Mey's Scheepvaarthuis terugkomen. Der
gelijke elementen zien we ook bij het Al
gemeen Handelsbladgebouw, maar die
zullen later in dit artikel besproken wor
den.
Aan het ontwerp voor het Scheepvaart
huis hebben tevens de Klerk en Kramer
meegewerkt, maar in hun eigen ontwer
pen zien we meer een voorkeur voor de
compacte massa en doorlopende gesloten
muren. Dit leidde uiteindelijk tot diverse
woningcomplexen in Amsterdam, waarvan
die aan het Spaamdammerplantsoen wel
tot een van de betere voorbeelden van
Amsterdamse School-architectuur gere
kend mag worden.
Drie belangrijke architecten dus, wier
architectonische vaardigheden op het bu
reau van Cuypers tot volle ontplooiing
konden komen. Invloed oefende Cuypers
ook uit door middel van zijn tijdschriften.
Zo richtte hij in 1903 'Het Huis' op en in
1913 Het Nederlandsch-Indische Huis,
Oud en Nieuw'. Deze fraai verzorgde uit
gaven bevatten voornamelijk artikelen
over architectuur en interieurs. Als offi
ciële ondertitel hadden deze tijdschriften
'Prentenboek Gewijd aan Huisinrichting,
Bouw- en Sierkunst'.
Kraakpand
Nadat het Algemeen Handelsblad in 1975
is verhuisd naar het onderkomen van de
Nieuwe Rotterdamsche Courant (fusiepart
ner), komt het gebouw van het Algemeen
Handelsblad leeg te staan. Het pand wordt
dan een interessant object voor speculan
ten. De Amsterdamse projectontwikkelaar
Jack van Zanten koopt het pand voor 2,2
miljoen gulden en verkoopt het kort
daarna met een winst van 7 ton aan pro
jectontwikkelaar WILMA. Deze wil het
pand slopen ten behoeve van nieuwbouw,
zoals kantoren, winkels en luxe apparte
menten.
Echter, voordat het zover komt trekken
in 1978 de eerste krakers het pand binnen
en binnen een paar dagen is het hele com
plex bezet. WILMA besluit vervolgens het
pand te verkopen, waarop de gemeente
voor het bedrag van 3,6 miljoen gulden,
eigenaar wordt van het Algemeen Han
delsbladgebouw. De gemeente zegt het
pand te willen verbouwen, waarbij de ge
vel gespaard zal blijven. De krakers stem
men in met het plan van de gemeente,
maar onder voorwaarde dat ze de indeling
en inrichting van het pand geheel zelf kun
nen bepalen. Hierop reageert de ge
meenteen het geheel niet en pas na jaren
lange stilte, legt de gemeente in 1985 ba
sisvoorzieningen aan, zoals gas en elektri
citeit.
In 1986 komt er weer wat schot in de
zaak en de gemeente besluit om HAT-een-
heden te bouwen in het pand. Als de kra
kers hiermee niet akkoord gaan, dan zou
het pand worden afgebroken.
Uiteindelijk zijn beide partijen kortgele
den tot overeenstemming gekomen en zal
men inderdaad overgaan tot de bouw van
HAT-eenheden in het pand. Een groot
deel van de grond waarop het gebouw
staat, zal teruggegeven worden aan de ge
meente, die het zal gaan verhuren aan
commerciële instellingen. Deze huurop
brengsten zullen voor een deel de kosten
kunnen dekken die de bouw van de HAT-
eenheden met zich meebrengt.
Opvallend is dat in deze periode van ge
sprekken tussen de gemeente en krakers,
de architectonische waarde van het pand
nauwelijks ter sprake is gekomen. De ar
gumenten van de krakers hadden voorna
melijk betrekking op het feit dat ze daar in
alle vrijheid met een groep mensen bij el
kaar konden wonen en dit niet wilden op
geven. De gemeente van haar kant heeft
herhaaldelijk met sloop gedreigd als de
krakers niet toestemden in de plannen
voor de bouw van HAT-eenheden in het
pand. Dit waren de enige plannen die de
gemeente financieel haalbaar achtte. Ner
gens dus een argument dat zou pleiten
voor het behoud van een architectonisch
waardevol pand.
Architectuur-historische waarde
Dat het pand wel degelijk architectuur-his
torische waarde bezit en dat het juist op
grond van dat feit behouden moet blijden,
zal ik nu trachten aan te tonen.
Het Algemeen Handelsbladgebouw is
kort na de eeuwwisseling (1902) gebouwd.
Na een periode van neostijlen3 was men
op zoek naar een nieuwe stijl. Een aantal
Nederlandse architecten, onder wie Ed.
