robuuste, eiken moer- en kinderbintcon-
structies.
Legpuzzle
De vele bouwsporen maakten Van Rijn al
snel duidelijk dat de poortwoning erg oud
is en veel verbouwingen heeft meege
maakt. Hoewel jaartallen uit archieven en
literatuur ontbreken, kan hij zich na drie
jaar wel een beeld vormen van de bouw
geschiedenis. In zijn huidige vorm bestaat
het gebouw zeker uit drie gedeelten, van
drie bouwperioden: een middeleeuwse
kern met een verlenging uit de 16e of 17e
eeuw en een zijdelingse aanbouw, waar
schijnlijk uit het begin van de 18e eeuw.
Het poortgebouw zal in het begin van de
18e eeuw al gebouwd zijn als woonhuis. In
1818 overleefde het gebouw de sloop van
het kasteel omdat het als predikantswo
ning in gebruik was.
Vraagtekens blijven er nog genoeg
over, maar dankzij veel geduld kon Van
Rijn toch enkele stukjes uit de historische
legpuzzle in elkaar passen. Door te kijken
naar versieringen en details groeide zijn
visie op het oorspronkelijke gebruik van
de verschillende ruimten. In de legpuzzle
passen ook restanten van borduurwerk,
naalden en een oude schaar, munten en
Van Rijn toont het eiken sleutelstuk, dat hij
naar het bestaande voorbeeld maakte (foto
Abele Reitsma).
vaatwerk, gevonden onder een zit-ven-
sterbank. In één van de kamers vond hij
bijzondere kleurnuances op de binnen
zijde van de glasroeden. De roeden waren
aan de oost- en westzijde van de ruimte
aangepast aan de kleur van de opko
mende en de ondergaande zon!
Van Rijn besteedt veel aandacht aan
kleurgebruik. Hij vertelt dat de kleuraf-
werking van de kozijnen vroeger door sta-
tusoverwegingen werd ingegeven. 'De
roeden waren donkergroen, dan viel de
verdeling van het glas niet zo op. Hoe
meer ramen, hoe meer welstand.' Kleine
ruitjes genoten geen aanzien.
Hergebruikt bouwmateriaal
Van Rijn laat de gevonden bouwsporen na
de restauratie zoveel mogelijk in het zicht.
Het pleisterwerk op een van de buitenge
vels laat hij gewoon zitten, evenals het
middeleeuwse pleisterwerk binnen.
Nieuwe binnenwanden plaatst hij bij voor
keur op plekken waar hij sporen vond van
een verdwenen wand. Nieuwe onderdelen
maakt hij naar het voorbeeld van nog be
staande elementen. Zo dient een vroeg
18e-eeuws slot als voorbeeld voor de
Op sommige plekken komt het gekleurde
pleisterwerk onder de grijze verflaag tevoor
schijn (foto Abele Reitsma).
vormgeving van de nieuwe sloten, die in
èen 'iets modernere versie' bijgemaakt
worden door een ambachtelijke smid. Ei
ken sleutelstukken maakt Van Rijn naar
het voorbeeld van de nog aanwezige
exemplaren.
Opvallend is het gebruik van tweede
hands bouwmateriaal, zoals oude deuren.
'Zo ging dat vroeger ook,' zegt Van Rijn
Hij moet niets hebben van een 'Eftelingstijl'
of 'Anton Pieckstijl' in de restauratie. Aan
vankelijke invloeden hiervan heeft hij uit
gebannen.
Als het over metselen gaat zegt Van Rijn:
'Ik heb twee linkerhanden'. Toch is hij een
toegewijd vakman met een uitgesproken
visie op restaureren. Hij is professioneel
restaurateur van schilderingen, gespeciali
seerd in schilderingen uit de Middeleeu
wen. Jarenlang werkte hij mee aan de res
tauratie van de St. Janskathedraal in 's-Her-
togenbosch.
Van Rijn restaureert 'nu niet meer voor
de boterham, maar uit liefhebberij bij par
ticulieren'. Hij noemt zich nu kieskeuriger.
Hij vindt het een slechte tijd voor het be
roepsmatige restauratiewerk. 'Als je voor
een vast bedrag moet werken, is het altijd
te laag. Bij moderne restauratie is het plan
klaar voordat ze weten wat er is. Je bent in
de huidige tijd te veel gebonden aan tijd
en geld. Vondsten tijdens een restauratie
worden daarom vaak verzwegen, wegge
gooid of verstopt. Ze weten er gewoon
geen raad mee.'
