Gelderse Monumentenraad (weer) op eigen benen j MONUMENTENBELEID A. R. VERMEER EN M. J. POTHOF De Provinciale Gelderse Monumentenraad bestaat nog maar kort. Het besluit van Provinciale Staten van 25 maart van dit jaar maakte de formele oprichting mogelijk. Bij dat besluit werden de geldmiddelen gevoteerd, nodig voor het functioneren. De voorgeschiedenis echter is een lange. Al in 1902 kwam de Provinciale Archeologi sche Commissie tot stand. Deze strekte haar zorgen ook uit over de zorg voor monu menten. In de loop van de jaren werd dit deel van het werk dermate belangrijk dat het in 1937 werd verzelfstandigd. De toen opgerichte Monumentencommissie zou werkzaam zijn t.b.v. de bewaring of het herstel van gebouwen en voorwerpen van kunst- of historische waarde in de provincie Gelderland. Gedeputeerde Staten benoemden de leden, de Commissaris der Koningin kon berichtgevers benoemen, die, verspreid wonend over de provincie, de commissie konden informeren over alle feiten en ontvnkkelingen, die voor de monumentenzorg van belang konden zijn. De commissie was primair adviesorgaan voor het provinciaal bestuur, maar kon ook anderen van advies dienen. In het begin van de zeventiger jaren kwa men plaats en taak van de commissie op nieuw aan de orde. In het college van G.S. leefde de opvatting dat een reorganisatie, met het Overijsselse Oversticht als voor beeld, wenselijk was. In deze organisatie waren (en zijn) monumentenzorg en wel standstoezicht, zij het afzonderlijke com missies, ondergebracht. Het leek verstan dig de Gelderse Monumentencommissie als een min of meer zelfstandig instituut te integreren in de Vereniging het Gelders Genootschap (tot bevordering en instand houding van de schoonheid van stad en land). Deze organisatie had van oudsher ook monumentenzorg als doelstelling; naast de bestaande Welstandscommissie zou een Monumentencommissie gaan functioneren. In de zomer van 1975 kreeg dit plan vorm in een Statenbesluit. De Monumen tencommissie zou ook voortaan adviseur van het provinciaal bestuur zijn, verder voorlichting en documentatie verzorgen, aan geïnteresseerden inlichtingen geven e.d., maar bij de advisering aan gemeente besturen zou emaar worden gestreefd het advies over welstandsaspecten en dat over monumentenzorg zoveel mogelijk met elkaar in overeenstemming te bren gen. Naarmate het inzicht was gegroeid dat monumentenzorg meer is dan de zorg voor instandhouding en herstel van indivi duele gebouwen, maar zowel in stads- en dorpskernen als in buitengebieden een aspect is van het ruimtelijke ordeningsbe leid was ook de behoefte aan coördinatie bij de advisering aan gemeenten ge groeid. Nu ruim tien jaar later moet worden gecon stateerd dat de bedoelde integratie is mis lukt. De benadering van de gemeentelijke plannen door Monumentencommissie ener-, Welstandscommissie anderzijds, bleek een te verschillende om tot een vruchtbare samenwerking en daarmee goede advisering aan de gemeenten te komen. Uiteindelijk heeft de Monumentencom missie, om aan de onwenselijke situatie een einde te maken, aan G.S. voorgesteld tot een ontvlechting over te gaan en een Provinciale Gelderse Monumentenraad op te richten. De leden van het Stichtingsbe stuur zullen door G.S. worden benoemd. Aldus werd op 25 maart 1987 door Provin ciale Staten besloten. De taakstelling van de nieuwe raad ligt ruim: 'de bevordering van de instandhou ding van het monumentenbestand in de provincie en al hetgeen hiermee recht streeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn'. Dat maakt de praktijk van een monumentenzorg, die inspeelt op het hedendaags maatschappe lijk gebeuren, mogelijk. Ruimtelijke orde ning, stadsvernieuwing, landschapsbe houd, archeologie, cultuurbehoud en werkgelegenheid, om maar enkele rele vante aspecten te noemen, zijn immers te genwoordig niet meer uit het beleidsveld monumentenzorg weg te denken. Subsidieregelingen De adviesverlening aan het provinciaal be stuur is