Je moet het eigen gelijk ter discussie durven stellen INTERVIEW Opnieuvir stukje van stadsmuur gevonden GIJSBERS OVER HET GELDERSE MONUMENTENBELEID: beek). Eerbeek is met veel liefde en opof fering door particulieren hersteld, met als uitgangspunt een sterk vervallen, bescha digd en vervallen gebouw. Behalve afgebroken stations (die lang niet alle in dit artikel vermeld zijn), en be dreigde en geredde gebouwen, is er nog een categorie die niet onvermeld mag blij ven. Dat zijn de stations waar NS kennelijk geen moeite mee heeft en die normaal door NS worden gebruikt als stations (met bovenwoning) en onderhouden. Voorbeel den hiervan zijn: Geldermalsen, Tiel, Zet- ten-Andelst, Dieren, Nijkerken Apel doorn. Velperpoortstation als jong monument Tenslotte vraag ik aandacht voor een heel jong monument:. In Arnhem bouwt NS een nieuw Velperpoortstation. Het 'oude' ge bouw, daterend uit de vijftiger jaren, kan blijven staan (er is voldoende afstand tus sen 'oud' en nieuw) en zou een goede be stemming kunnen krijgen als galerie o.i.d., en daarmee een welkome aanvulling zijn op de activiteiten die op en rond het stati onsplein plaats vinden. Onderhandelingen zijn gaande. De gemeente Arnhem wil het pand behouden maar financiële aspecten vormen nog een probleem. Het geheel overziende, kan men zeggen dat in Gelderland, hoewel naar verhouding rijk aan spoorweg-architectuur, de situatie niet veel ander s is dan in overig Neder land. Veel is ve:rloren gegaan, maar waar effectief naar behoud wordt gestreefd, blijven de resultaten niet uit. Overigens laat NS ook in Gelderland her en der een modern gezicht zien: Harderwijk, Doetin- chem, Velperpoort, Ede/Wageningen. Zo zien we dus dat in een provincie, waar op het gebied van stations actief naar behoud van monumenten wordt gestreefd de ar chitectuur van de tachtiger jaren ook een plaats heeft gevonden. dr. ir. H. Hoestra is behalve lid van Heem schut en het C'uypersgenootschap be stuurslid van de Stichting tot Behoud van spoorwegstations in Oost-Nederland. Noten: u H. Romers; De Spoorwegarchitectuur in Nederland 1841-1938 Uitgave Walburg pers, Zutphen. 2) Van Paddenburgh en Van der Meene; 'De spoorwegstations in Nederland'Uit gave Kluwer, Deventer Doetinchem - De archeologische werk groep van de Oudheidkundige Kring Deute- kom heeft op het voormalige terrein van de firma Willemsen in de binnenstad een klein deel van de middeleeuwse stadsmuur terug gevonden en voorts een oud kademuurtje uitgegraven. Op dit terrein heeft tot halver wege de vorige eeuw de Hamburgerpoort gestaan, maar daarvan is tot nu toe niets te ruggevonden. In vorige jaren werden ook al belangwekkende vondsten in Doetinchem gedaan. Zo kwam een deel van de oude stadsmuur tevoorschijn benevens enkele middeleeuwse waterputten. Op het terrein waar de Hamburgerpoort stond, zal een woon- en winkelcomplex verrijzen. Themanummers als dit over Gelderland leveren gemakkelijk een vertekend beeld op. Iedereen zet zijn beste beentje voor. Zo in de trant van: bij ons in Gelderland gaat alles naar wens als we het hebben over monumenten- en landschapsbehoud en wat daarmee samenhangt. De secretaris van de Provinciale Commissie Gelderland, de heer A. A. E. M. Gijsbers, denkt daar bepaald anders over. Voor zijn gevoel is het in Gelderland heus niet overal en in alle opzichten botertje tot de boom. Dan was trouwens dit Gelder landnummer ook niet verschenen. 'De pu- blikatie betekent wel degelijk een kritisch signaal naar burger en overheid toe. Met name naar de gemeentebesturen, die steeds sterker worden betrokken bij het monumentenbeleid. Of zij dat willen of niet: een weg terug is er niet. Juist daar zit mijn zorg. In de nieuwe Monumentenwet ligt het zwaartepunt heel duidelijk bij de gemeenten. Het voorbijgaan aan de rol die de provincies kunnen vervullen betekent dat er op den duur grote verschillen (kun nen) ontstaan in de waardering door ge meentebesturen van het monumentenbe leid. Bij sommige is dat best in goede han den. Zij staan open voor advies, beseffen dat zij verantwoordelijk zijn voor het be schermen van historisch gegroeide struc turen, waardevolle bebouwing en land schappelijk onvervangbare waarden. Andere gemeenten, waar dit besef niet of nauwelijks leeft - ook omdat signalen vanuit de bevolking ontbreken - kunnen hun gang gaan. Daar is monumentenzorg nog altijd vogelvrij. Met alle gevolgen van dien. Als men eens wist welke argumenten we als Heemschut Gelderland al niet te genkomen als het gaat om afbraak, of ver nieuwing. Soms denk je: heeft men dan niets geleerd uit de voorbije jaren, het Mo numentenjaar bijvoorbeeld of de recente eerste Nederlandse Monumentendag. Een groot succes. Tussen haakjes: goed dat die dag een traditie gaat worden', vindt Gijs bers. Te weinig coördinatie Gevraagd naar knelpunten in het Gelderse monumentenbeleid in de nabije toekomst somt hij een vijftal punten op: Er is naar zijn gevoel dikwijls te weinig coördinatie op het terrein van de monu mentenzorg. Veel organisaties zijn bezig met dezelfde zaken of met dingen die raakvlakken vertonen naar anderen toe. Wat dan ontbreekt is goed overleg - het met elkaar op één lijn willen komen. Het meest recente voorbeeld hier is de wijze waarop bij de actie tot het behoud van de Romeinse muurresten in Nijmegen door verschillende instanties soms tegenstrijdig is geadviseerd aan het Nijmeegse ge meentebestuur. Het resultaat is bekend: de muur is inmiddels afgebroken. Gijsbers: 'Ik heb het onbehaaglijke gevoel dat we in ons hemd zijn gezet, omdat de deskundige adviezen zo duidelijk met elkaar in tegen spraak waren. Anders hadden we resul taat kunnen boeken.' Ook in bezwarenprocedures verwon dert Heemschut zich steeds meer over de De secretaris van de provinciale commissie van Heemschut A. A. E. M. Gijsbers wijst naar een 18e eeuwse patriciërswoning aan de Lage Markt in Nijmegen. Dankzij o.m. Heemschut werd het pand behouden. 28 Heemschut, november-december 1987

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 28