Zijn eigen huis restaureert Van Rijn zon
der subsidie, om onafhankelijk te blijven.
Hij wil zich niet binden aan de wensen van
overheidsinstanties. Dat zou alleen maar
tot uniformiteit leiden, tot grijs geverfde
gevels bijvoorbeeld. 'Het is hier precies te
zien welke huizen met subsidie gerestau
reerd zijn, die hebben geen eigen karak
ter meer. Vroeger was Ravenstein kleur
rijk, ieder pand had zijn eigen karakter.'
Haast is taboe bij de restauratie van de
poortwoning. Van Rijn gunt zich alle tijd
om verantwoord te kunnen restaureren.
'Anders gaat het net als bij de tandarts: Je
kunt een slechte kies uithollen en hier en
daar een brug plaatsen, als de buitenkant
maar leuk en aardig blijft.' Maar Van Rijn is
dit niet gewend, voor hem telt elk detail.
'Hier is niets weggemoffeld, alles is in zijn
waarde gelaten, gerespecteerd. Dat is het
belangrijkste bij restauratie'.
Grijze gevel
De restauratie van een van de gevels
wordt straks nog een hele klus. Zo'n twin
tig jaar geleden is deze gevel namelijk
grijs geverfd met subsidie van het ge
meentebestuur. Van Rijn wil de grijze verf
laag weer verwijderen, zodat de oorspron
kelijke kleuren van het stucwerk weer in
het zicht komen: elkaar afwisselende hori
zontale rode en beige banden. Dit is het
enige onderdeel waarvoor hij subsidie wil
hebben. De grijze (kwarts-) verf is niet
eenvoudig te verwijderen. 'Hoe hebben ze
het kunnen doen,' zegt Van RijnChemi
sche afbijtmiddelen zijn niet geschikt.
Voorzichtig 'afpellen' is de enige mogelijk
heid om een gave gevel terug te krijgen.
De kosten hiervan zullen echter de
100.000,- wel overschrijden.
Instanties
De afgelopen jaren heeft Van Rijn veel
mensen over de vloer gehad in de Kasteel-
sepoort. De bezoekers die het gebouw
zien vinden alles prachtig. 'Het zijn alle
maal ja-knikkers,' zegt Van Rijn'Ze mo
gen best eens met kritiek komen, daar
leer je van, maar dat doen ze niet.' De op
stelling van allerlei instanties vindt Van
Rijn niet erg stimulerend. Niemand heeft
de vondsten nog gedocumenteerd. 'Ze ko
men alleen kijken, maar leggen niets vast'.
'Moet ik het dan allemaal zelf tekenen? Ik
heb al genoeg werk aan het huis'. Hij heeft
de indruk dat zijn pand niet urgent genoeg
is voor instanties. 'Als je met je handen
over elkaar gaat zitten en het dak boven je
hoofd laat instorten, dan ben je pas urgent'.
Educatief centrum
De restauratie van de Kasteelsepoort is bij
zonder tijdrovend. 'Het meeste werk zat in
het 18e eeuwse materiaal, het middel
eeuwse was nog heel goed,' zegt Van Rijn.
De afgelopen drie jaar is het oorspronke
lijke restauratieplan gaandeweg veran
derd, telkens aangepast aan de historische
vondsten.
Het einde van de grote klus komt
langzamerhand in zicht. Over enkele
maanden is tweederde deel van het ge
bouw klaar. Hier komen dan twee wonin
gen in. In het resterende gedeelte wil Van
Rijn een museum of educatief centrum on
derbrengen, om dit in eigen beheer te run
nen. De restauratie van deze ruimtes vergt
nog wel wat tijd.
De Kasteelsepoort in Ravenstein bewijst
nog eens dat een monument niet zomaar
een gebouw is. De poortwoning is een huis
vol verrassingen. De restaurateur/toekom
stige bewoner weet gelukkig wel met
deze verrassingen om te gaan. Hij wekt de
plezierige indruk van een musicus die de
kunst verstaat om een vrolijk deuntje te
spelen op een authentiek instrument.
met dank aan de heer J. Sluijters, archi
varis van het Land van Ravenstein.
Heemschut, maart-april 1989 13