Een Veenkolonie in verandering VEENDAM HARM VAN DER VEEN Ruimbaan...! Daar komen de Veendammers aan. In 1594 ging de stad Groningen 'om'. De Spanjaarden gaven de zaak gewonnen, de stad werd voortaan bestuurd door Calvinisten. Vee! kloosterbezit werd stadsbezit. Daaronder uitgestrekte hoogvenen. De gevolgen waren groot. Het veen werd ontsloten. Compagnie- en brachten de turf aan snee. Dorpen als Oude en Nieuwe Pekela, Veendam en Wilder- vank, Hoogezand en Sappemeer ontstonden al in de zeventiende eeuw. Samen met een aantal kleinere veenkoloniën vormen zij de zogenaamde 'Oude' Groninger Veenkolo niën. Na de veenontgmningen kwam de landbouw tot ontwikkeling. De verbouw van aardappelen zou daarin een belangrijke rol spelen. Uit de turfvaart ontwikkelde zich een opmerkelijke zeevaart onder zeil. De industrialisatie voltrok zich naar Nederlandse nor- Het Oosterdiep in Veendam men vroeg. De gemeente Veendam ligt centraal in dit gebied. Behalve het kemdorp Veendam, maken ook Wildervank en kleinere veenkoloniën als Borgercompagnie, Ommelander- wijk en Zuidwending deel van deze gemeente uit. Wie op ontdekkingsreis gaat naar sporen van het verleden zoekt die in de eerste plaats in archief en museum. Maar min stens zo boeiend is het landschap als histo rische bron. De Groninger Veenkoloniën nemen daarbij een bijzondere plaats in. Land dat helemaal door de mens lijkt te zijn gemaakt. Recht toe, recht aan lopen de wegen. Rechtlijnig is de structuur van de dorpen. Alleen de Veendammers lijken een eigen variant bedacht te hebben. Bij hen duide lijk een dorpskern, waar die in andere Veenkoloniën ontbreekt. Een zandkop in het hart van de plaats en het systeem van twee kanalen schiepen de voorwaarden voor een centrum, dat in de loop van de negentiende eeuw gestalte kreeg. Het oudste monument, de 'Grote Kerk" van 1662, is op die zandkop gebouwd. Beide diepen, het Oosterdiep en het Westerdiep, werden op ongeveer een zelfde afstand hiervan gegraven. Nog bre ken geografen en archeologen zich het hoofd welke van beide nu het vergraven veenstroompje de Oude AE is. Want hoe rechtlijnig de 'Oude' Veenkoloniën zich ook presenteren, de diepen zijn in vele ge vallen bestaande riviertjes, die door de verveners zijn gekanaliseerd. Alleen in Oude Pekela is dat oude patroon in het PekelderDiep goed bewaard gebleven. Zo niet in Veendam. En dat lijkt haast sym bolisch voor de Veendammers van nu. Zij lijken niets liever te willen dan historische ontwikkelingen zelf ter hand te nemen. Wie daarom naar Veendam wil gaan om sporen van zijn geschiedenis in het dorps patroon waar te nemen, dient terstond te vertrekken. Reeds van verre waarschu wen kranen, betonmolens, bouwputten en gehelmde bouwvakkers dat het de hoog ste tijd is. Bouwen is breken. Met hakbijl en bulldozer baant Veendaam zich een weg naar de toekomst. Tijdsbeeld I Het moet in het midden van de jaren ze ventig zijn geweest, dat de Veendammer raad besloot zichzelf te tracteren op een uitstapje in de eigen gemeente. De rit be gon in Borgercompagnie. Een naargees tige regen deed de eigen dorpen niet op hun mooist uitkomen, maar in de ogen van de echte liefhebber is het Veenkoloniale landschap niet klein te krijgen. Wijds en leeg, met zicht van horizon tot horizon. Het diep was in het Veendammer gedeelte van dit langgerekte dorp juist gedempt. Met gepaste trots werd op de voordelen gewe zen. Geen ratten, geen stank, geen onkos ten aan walbeschoeiing, ideale ontsluitin gen voor aanwonenden. De historische structuur zou nochtans gehandhaafd blij ven. Waar eens het water stroomde, was een brede berm ontstaan, met iele boom pjes, mooi in het gelid. En wat was er nu veenkolonialer dan recht achter elkaar? De raadsleden in de bus boorden hun ogen door de nattigheid buiten en hoopten er het beste van. Glunderende gezichten even later. Het Veendammer recreatiepa radijs was bereikt: het Borgerswold. Een dorado in aanbouw. Een beetje heide, een beetje gazon, vijvers, die haast kleine me ren leken, volkstuinen, fietspaden, een kinderboerderij. Letterlijk hoogtepunt een heuveltje met bergfunctie. Een klein dakje op de top als berghotel. Welk dorp is zo groot in het kleine als Veendam? Lyrische gevoelens maakten zich van de bergbe klimmers meester. De tocht eindigde langs het Oosterdiep, dat in Veendam zowel 'droog' als 'nat' aan wezig is. Bij het gedempte deel werd ge wezen op de breedheid der autobanen en de properheid der huizen, die dank zij subsidiemogelijkheden welhaast tot een nieuw Veendam hadden geleid. Maar ook de zonderling, die aan een nat Oosterdiep de voorkeur gaf, werd tevreden gesteld. Afbrokkelende wallen zouden in staal worden gevat, waardoor het diep welis waar wat smaller zou worden, maar een j 20 Heemschut, maart-april 1988

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 20