Anton de Zwaan: een geestdriftig monumentenbeschermer ROBLUREMAN In het Burgerziekenhuis in Amsterdam overleed op 13 januari op 75-jarige leeftijd Johan- nes Antonie de Zwaan, die zeer veel voor Heemschut heeft betekend. Laatstelijk was hij Ud van de provinciale commissie Gelderland, van 1972 tot 1977 gedelegeerde van het bestuur en van 1963 tot 1972penningmeester. In mei 1977 eerde de bond hem met de Ton Koot-penning. Europese waardering viel hem vorig jaar september in Heidelberg ten deel bij zijn afscheid van Europa Nostra. De Zwaan vertegenwoordigde Heemschut in deze overkoepelende monumentenorganisatie sinds de oprichting ervan in 1963. Anton de Zwaan, die op 10 mei 1913 in het Overijsselse Hengelo werd geboren, was het voorbeeld van de particuliere monu mentenbeschermer, die door zijn geest drift, volharding en zijn gevoel voor humor er altijd weer in slaagde anderen enthou siast te krijgen als de nood aan de man was. Waar hij trouwens de tijd vandaan haalde begreep niemand, want hij had ook nog een ontzettend drukke werkkring. Maar niet alleen voor het bouwkundig erf goed zette De Zwaan zich in, ook de be scherming van natuur en landschap vond in hem al vroeg een warm pleitbezorger. Als jochie van vijftien zorgde hij in zijn toenmalige woonplaats Almelo voor op schudding door in reuze letters op een ka demuur 'Weg met de stank" te schilderen als protest tegen de afvallozingen van een textielfabriek in de Loo Lee. In datzelfde Almelo redde hij in bezettingstijd tientallen Joodse onderduikers het leven. Ze kregen onderdak bij bevriende boeren of een schuilplaats in het accountantskantoor van zijn vader, dat recht tegenover het poli tiebureau lag. Overdag moest er worden geslapen om niet op te vallen, 's nachts werd er geleefd en vooral veel gekaart (bridge) om de tijd te doden. En dat gedu rende vele jaren. De naar De Zwaan vernoemde molen De Zwaan in Ouderkerk aan de Amstel, die door hem van de ondergang werd gered. Voor zijn verzetsdaden en zijn hulp aan onderduikers werd De Zwaan na de oor log drie keer onderscheiden. Minstens zo trots was hij echter op twee elfsteden- kruisjes. Het uitrijden van de tocht, in 1941 en 1942 op eenvoudige Friese doorlopers, beschouwde hij als een overwinning op zichzelf. Het tekende zijn vastberadenheid en doorzettingsvermogen, eigenschappen die hem later in de strijd tot behoud van monumenten opnieuw van nut zouden zijn. De Zwaan maakte voor het eerst naam in de monumentenwereld in 1948. Als één van de eerste particulieren in Nederland begon hij zich in te zetten voor behoud en restauratie van molens. Aanleiding hiertoe was de ruïneuze staat van de molen in Ou derkerk aan de Amstel die zijn fami lienaam draagt. In het dorp werd hij voor gek verklaard, maar met behulp van toen malig burgemeester mr. F.J.J.M. Boelens van Ouder Amstel en de Amsterdamse ad vocaat mr. Korthals Altes wist De Zwaan het 17e eeuwse monument van de onder gang te redden en in oude luister te her stellen. Met dezelfde energie als bij de redding van De Zwaan zete hij zich aan de restaura tie van de 18e eeuwse watermolen met mulderhuis op zijn privé-buiten in Quer- rien in Bretagne. Samen met de dorpsmet selaar, de dorpstimmerman en vooral zijn tweede echtgenote Christien Zwanenburg wist De Zwaan deze monumenten, die ver vallen waren tot ruïnes, hun oude glorie te hergeven. Door zijn werk in die naoor logse jaren, als zakelijk mede-vennoot van Marten Toonder-studio's, reisde hij kris kras door Europa, waarbij elk vrij uurtje werd benut om uitstapjes te maken naar cultuurhistorische plaatsen. De toen opge dane kennis zou hem later bij Europa Nos tra zeer van pas komen. In die tijd begon hij ook te bouwen aan zijn later zo ver maarde verzameling boerenantiek. Toen nog verguisd, maar De Zwaan en Christien zagen het als cultuurgoed met een kleine 'c', de erkenning van het werk van de kleine ambachtsman. Reorganisatie Heemschut Zijn verdiensten voor Heemschut liggen met name in de jaren zestig en zeventig. Tijdens de uitvaartdienst in Winterswijk herinnerde mr. W.W. Hopperus Buma (lid dagelijks bestuur, voorzitter prov.cie Gel derland) aan de reorganisatie die destijds onder leiding van De Zwaan werd doorge voerd. De Zwaan legde, samen met toen malig voorzitter Hoegen, de basis voor de huidige structuur met de provinciale com missies. Hiertoe moesten de commissies 'stad en dorp', waarvan de meeste waren ingedut, grondig op de helling. De Zwaan reisde stad en land af of de zaak op poten te zetten. 'Die reorganisatie is hem niet al tijd in dank afgenomen', aldus Buma tij dens de uitvaartdienst, 'maar mede daar door is Heemschut geworden tot wat het nu is.' De erkenning voor zijn werk voor Heemschut kwam in mei 1977, toen vice- voorzitter mr. Roelse naar de Winters- wijkse buurtschap Woold reisde om de Ton Koot-penning uit te reiken op de boer derij De Stroetekamer, die De Zwaan schit terend had laten restaureren. Voorzitter Freiherr von Landsberg-Ve len van het IBI (de Internationale Kastelen stichting) schetste, tijdens de uitvaart dienst, De Zwaans tomeloze energie tot behoud van het bouwkundig erfgoed in Europa. In het bijzonder zijn werkzaamhe den voor Europa Nostra, de federatie van monumentenverenigingen in 22 Europese landen. Anton de Zwaan, die stierf aan de gevol gen van een hersenbloeding die hem be gin november trof, was niet uit op eigen succes. Bescheiden als hij was regelde hij veel op de achtergrond. Dat zijn wankeler wor dende gezondheid in zijn laatste levensja ren nooit zijn enthousiasme voor cultuur historische zaken wist te doven bleek uit de vergelijking die een vriend maakte op de begrafenis. 'Anton was als een kaars die aan twee kanten opbrandde.' 28 Heemschut, maart-april 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 28