragen kroonlijst en fries waarvan de laatstgenoemde lijst loofwerk-ver siering in basreliëf kreeg. In de borst wering van de galerij is recht tegen over de kansel een uurwerk geplaatst. De panelen van deze balustrade zijn aan de lange zijde voorzien van snij werk, dat afkomstig is van de in 1845 verwijderde gestoelten uit het einde van de 17e eeuw. Onder de galerij is het muurwerk over de volle breedte en hoogte van een lambrizering voorzien. De panelen tegen de zuidelijke wand kregen eveneens snijwerk. Het snij werk van de laat-zeventiende eeuwse overwegend in de Toscetanse orde vormgegeven kraken (tribunes) is in de Westerkerk hergebruikt en thans terug te vinden in de centrale partijen van de borstwering van de galerij Tussen het oudste en het nieuwere schip waren uiteraard ondersteuningen aangebracht. Ze bepaalden sinds het eind van de zeventiende eeuw de ruim tegeleding: twee halfzuilen tegen de wanden en vier kolommen. Romein voorzag ze van grote, uitbundig gede tailleerde Korinthische kapitelen. Heemschut, maart-april 1989 31

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 31