Alleen de wind kost niets MOLENS RUTGERDINGER Vereniging 'De Hollandsche Molen' 65 jaar Dit jaar bestaat 'De Hollandsche Molen', de vereniging tot behoud van molens in Neder land, 65 jaar. Een klein groepje enthousiaste pioniers richtte de vereniging in 1923 op en nu telt de organisatie zo'n 7000 leden. Het achterhoedegevecht dat de vereniging leverde tegen de sloop en afbraak van molens is niet voor niets geleverd: molens zijn nu erkende monumenten en de neergang van het nationale molenbezitis vooral dankzij 'De Holland sche Molen' tot staan gebracht. Eind 1986 telde Nederland nog 1042 mo lens; een jaar later waren het er tien meer: 975 windmolens en 77 watermolens. Dit maakte de voorzitter van de vereniging 'De Hollandsche Molen', dr. ir. R. van de Waal, bekend tijdens de Algemene Ver gadering, die op 5 maart in Amsterdam werd gehouden. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog ging het molenbe stand hard achteruit. De kentering kwam pas in de jaren zeventig: het aantal bleef toen stabiel en sinds enkele jaren is er ein delijk weer van groei sprake, het afgelo pen jaar kwamen er zoals gezegd tien bij, waaronder de spiksplinternieuwe stan derdmolen De Put op het bolwerk bij de oude vestingwal in Leiden. Onder de andere negen die weer aan Neerlands molenbezit konden worden toe gevoegd waren de volgende vier stenen stellingmolens: De Windotterte IJsselstein, die al in 1918 werd onttakeld; Oog in 't Zeil te Cothen, onttakeld in 1936; De Hoopte Veen, onttakeld in 1978 en De Witte Molen te Nijmegen, gerestaureerd na de brand van 1981. Verder waren het De Vooruit gang, de beltkorenmolen te Oeffeit die in de jaren vijftig werd onttakeld. De Zwaluw, de koren-, pel- en houtzaagmolen te Birdaard, de paltrokmolen Mijn Genoegen in het Openluchtmuseum te Arnhem, de spinnékop met stelling in Koudum en de weidemolen van de Klikjespolder te Oost woud. Voorzitter Van de Waal, die ook binnen Heemschut als bestuurslid actief is, maakte gewag van het feit dat het ombui gen van de neergaande lijn in het molen bestand zeker niet in de laatste plaats is te danken aan het particulier initiatief. Het aantal locale en regionale molenorganisa ties is de laatste tien jaar gegroeid van vijf tig tot over de honderd. 'Wat dat betreft kan de particuliere molenwereld op een succesvolle decentralisatie wijzen,' vond hij. Minder tevreden is de heer De Waal over de decentralisatie van het monumen tenbeleid van de overheid. Een gemeente met veertig monumenten krijgt volgens hem gemiddeld per jaar één ton rijkssub sidie en dat terwijl een molenrestauratie al gauw een paar ton kost. Hij achtte het dan ook niet verwonderlijk dat de gezichtsbe palende kerk in het centrum van de ge meente voor restauratie prioriteit krijgt bo ven de molen in de polder. De uitvoering van de nieuwe rijkssubsi dieregeling stemt 'De Hollandsche Molen' evenmin weinig hoopvol. Een restaura tiesubsidie kan weliswaar voorgefinan cierd worden, maar dat biedt geen soulaas omdat de meeste moleneigenaren geen belastingfaciliteiten genieten. De vereni ging vreest dat de regeling een papieren rompslomp en een verdergaande bureau cratisering met zich meebrengt. 'Juist de molenwereld is gewend sober, snel en ef ficiënt te werken,' zei dr, ir. Van de Waal, 'maar de voorwaarden werken alleen maar vertragend en kostenverhogend. Nu al duren de uitbetalingen van onderhouds- subsidies veel te lang.' Het oude 'windrecht' 'De Hollandsche Molen' gaat het jubileum jaar in onder het motto: 'Alleen de wind kost niets'. Op talloze manieren wil de ver eniging het belang van molenbehoud on der de aandacht van het publiek brengen. Want: alleen door de steun van velen houdt Nederland zijn molens draaiend en 'een sterke vereniging 'De Hollandsche Molen' - ook de komende 65 jaar - is daar voor onontbeerlijk,' zei de heer Van de Waal. 'Alleen de wind kost niets'. Dat konden ze bepaald niet zeggen in de Middeleeu wen. Toen was de heersende koning of keizer oppermachtig. Niet alleen was hij de baas over al zijn onderdanen, maar ze ker ook over de winden die boven zijn land woeien. Hij kon niet letterlijk 'van de wind leven', maar zijn landsheren - graven en hertogen - dienden hem wel een 'wind recht' te betalen voor alle molens in het landsheerlijk gebied die gebruik maakten van 'zijn' wind. De landsheren op hun beurt waren gerechtigd 'windgeld' te vragen van de molenaars. Dat was uiteraard een ho ger bedrag dan zij aan de vorst moesten afdragen aan 'windrecht'. De molenaars kregen in ruil het zakelijk 'recht van wind vang", wat inhield dat er geen bomen mochten worden geplant op plaatsen waar ze de vrije toestroom van wind naar de molen konden belemmeren tot schade van molenaar, landsheer en vorst. Wind kostte toen geld en het was allemaal keurig gere geld. Deze oude rechtsregels bleven van kracht tot na de Franse Revolutie, maar nog jaren nadien zijn er processen ge voerd waarbij met name het 'recht van windvang' een rol speelde. Dit zakelijk recht werd opgevat als een vermogens- deel bij verkoop van eigendom. Maar dit alles ter zijde. Menig molenliefhebber zou bijna terugverlangen naar de tijden dat vrije toestroom van wind naar de molen nog een erkend recht was. 'De Roos' wordt opgeknapt Terug naar het heden, naar de jubilerende vereniging. Dit jaar nog hoopt 'De Holland sche Molen' een begin te maken met de restauratie van de stellingkorenmolen De Roos te Delft. Vier jaar staat hij nu zonder gevlucht. Het herstel kan na jaren van voorbereiding eindelijk een aanvang ne men. 'De Hollandsche Molen' wil De Roos rechtzetten eri weer geheel draaivaardig maken. Kosten: bijna één miljoen gulden. De vereniging ontvangt van vele kanten fi nanciële ondersteuning en heeft daarvoor grote erkentelijkheid. Ook in Delft wordt eens te meer bewezen dat 'juist een goede samenwerking van overheid ên particulier initiatief ons cultuurverleden een goede toekomst kan bieden,' zo zei de heer Van de Waal in zijn jaarrede in Amsterdam. Tijdens diverse evenementen kreeg het jubileum van de vereniging een extra ac cent. Dit jaar viel voor het eerst de Natio nale Molendag op zaterdag 14 mei niet sa men met de Landelijke Fietsdag. Dankzij de inzet en de steun van vele vrijwillige molenaars en alle molenorganisaties wa ren op deze Molendag honderden molens draaiend te zien. 'De Hollandsche Molen' liet de officiële start van de Molendag plaatsvinden in Haaksbergen, waar na een Tijdens de opening van de Oostendozper Watermolen te Haaksbergen (Ov.) op 14 mei werd ook het startsein voor Nationale Molendag 1988 gegeven (foto Leo Endedijk). Heemschut, juni 1988 7

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 7