Voormalige kweekschool begint aan tweede jeugd LEO VAN DER MEULE Voorgevel van de oude Bisschoppelijke Kweekschool (foto Leo van der Meule). Begin februari.een lentedag in de winter. Heemschut gaat naar Beverwijk om zich op de hoogte te stellen van de gang van zaken rond behoud, renovatie en hergebruik van de vroegere Bisschoppelijke Kweekschool aan de Baanstraat in Beverwijk. Beverwijk...?? Staat daar iets wat de moeite waard is? Onbekend maakt onbemind, dat bleek maar weer eens. Vanuit het station wordt het oog direct ge troffen door een schitterend landhuis, met hoge gemetselde schoorstenen en majes tueuze bomen op de achtergrond. In het centrum een paar levendige winkelstraten en dan de Baanstraat1 Doorlopend krijgen we eerst het torentje boven de middenri- saliet, later het gehele gebouw, in het oog. Sommige ramen staan open, het werk is nog in volle gang. We horen boor- en schuurmachines, daarbovenuit Hilversum 3 begeleid door een opgewekte bouwvak- kersgalm. We houden even in voor het ge bouw en laten de voorgevel op ons inwer ken. In al zijn eenvoud maakt het gebouw zeker indruk, dat moet in het bouwjaar 1906 nog veel sterker geweest zijn, Bever wijk was toen nagenoeg een plattelands gemeente en grootschalig bouwen was daar toen sowieso nog een zeldzaamheid. Architect Moolenschot ging uit van de gulden snede bij de maatbepalingen voor de uiteindelijke plattegrond. Hij was spaarzaam met versieringen en schiep een duidelijk maar nergens geforceerd aan doend symmetrisch gebouw. (Zie platte grond) We gaan naar binnen, overal wordt nog gewerkt, er hangt een geur van vers verwerkt hout en net opgebrachte verf, stof zweeft in een baan licht, zaagsel stuift op voor onze voeten. Glimlachend denken we aan een oude vermaning, gericht tot de kwekelingen: 'spannen en morsen met wa ter moet overal zorgvuldig worden verme den', 'schoenen mag je niet poetsen op je Zicht op nieuwe woning vanuit een voormalig boogvenster (foto Leo van der Meule). kamertje... ook in de poetshal moet men voorzichtig zijn nergens schoencrème aan te smeren' en als laatste de allermooiste 'Het is streng verboden ergens een spij kertje of zoiets in te slaan. Dat mag alleen de overheid.' Gelukkig dachten een aantal Beverwij- kers en architect ir. E.J. Hoogenberk daar anders over, zo vertelt ons de heer Honig projectleider in dienst van aannemings- maatschappij Konst en Van Polen B. V. en belast met de supervisie over dit werk. We spreken met hem in een van de toekom stige woningen. De grote klaslokalen, ter breedte van vier ramen, zijn opgedeeld in twee woningen, de kleinere, drie ramen beslaand, werden tot een woning omge bouwd. Binnenkomend door de eigen voordeur, gelegen aan de centrale school- gang, hebben we aan onze linkerzijde het z.g. natte blok (w.c., douche, keuken), het eigenlijke woongedeelte ligt iets verhoogd aan de buitenmuur en vandaar gaat weer een trap naar de vide, boven de natte cel gesitueerd, die in de meeste gevallen als slaapruimte benut zal gaan worden. Deze inrichting heeft voor de toekom stige, veelal jeugdige, bewoners een aan tal voordelen: de natte cel loopt niet over in de huiskamer, m.a.w. je staat niet in je woonruimte achter de potten en pannen maar een gezellig gesprek blijft mogelijk. Zaten in het schoolgebouw de ramen hoog - leerlingen werden geacht op te letten en niet naar buiten te kijken - door verhoging van de huiskamervloer heeft deze kamer met zijn lage ramen meer het karakter van een tuinkamer of serre gekregen, en als laatste maar zeker niet geringste voordeel mag het realiseren van drie niveaus in een woning gelden: hierdoor wordt de indruk in een 'oud' huis te wonen nog versterkt. Het voordeel van dit soort woningen is dat ze zich merkwaardig soepel met allerlei soorten interieurs versmelten. Antiek, hy pereigentijds design, kraakwagen of luxe het past er allemaal moeiteloos in. Gestreefd werd naar een gemiddelde vloeroppervlakte per woning van 50 vierkante meter, zoals gezegd een eigen voordeur, c.v., gas- water- en electra-aan- sluiting. Andere projecten Het inbouwen van woningen in de verlaten kweekschool is niet het eerste project waarbij de firma Konst en Van Polen be trokken is. Eerder werkte men bijvoor beeld aan de restauratie en herinrichting van het Koetshuis (8 woningen) en de Grote Kerk, (32 woningen) beide te Hoorn en het Poortgebouw van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam (33 woningen). De fikse verschillen tussen de diverse aan- neemsommen werden bepaald door het feit of fiet woningwet- dan wel vrije sec torwoningen betrof. Het bedrijf houdt zich verder bezig met nieuwbouw, woningen en utiliteitswerken en restauratie en reno vatie zonder meer. Men heeft aan het project in Beverwijk met gemiddeld tien man vanaf 9 januari 1988 gewerkt en hoopt het in maart van dit jaar op te leveren. In de voormalige kweekschool zullen dan 55 woningen ge bouwd zijn, niet één woning is helemaal hetzelfde, inpassen betekent immers niet zelden aanpassen en uiteindelijk had dan het oude gebouw het laatste woord. De totale kosten belopen een kleine drie miljoen, per woning dus zo'n 54.000,-. Indien het gebouw gesloopt zou zijn en men vervolgens 55 nieuwbouw-wo- ningen neergezet zou hebben was Bever wijk niet alleen 55 veel duurdere, en dus moeilijker verhuurbare, woningen rijker maar tevens een karakteristiek staaltje vroeg 20ste-eeuwse bouwkunst armer ge weest. Een van de mensen die dit van den be ginne af door had was architect dr. ir. E. J. Hoogenberk. De heer Hoogenberk had zijn sporen op het gebied van renovatie en hergebruik o.a. al verdiend bij de verbou- wing van paviljoen Marie-Louise van de Boldershof te Druten en het v.m. Clara- 26 Heemschut, maart-april 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 26