Openluchtmuseum Het Hoogeland levend stuk Wierdedozp O MUSEA R.WOBBER Was aan de lijn rr Dorpskroeg 'De Koboain het openluchtmuseum vóór de restauratie Twintig kilometer ten noorden van de stad Groningen ligt het dorp Wariium, hoofdplaats van de gelijknamige, meest noordelijk gelegen gemeente in Nederland, waartoe ook het eiland Rottumeroog behoort. Het dorp is gelegen op een terp, of in het Gronings gezegd, een wierde. Wierden zijn door mensen opgeworpen woonheuvels, bedoeld als bescherming tegen het zeewater. De periode waarin de wierden zijn gemaakt ligt tussen 600 vóór Chr. en 1000jaarna Chr. Middenin Warffum, dichtbij de kerk, hgt het openluchtmuseum Het Hoogeland, be staande uit 10 panden en 4 pandjes, alle gerestaureerd en de meeste museaal ingericht. Bijna 30 jaar geleden is het begonnen. In 1959 werd opgericht De Stichting Het Landbouwkundig, Oudheidkundig en Kunstminnend Museum 'Het Hoogeland'. De oprichters waren een notarisvrouw, een leraar, twee landbouwers, een smid en een P.T.T.-beambte. Reeds vóór 1959 leefde de gedachte een museum op te richten in Warffum, waar vanaf het begin van de vorige eeuw een behoorlijk cultureel klimaat heerste. Zo werd daar het initiatief tot de oprichting van Het Genootschap ter Bevordering Van Nijverheid geboren. (In 1837 te Onderden- dam opgericht). Het was de eerste boe renstandsorganisatie ter wereld. In 1868 werd de eerste plattelands-H.B.S. in Ne derland te Warffum gesticht. De aanleiding om een museum te begin nen was gelegen in de aanwezigheid van verzamelingen antiek en oudheidkundige bodemvondsten bij enkele bestuursleden die daarvoor een expositieruimte zochten, alsmede in het verlangen om monumentale en karakteristieke panden in de kom van het dorp te conserveren of voor afbraak te behoeden. In de statuten van het museum Het Hooge land, zoals de naam in de wandeling luidt, staat als doelstelling omschreven: 'De Stichting heeft tot doel het verzamelen en conserveren van gebouwen, voorwerpen en geschriften, welke een inzicht verschaf fen in de landelijke bouwkunst, de inte rieurkunst en de leefwijze van de vroegere bevolking, alsmede in de sociaal-culturele geschiedenis van de provincie Groningen, van de vroegste tijd tot heden'. Na 29 jaar noeste, voornamelijk vrijwil lige, arbeid, is van een gedeelte van het dorp Warffum een openluchtmuseum ge maakt dat, conform en statuten, een indruk geeft van de zogenaamde landelijke bouwkunst en de interieurkunst van de 'gewone bevolking' in vroeger tijd. Ook bezit het museum een belangrijke landbouwverzameling. Plaatselijk aanwezige gebouwen werden gerestaureerd en soms zelfs voor afbraak behoed. Andere gebouwen met monu mentale betekenis, die elders moesten verdwijnen, werden op het museumterrein weer opgebouwd op 'open plaatsen'. Ge werkt wordt met de eerste kadasterkaart uit 1832 en waar deze kaart bebouwing aangeeft wordt die weer opgevuld indien in het verleden afbraak is gepleegd. De uiteindelijke opzet van het museum bestuur werd om binnen vier straten een terrein in carré-vorm tot openluchtmu seum te maken, dat een integraal deel uit maakt van de dorpskern van Warffum. Niet een met hekken afgesloten duidelijk herkenbaar museum, maar een levend stuk dorp. Dit wordt onder andere bereikt door ver schillende panden binnen het complex door particulieren te laten bewonen, die ieder op hun eigen wijze hun erf en tuin aanleggen, beplanten en onderhouden en voor bedrijvigheid zorgen. De betreffende panden zijn deels museaal ingericht, deels bewoond. De bewoners passen op het ge hele gebouw, houden ook het museale ge deelte schoon en dragen zorg voor de kli maatbeheersing. Toen in een krant eens een artikel werd gewijd aan het dorp Warffum en aan het museum Het Hoogeland, viel in het stuk de term 'het onzichtbare museum'. En inder daad, daar waar de was aan de lijn wap pert, kinderen spelen en een poes in de vensterbank slaapt, vermoedt men in het algemeen geen museum. Ondanks het feit dat de restauratie van de voormalige openbare lagere school (het toekomstige Interieur van de dorpskroeg 26 Heemschut, maart-april 1988

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 26