Monumenteninventazisatie zonder monumenten n n f MONUMENTENINVENTARISATIE j KEES VAN DER PLOEG Vorig jaar is een begin gemaakt met het Monumenten Inventarisatie Project, in de wan deling kortweg MIP genoemd. Het gaat hierbij om de registratie per provincie van het architectonisch en stedebouwkundig waardevolle bezit uit de tijd 1850-1940, een periode die tot nu toe in de geschiedschrijving en de monumentenzorg betrekkelijk weinig aandacht heeft gekregen. Deels heeft dat te maken met de traditionele gefixeerdheid op de 'oudste' architectuur, waaronder gewoonlijk de tijd voor 1850 wordt verstaan, deels ook met de naar verhouding enorme hoeveelheid objecten die uit de tijd na 1850 be waard is gebleven, wat heel andere criteria bij registratie en vooral selectie noodzakelijk maakt. WSMtff Sluiscomplex te Musselkanaal (foto E. Degenhart Drenth, Stadskanaal) Waar bij wijze van spreken elk krot, ouder dan twee eeuwen, eenvoudig door zijn zeldzaamheidswaarde al gekoesterd wordt - al leert de praktijk dat zelfs wer kelijk waardevolle oude monumenten niet altijd veilig zijn - moet bij de jongere mo numenten heel anders te werk worden ge gaan: zo al èrgens, dan heeft het zeker daar geen zin om alles te willen behouden. Toch is de historisch gegroeide omgeving het décor, waartegen en waarin zich ons bestaan afspeelt, of het nu om het huis gaat, het groter verband van dorp en stad of het landschap. Bij alle snelle veranderin gen van de samenleving, moet onvermij delijk ook die omgeving mee veranderen, maar er is iets in ons dat zich daar vaak tegen verzet. Hoe anders we ook gaan le ven, we hechten ons aan de vertrouwde omgeving. Wanneer deze sneller veran dert dan we kunnen verwerken, raken we al gauw even ontheemd als die kat in een vreemd pakhuis. Dat is, afgezien van aller lei ideologisch gekleurde motieven, mis schien wel de meest fundamentele notie achter allerlei opvattingen en activiteiten, die gewoonlijk onder de noemer monu mentenzorg worden samengevat: de drang om vast te houden wat vertrouwd is. Zo gezien is de jongere architectuur die zo sterk het beeld van onze omgeving be paalt, van veel groter belang dan de zo veel schaarsere oudere gebouwen. Het ar gument van de schaarsheid telt op zichzelf nauwelijks voor de jonge bouwkunst, afge zien dan van een toplaag van kwalitatief zeer hoogstaande architectuur, erkende monumenten als de Van Nelle fabriek in Rotterdam of het Rietveldhuis in Utrecht. Herinrichting Wat te doen, als het gaat om een homo geen, historisch gegroeid beeld, waarbij bovendien landschap en bebouwing een samenhangend geheel vormen en monu menten van de eerste rang ontbreken? Dat is, kort samengevat, de problematiek die zich voordoet in het uitgestrekte gebied van het Oldambt, Westerwolde en de Gro ningse veenkoloniën. Het omvat het Gro ningse, dat wil zeggen het grootste deel van de gehele regio Oost-Groningen en Gronings-Drentse veenkoloniën, waarvoor een ingrijpend herinrichtingsprogramma in uitvoering is. Met dit plan hoopt men de stagnatie in de ontwikkeling van deze streek te door breken. Deze herinrichting gaat veel ver der dan de ruilverkavelingen die we uit het recente verleden kennen. Bij de herin richting, waarvan in Groningen en Drenthe sprake is, wordt de hele infrastructuur van het gebied grondig aangepast. Niet alleen het landschap zal daardoor zichtbaar ver anderen, maar mede door de karakteris tieke lintbebouwing in grote delen van het gebied zal op veel plaatsen ook het aan zicht van de gebouwde omgeving er an ders uit gaan zien. Bij de voorbereiding van de plannen heeft men zich dat terdege gerealiseerd. Daarom is in een vrij vroeg stadium beslo ten om voordat de plannen in uitvoering worden genomen per deelgebied een tweetal inventarisaties te laten uitvoeren om beter inzicht te krijgen in de historisch Arbeiderswoningen te Stadskanaal (foto E. Degenhart Drenth) 24 Heemschut, maart-april 1988

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 24