als belangrijkste taak aan de raad overgedragen. Daarbij neemt de advise ring met betrekking tot de subsidierege lingen van de provincie voor monumen tenzorg een belangrijke plaats in. Er is een Restauratieregeling Monumen tenfonds Gelderland, op grond waarvan aan particulieren en instellingen bij con structief herstel van het casco, zowel inte rieur als exterieur en afzonderlijke monu mentale onderdelen (schouwen, plafonds, kroonlijsten, raam- en deurpartijen e.d.), een bijdrage in de kosten kan worden ver leend. Daarnaast is er sedert 1 januari 1985 de Onderhoudsregeling Monumenten Gel derland. In deze regeling wordt onderscheid ge maakt tussen grote (vanaf 1250 m3 inhoud) en kleine monumenten. Voor de grote mo numenten kan in een jaar maximaal 40% van de kosten, tot een maximum van 12.000,- als subsidie worden verstrekt. Voor kleine monumenten bedraagt dit percentage 25% tot een maximum van 5.000,- onder de voorwaarde dat de ge meente ook een bijdrage verstrekt. Het herstel van rieten daken valt ook on der deze, momenteel intensief toegepaste, regeling. Dan is er nog het zgn. 'monumenten fonds', bedoeld voor de stimulering van zeer kleine restauraties, die bij huidige re gelingen 'tussen wal en schip' vallen. De maximum bijdrage hierbij is 2.000,-. De advisering in de richting van de Gel derse gemeenten, neemt een steeds be langrijkere plaats in. Zeker nu in het kader van de decentralisatie het inhoud geven aan het eigen monumentenbeleid en de bevoegdheid tot planbeoordeling - binnen de lijn van de nieuwe monumentenwet - bij de gemeenten wordt gelegd, voor zo ver zij een monumentencommissie en -ver ordening hebben ingesteld. Ondersteuning gemeenten Het ondersteunen met ter zake kundige in breng, zoals dit destijds door de heer H. Mooibroek, oud-secretaris van de Gelder se Monumentencommissie, ambitieus is in gezet, zal door de nieuwe raad krachtig in de monumentencommissies worden voort gezet. De Gelderse Monumentenraad zal zich toespitsen op deze belangrijke adviseren de en coördinerende taak door gestructu reerd een hechte en doeltreffende relatie met alle gemeentelijke monumentencom missies na te streven. Dit betekent dat de raad als belangrijk provinciaal informa tiepunt zal kunnen fungeren. Voorlichting, educatie en documentatie is braakliggend werkterrein. De raad is ingesteld op het brede werkter rein van de monumentenzorg in de provin cie. De bestuursleden zijn bij voorkeur ge kozen uit bestuursleden en functionarissen van instellingen of commissies die in deze provincie op plaatselijk, regionaal of landelijk niveau werkzaam zijn op het ge bied van de oudheidkunde en in het bij zonder van de monumentenzorg. Hierdoor wordt een wijd vertakt kennis- en informa tiesysteem bewerkstelligd. Het bureau, bestaande uit administratie, technisch medewerkers, gespecialiseerd qua opleiding en werkervaring in restau ratie- en monumentenzorg en een op het vakgebied toegespitst cultureel-antropo- loog, voert de taak van de raad uit. Binnen het bureau ligt een verband met de Stichting Monumentenwacht Gelderland, waarbij vooral een gemeenschappelijk ar chief, objecteninventarisatie en eenbiblio theek van belang zijn. Enerzijds derhalve een kwaliteitsbepaling van het monumen tenbestand, anderzijds een 'behouds'-advi- serende taak. Het provinciaal beleid speelt hierbij een zeer belangrijke rol. Een hechte relatie met het college van Gedeputeerde Staten en de dienst Welzijn waaronder de monu mentenzorg ressorteert komt het behoud en functioneel herstel van voor deze pro vincie kenmerkend cultureel erfgoed ten goede. De ondersteuning vanuit die zijde mag overigens, voor een ieder die met monu mentenzorg van doen heeft, als bijzonder aanmoedigend worden gewaardeerd. Drs A. R. Vermeer is wnd voorzitter van de Stichting Gelderse Monumentenraad, irM. J. Pothof is directeur van de raad 30 Heemschut, november-december 1987

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 30