Een monumentale
planningsfout in Drenthe
HERGEBRUIK
G. M. VAN KLEEF
Een kerkte koop in Zwartemeer
Aan de grens van ons land ligt het dorp Zwartemeer, een plaatsje met een veenkoloniale
oorsprong in het midden van de vorige eeuw. Het dankt zijn naam aan het drooggevallen
Zwarte Meer, dat zijn water door de aanleg van de kanalen voor de ontginning van het
hoogveen geheel verloor.
Als zoveel van de dorpen in de laatste veenkolonisatie van Nederland -het gaat hier om
de ontginning van het vroegere Bourtanger moeras - is aan de huidige ruimtelijke orde
ning de werkvolgorde bij de afgraving van het hoogveen af te lezen. De huidige bebou
wing is geconcentreerd langs de kanalen op de zandgronden die na de verwijdering van
het veenpakket overbleven.
Deze bebouwing werd voorafgegaan door een provisorische bebouwing op het hoog
veen, die uiteraard verdween als deze veenlaag aan verwijdering toe was ('aan snede'
was). Midden in een dergelijk bouwproces kwam de katholieke kerk van de H. Antonius
van Padua tot stand.
Als opvolger van een noodkerk werd tus
sen de toen aanwezige definitieve bebou
wing aan de kanalen in het noorden een
ruime kerk gerealiseerd.
Men had toen de gedachte dat de be
bouwing in het zuiden na de afgraving ook
definitief zou worden en de kerk midden
in het dan gevormde dorp zou komen te
staan. De tijd heeft echter anders geleerd.
Door de verminderde interesse in turfpro-
dukten is in diezelfde periode de ontwik
keling van Zwartemeer grotendeels beëin
digd en raakte het zuidelijk hoogveenge
bied geheel ontvolkt. De kerk kwam daar
door niet in het midden, maar aan de uiter
ste zuidelijke rand van het dorp te staan.
Het is daarom begrijpelijk dat, toen de
rijksoverheid dit met subsidie mogelijk
maakte, in de zestiger jaren werd gekozen
voor een nieuwe kerk op een veel noorde
lijker plaats. Sinds die tijd staat de kerk
leeg en vormt een bron van zorg voor de
achtereenvolgende eigenaren.
Een monumentale kerk
De uit Enschede afkomstige architect Joh.
Sluymer bouwde diverse kerken in het
oosten en noorden van ons land. Bekende
kerken van hem staan o.a. in Sneek en
Zwolle in een stijl, die volgens Catholica
('s-Gravenhage, 1955) verwant is met die
van Granpré Molière en Kropholler. Dit
geldt in mindere mate voor zijn uit 1921
daterende Antoniuskerk in Zwartemeer,
gebouwd door de gebroeders Koenders
te Enschede.
Observatie levert hier een wat geabstra
heerde neo-gothiek op met een overheer
sende centraalbouw, gerealiseerd onder
twee kruisende zadeldaken gedekt met
pannen.
De binnenzijde van de kerk bestaat voor
namelijk uit een imponerend koepelge
welf, bestaande uit vier gewelfvlakken in
het centrum en uitlopend in acht vlakken
aan de randen. De noord- en zuidzijden
worden gevormd door zeer korte transep
ten en de westzijde door een zangerstri
bune zonder orgel. Aan de oostzijde be
vindt zich het priesterkoor met twee zijka
pellen (er was uiteraard genoeg ruimte om
de kerk te oriënteren). Van het aanwezige
interieur zijn een zandstenen Maria-altaar
en een wat gehavend Jozefaltaar nog het
meest interessant. Hoewel dit niet is nage
gaan in het archief van de parochie, wijst
De RK Kerk van de Heilige Antonius van Padua in Zwartemeer
bestudering van het Jozefaltaar in de rich
ting van het atelier Cuypers Stoltzen-
berg, zodat het in elk geval veel ouder
moet zijn dan de kerk zelf.
De huidige onderhoudstoestand van het
casco van de kerk is nog steeds goed. Dit
kan echter niet worden gezegd van de
binnenkant van het gebouw. Twintig jaar
leegstand hebben hun sporen nagelaten
op het binnenschilderwerk.
De kerk in particulier eigendom
Nadat de parochie was verhuisd naar het
nieuwe gebouw, kwamen kerk en pastorie
leeg te staan. Alleen voor begrafenissen
op het nabijgelegen kerkhof werd de kerk
nog incidenteel gebruikt. Vanaf dat mo
ment ontstond dan ook de gebruikelijke
strijd tussen de kerkelijke en de burge-
lijke overheid over een nieuwe bestem
ming van het gebouw. Zo staat er in het
bestemmingsplan van de gemeente Em-
men vermeld dat het monumentale ge
bouw gehandhaafd dient te blijven van
wege zijn karakteristieke silhouet (zie
foto). Diezelfde gemeente weet echter
geen raad met de grote inhoud van deze
kerk. Ook een herbestemming als sociaal-
cultureel centrum is vanwege de excentri
sche ligging niet mogelijk. De parochie
kampte met dezelfde problemen, zodat
een particuliere koper als een oplossing
werd beschouwd. Via een goedwillende
tussenhandelaar leek deze te zijn gevon
den, tot op de dag van overdracht bleek
dat de potentiële koper niet voldoende
draagkrachtig was. Sinds dat tijdstip bezit
- vanwege de toen gekozen juridische
constructie - de betrokken tussenhande
laar en complete eigen kerk. In de daarop
volgende jaren lukte het wel om de pasto
rie te verkopen, maar voor de kerk werd
nooit een nieuwe eigenaar gevonden. Ook
een advertentie in de huizenbijlage van de
Telegraaf leverde niet het gewenste resul
taat op.
De huidige eigenaar zou echter nog
steeds de kerk graag op een goede ma
nier gebruikt zien. Via deze publicatie
roept hij daarom belangstellenden op een
nieuwe bestemming te vinden voor dit ge
bouw. Hij is bereid de kerk voor een be
drag van 65.000,- te verkopen aan de
gene die dit monumentale gebouw op een
goede wijze opnieuw kan gebruiken. Voor
dit bescheiden bedrag kan worden be
schikt over een góed onderhouden ge
bouw met een grote inhoud. De gemeente
Emmen is bereid om het betreffende be
stemmingsplan zodanig te wijzigen dat in
de kerk een atelier, een expositieruimte,
een kantoor of een combinatie van deze
bestemmingen met een woonhuis kan
worden ondergebracht.
Belangstellenden worden van harte uit
genodigd om contact op te nemen met de
auteur van dit artikel (tel. 05910-28487), die
hen de gegevens kan verstrekken over de
huidige eigenaar. Mogelijk kunt u dit arti
kel ook onder de aandacht brengen van
potentiële gebruikers. U helpt daarmee
aan het behoud van een monumentaal
pand in Zwartemeer!
G. M. van Kleef is hoofd van de afdeling
personeel en organisatie van de gemeente
Emmen en correspondent van het Cuypers
Genootschap voor Drenthe.
Heemschut, mei 1988
15