fi
m fi
A
's-Hertogenbosch
Ir. H. W. Boekwijtbouwhistoricus in dienst
van Den Bosch, vertelde na de koffie over
de situatie in de Brabantse hoofdstad.
Twee bouwhistorici, een stadsarcheoloog
en een assistent-archeoloog ressorteren
onder de sector Ruimtelijke Planning. Het
bureau is ondergebracht in de voormalige
St. Jacobskerk, het oude museum. Zij be
schikken daar over expositieruimte
(woensdag open) waar regelmatig vond
sten getoond worden. Per jaar verrichten
ze naast een aantal langlopende, grote on
derzoeken, een dertigtal kleinere, waar
van een summiere rapportage wordt ge
maakt. Voor uitwerking van gegevens is
helaas weinig tijd.1 In samenwerking met
de Stichting Heemkunde is onlangs naar
voorbeeld van Utrecht een Bouwhistori
sche en archeologische Kroniek uitge
bracht. Helaas zijn er onvoldoende finan
ciële middelen om dit jaarlijks te doen,
maar een begin is er. In Den Bosch is men
zeer actief. Onlangs werd er een spreek
uur ingesteld en ook is men op educatief
terrein bezig; in samenwerking met de
RDMZ werd er een lesprogramma samen
gesteld voor de plaatselijke MTS en ook
leidt men vrijwilligers op, die de bouwhis
torici de helpende hand kunnen bieden.
Muurwerkarcheologie
De heer B. J. M. Jüück (gem. Monumenten
zorg Utrecht) hield een betoog over muur
werkarcheologie. Vooral achtergevels (in
steden) zijn voor dergelijk onderzoek inte
ressante objecten, omdat deze veelal voor
het oog verborgen blijven en er derhalve
weinig aan veranderd is. Hij toonde muren
met vogelnestkasten (broedplaatsen voor
vogels, ten behoeve van de vleespot; 'de
vroegste vorm van uit de muur eten'aldus
Klück) en diverse steensoorten en metsel-
verbanden. Als bioloog is hij met name ge
specialiseerd in verschillende korstmos
sen, dood of levend, waaruit hij allerlei
conclusies weet te trekken. Later in de
wandelgangen hoorde ik iemand fluiste
ren: 'Die Klück kan een dag met twee ste
nen zoet zijn'. Een ware specialist, die een
interessant betoog hield.
De heer H. Janse (Rijksdienst Monumen
tenzorg) probeerde in een tijdsbestek van
een half uur de bouwhistoricus op een aan
tal zaken te wijzen met betrekking tot hout
constructies; een onmogelijke opgaaf. Aan
de hand van een groot aantal dia's wees hij
op specifieke kenmerken van kapcon
structies. Onder andere van de reusach
tige, unieke kap van de onlangs gesloopte
Keppelse ijzergieterij uit 1840.
Dendrochronologie
Ing. D. J. de Vries sprak nogmaals, nu over
dendrochronologie. Deze wetenschap
houdt in dat men aan de hand van jaarrin
gen bijna exact kan dateren, zij het dat dit
een tijdrovende en zeer kostbare aangele
genheid is. De torenkap van de Dom van
Utrecht bijvoorbeeld werd zo bestudeerd
en bleek uit 1384 te zijn. In Twente is men
op dit terrein met een grootscheeps on
derzoek bezig. De dikte van de jaarring
wordt bepaald door de bodemgesteldheid
en klimatologische omstandigheden (in
Nederland zijn door de vochtige grond de
jaarringen bijvoorbeeld dikker dan in
Duitsland), waarbij toepassing op eiken
hout het meeste succes oogst. In Duitsland
is men al jaren met dergelijk onderzoek
bezig; in Nederland sedert 1982.
Standaardcurve
De methode werkt als volgt: men neemt
een monster van een stuk hout en telt de
jaarringen, welke in een curve worden ge-
E
Oude Gracht 151. Aangevulde
reconstructietekeningen van
de voorgevels omstreeks 1300,
(links) en omstreeks 1800
(rechts) (tekening
Jan van der
Hoeve).
zet die wordt gerelateerd aan bestaande
standaardcurves. Met behulp van de com
puter heeft men een aantal regionaal ge
bonden standaardcurven samengesteld.
Deze gaan zelfs terug tot 2 a 3.000 jaar voor
Christus (de zogenaamde Westduitse Stan
daardcurve). Deze Standaardcurve kan
voor oostelijk Nederland gebruikt worden,
waar eikehout langer in de bouw werd
toegepast. Deze methode is echter enorm
kostbaar en wordt dan ook alleen bij
bouwwerken van grote betekenis toege
past. Ook moet rekening worden gehou
den met het feit dat slechts 50% van de
toepassingen succes hebben! In Neder
land wordt het aantal regionale curves
steeds verder uitgebreid. De Rijksdienst
heeft voor dergelijk onderzoek momenteel
10.000 gulden per jaar beschikbaar.
Tenslotte sprak drs. A. F. E. Kipp van
Monumentenzorg Utrecht over zijn onder
zoek van Huis Leeuwenberch aan de Oude
Gracht 307, Utrecht. Een huis met een
ogenschijnlijk gewone 19e eeuwse lijstge-
vel, echter met een lange interessante
bouwgeschiedenis. Er werd bijvoorbeeld
met dendrochronologisch onderzoek uit
gewezen dat de kap uit 1315 dateert. Tij
dens deze voordracht werd wederom dui
delijk hoe verrassend, leerzaam en be
langrijk bouwhistorisch onderzoek kan
zijn.
Voor verslaggeving van bouwhistorisch
onderzoek in Utrecht verwijs ik naar de
uitermate zorgvuldige en gedetailleerde
archeologische en bouwhistorische kro
niek van de gemeente Utrecht
Een uiterst leerzame studiedag. Op di
verse terreinen blijkt indrukwekkend on
derzoek verricht te worden. Het is nu ech
ter nog zaak dat er een landelijke data
bank met een register van verwijzingen
opgericht wordt, waardoor resultaten van
archeologisch en bouwhistorisch onder
zoek intensiever benut kunnen worden. In
ieder geval is op dit gebied stof genoeg
voor nog vele symposia.
noot 1
Voor de resultaten van bouwhistorisch on
derzoek in Den Bosch verwijs ik naar het
onlangs verschenen artikel van
J. W. G. Mfmerin het KNOB-bulletin, 1988,
no 5, p. 200 e.v. Hierin wordt verslag ge
daan over 15e eeuwse schüderingen in het
voormalige St. Geertruidenklooster in Den
Bosch,
noot 2
Onlangs verscheen de kroniek over het
jaar 1987. Hierin wordt verslag gedaan van
onderzoeken en vorderingen op het ge
bied van de archeologie en bouwhistorie,
aangevuld met tekeningen, foto's en platte
gronden. De Kroniek wordt uitgegeven in
samenwerking met de Vereniging Oud
Utrecht, de gemeente, de STABU Stichting
Archeologie en Bouwhistorie) van de Stad
Utrecht) en Broese Kemink.
Lidmaatschap STABU minimaal 50,- per
jaar, over te maken op rek. 69.96.60.874 ten
name van STABU bij Crediet- en Effecten-
bank te Utrecht. (De Kroniek verschijnt te
vens als aflevering van het Maandblad
Oud-Utrecht, 61 (1988) afl. 12.).
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit
het maandblad 'Oud-Utrecht'van decem
ber 1988.
Heemschut, maart-april 1989
15