Cuypers, voelt zich aangetrokken tot de
stijl waarin men in bijvoorbeeld België,
Frankrijk en Duitsland bouwt. In België en
Frankrijk noemt men deze stijl de 'Art Nou
veau'e n in Duitsland en Oostenrijk de 'Ju
gendstil'. Deze architectuur kenmerkt zich
met name door asymmetrische gevels, met
in de gevels decoraties die als het ware
stileringen van plant- en diermotieven vor
men. De ramen zijn doorgaans groot en
worden geheel opgenomen in de decora
tie van de gevel; de lijn is hierbij een be
langrijk onderdeel en meestal zijn deze
(gebogen) lijnen in zweepslagvorm.
In Nederland wordt deze 'Nieuwe Kunst'
doorgaans Jugendstil genoemd en Ed.
Cuypers is een van de Nederlandse archi
tecten die met deze nieuwe vormentaal
gaat werken.
Als we het gebouw van het Algemeen
Handelsblad eens nader gaan bekijken,
Recente foto van de ingang aan de Nieuwe-
zijds Voorburgwal
(foto Yvonne Schouten)
zien we heel wat van deze buitenlandse
invloeden, in met name de gevel, toege
past. De vormen zijn echter niet letterlijk
overgenomen van de buitenlandse Art
Nouveau, maar vertaald in een Neder
landse manier van bouwen. Alle zwierig
heid en overvloedige decoraties van bij
voorbeeld de Belgische Art Nouveau (zo
als van Victor Horta), zien we in de Neder
landse Jugendstil-architectuur op een ge
matigder wijze terugkomen. Zo ook bij het
Algemeen Handelsbladgebouw van Ed.
Cuypers.; de asymmetrie in de gevel en de
Jugendstildecoraties zijn duidelijk aanwe
zig, maar het geheel maakt zeker geen
overdadig gedecoreerde indruk. Het is
alsof de Art Nouveau-architectuur van
onze zuiderburen met een hollandse nuch
terheid wordt bekeken en vertaald is in
een Nederlandse wijze van bouwen.
Opvallende decoraties aan dit gebouw
zijn de gestileerde bloemmotieven op de
eerste verdieping en niet te vergeten de
decoraties in de twee gevelbeëindigingen
links en rechts. Deze laatste vormen echter
een verhaal apart, waar ik later op terug
zal komen. We gaan nu eerst kijken naar
wat het gebouw als voorbeeld van de Ne
derlandse Jugendstil-architectuur zo bij
zonder maakt. Ed. Cuypers heeft de gevel
van het Algemeen Handelsblad een zoge
naamde 'plastische werking' meegegeven.
Dit wil zeggen dat hij bepaalde delen van
de gevel (zoals het midden van de eerste
en tweede verdieping) naar voren laat ko
men en andere delen terug laat wijken. Er
ontstaat zo als het ware een soort bolling in
de gevel, die het gebouw heel expressief
maakt. Dat vloeiende en in elkaar overlo
pende vormen- en lijnenspel, wat ook wel
'organisch'wordt genoemd, wordt nog
duidelijker als we de toegang op de be
gane grond (rechts) bekijken.
Dit spelen met lijn, vorm en gevel is een,
voor Nederlandse begrippen, bijzondere
manier van bouwen. De Nederlandse Ju
gendstil-architectuur mist in het algemeen
het plastische effect, wat Cuypers hier in
zijn gevel wel heeft bereikt, en is door
gaans strak van vorm. Cuypers heeft hier
beide elementen op geslaagde wijze we
ten te combineren: het strakke in de op
bouw van de gevel en de plastische wer
king wat het zij-aanzicht van de gevel zo
boeiend maakt.
Kort samenvattend zouden we kunnen
zeggen dat het gebouw, deels vanwege
zijn plastische kenmerken, een belang
rijke plaats binnen de Nederlandse Ju
gendstil-architectuur inneemt. Niet minder
belangrijk, en al eerder in dit artikel aan
getoond, is de rol van Ed. Cuypers bij het
ontstaan van de Amsterdamse School ge
weest. Twee goede redenen om eens stil
te staan bij de waarde van dit pand voor
de Nederlandse architectuurgeschiedenis.
De decoraties en hun betekenis
Tot slot nog iets over de hiervoor ge
noemde decoraties in de linker en rechter
gevelbeëindiging. Waarschijnlijk zijn ze
welbewust gekozen, en waren zij bedoeld
om de filosofie van het Algemeen Handels
blad kenbaar te maken.
Linksboven in de gevelbeëindiging is
een afbeelding van een bootje met daarin
twee mannelijke figuren, te zien. Het boot
je vaart op zee hetgeen weergegeven
Heemschut, februari 1988 j
13