Monumentale verrassings- tocht in Ravenstein ABELE REITSMA Geschiedenisboek Heemschut ging in het Noordbrabantse stadje Ravenstein op bezoek bij de enthousiaste eigenaar van een monumentale poortwoning, Helm van Rijn. Ruim drie jaar geleden kocht hij het pand als een bouwval, nadat hij kloostermoppen ontdekte in een muur, ergens boven in het pand. Al snel bleek de poortwoning meer geschiedenis te bevatten. De eigenaar restaureert het pand zelf in zijn vrije tijd. Hij doet dit zonder subsidie, maar wel met veel toewijding. Vestingstadje Een toevallige bezoeker loopt in Raven stein niet makkelijk aan de geschiedenis voorbij. Het oude vestingstadje (stadsrech ten 1380) heeft vanouds een fraaie ligging aan de Maas, in de nabijheid van talloze oude kerkdorpen. Als hoofdplaats van het Land van Ravenstein lag het stadje eeu wenlang aan dë^and van een Duitse en clave tussen Brabant en Gelderland. Pas sinds het jaar 1800, de tijd van de Bataafse Republiek, hoort de voprmalige heerlijk heid bij ons land. Hoewel de vestingwerken al in 1672 na een Franse inval definitief geslecht zijn, is een groot deel van de grachten nog aan wezig. Ook de restanten van de vesting wallen zijn nog goed herkenbaar, evenals de plek waar van 1360 tot 1818 het kasteel gestaan heeft. Twee van de drie poorten hebben de eeuwen getrotseerd. Een ste nen stellingmolen torent hoog boven de vesting uit. Karakteristiek is ook de koepel van de uit 1735 daterende Rooms-Katho- lieke kerk. Sommige bouwwerken ademen nog een oorspronkelijke Duitse sfeer. Sinds 1978 is de monumentele waarde van het oude Ravenstein erkend als beschermd stadsgezicht. Is het karakter van het stadje goed be waard gebleven, de karakteristieke lig ging aan de Maas is helaas ernstig ver stoord. Ravenstein ligt strak ingeklemd tussen de autosnelweg A 50 en de spoor lijn Nijmegen-'s-Hertogenbosch. Grote fa brieksgebouwen belemmeren het uitzicht van het stadje op de Maas. De omgeving is nu niet meer ondergeschikt aan de ves ting, integendeel. Helm van Rijn (36) is enthousiast over de geschiedenis van Ravenstein. Hij is sinds drie jaar eigenaar van een opvallend Ra- vensteins gebouw, de 'Kasteelsepoort'. Van Rijn: 'Het land van Ravenstein heeft een ontzettend rijke historie. De mensen konden hier vrij leven. Van wijd en zijd kwamen de mensen hier voor de kerken en scholen.' Sinds 1631 gold in het Land van Ravenstein vrijheid van godsdienst. Gebouwen zijn in Ravenstein belang rijke historische documenten, omdat het met de archieven slecht gesteld is. Een be langrijk deel van het archiefmateriaal, van ouds ondergebracht bij het Düsseldorfse Staatsarchief, is in maart 1945 vergaan. Een schip dat het materiaal in veiligheid moest brengen, zonk toen bij Hannover. Veel eerder, in 1606, gingen de toenmalige ar chieven al verloren bij een grote stads brand.* Maar gelukkig kan het stadje veel van zijn geschiedenis zelf nog vertellen. De Kasteelsepoort vanuit de stad gezien (foto Abele Reitsma). Poortwoning Helm van Rijn toont zich bijzonder geluk kig met het bezit van een belangrijk histo risch gebouw. De Kasteelse poort is een groot langwerpig woonhuis, met een een voudige doorgang, de oude poort. Een ANWB-bordje verzorgt de eerste kennis making. Het bordje vertelt, dat de poort oorspronkelijk de enige toegang was tot de burcht en onderdeel was van verdedi gingswerken uit 1522-1526. Het gebouw is een door het Rijk beschermd monument, officieel beschreven als een 18e eeuws woonhuis. Afgezien van de poort, die gro tendeels uit zeer oud metselwerk bestaat, wekt het uiterlijk inderdaad geen oude in druk. Alleen het hoge dak, het steilste in het dakenlandschap, kan een aanwijzing zijn voor de ouderdom die achter de ge vels verscholen gaat. Van Rijn laat graag anderen delen in het plezier van zijn historisch bezit. Tijdens een uitgebreide rondleiding door de poortwoning, kamer voor kamer, vertelt hij zijn verhaal. De rondleiding is een ontdek kingsreis vol verrassingen. Elk bouwspoor heeft zijn eigen verhaal. Eind 1985 kocht hij het gebouw, dat toen in een zeer slechte staat verkeerde. Het dak lekte; op een van de verdiepingen was een tweede dak aangebracht. Het eerste half jaar besteedde de nieuwe eige naar aan sloopwerkzaamheden. 'Toen is het gebouw ontmanteld'. Recente ingre pen, zoals wanden, stuclagen en betimme ringen, werden verwijderd. Moderniserin gen uit de jaren '60 en '70 waren erg slecht of bleken te strijden met de historische context. Het sloopwerk leverde talloze vondsten van bouwsporen op, zoals oude, dichtgezette muuropeningen voor ramen, deuren en lichtgaten. De meeste muur- doorbraken bracht Van Rijn steen voor steen weer terug. Hierbij kwam interes sant materiaal tevoorschijn: stukken (na- tuur)steen die in vorige eeuwen afgedankt waren, slechts goed om een gat te vullen. Van Rijn heeft alle gevonden afval-bouw- materialen bewaard. Deze stukken bewij zen weer hun dienst als puzzlestuk in de grote legpuzzle, die de bouwgeschiedenis van de poortwoning is. 'Het huis is eigenlijk één groot geschiede nisboek', toont Van Rijn aan. 'Het heeft meer aanknopingspunten met de ge schiedenis van Ravenstein dan alles wat er aan archiefmateriaal aanwezig is.' Zo lijkt een sleutelplaat in het huis sprekend op die van de kerkdeur van de 18e eeuwse RK-kerk. De bouw van de kerk was onge veer in dezelfde tijd als de verbouwing van het poortgebouw tot woonhuis. 'Waar schijnlijk is dit slot door dezelfde smid ge maakt.' De tocht door het gebouw leidt via veel omwegen naar een oude loze ruimte boven de straat-doorgang. Iets boven het poortgewelf is hier het begin van een ge metselde boog zichtbaar, die onderdeel moet zijn geweest van een vorige overwel ving van de poort. Resten uitgedroogde, dode korstmossen op de kloostermoppen geven aan dat deze muur ooit een buiten muur is geweest. De stenen zijn groot: 28,5 x 7,5 x 13 tot 15 cm, evenals op veel plek ken elders in deze (grote) muur. In het gedeelte bij de poort herinneren metselwerksporen, funderingsrestanten en een trede van een wenteltrap aan een voormalig stenen traptoren. Deze toren is ook zichtbaar op een oude prent van de burcht en zijn omgeving. Elders in het huis ontdekte Van Rijn een kelder met twee toegangen en stookplaatsen van enorme afmetingen. De talrijke ruimtes in de poortwoning hebben elegante, maar ook Het hoge dak is het oudste. Het geeft ook een ander soort metselwerk te zien (foto Abele Reitsma). 12 Heemschut, maart-april 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 12