Restauratie-applicatiecurssen op mts-niveau nodig CURSUSSEN EVERHARDJANS Een noodkreet van een Friese restauratiedocent Bij het tankstation ten noorden van Emmeloord hoor ik het personeel al Fries spreken, en al spoedig prijken uileborden met witgeschilderde houten zwaanmotieven op de hoge nok van in het zuiden van Westerlauwers Friesland. Een blauw uitspansel met witte wolken boven het Tjeukemeer, enkele zeilen aan de kim. Via Joure voert mijn route naar Sneek, naar een vraaggesprek met Joute de Graaf, adjunkt-directeur en docent bouwkunde (o.m. architektuurgeschiedenis) aan de Christe lijke MTS aldaar. In het schoolgebouw met veel glas heerst een examenstemming (16 juni j.1.). Groepjes leerlingen drommen samen in de hal. In de lerarenkamer liet de geboren Fries Joute de Graaf 44) mij de examen vragen zien van het onderdeel geschiede nis van de bouwkunst. De eindexamen kandidaten moeten schriftelijk vragen be antwoorden over de ouderdom van hout- skeletbouw in Nederland, de begrippen groei, struktuur en licht in de gotiek, de namen van twee bekende Nederlandse bouwmeesters uit de Renaissanceperiode. Joute de Graaf, afkomstig uit een Noord fries dorp bij Holwerd, startte zijn loop baan als bouwkundige bij het architekten- bureau van Maanen en Zwart. Nadat de chef de bureau, de latere restauratiearchi- tekt R. Kijlstra hem enthousiast had ge maakt voor historische bouwkunst, werd hij later leraar bouwkunde. Onderwijsbe voegdheid: bouwkundig tekenen, per- spektiefleer, architektuurgeschiedenis. Twee maanden geleden schreef Sijmen Kingma in de 'Leeuwarder Courant': 'Haalt de Nederlandse monumentenzorg het jaar 2000? Nuchtere bewaarders van het vader lijk erfdeel kijken niet eens naar dat jaar tal. Eerst komt 1990 en het is de vraag of de monumentenzorg in dit land dan nog op het peil kan werken als tot dusver is ge beurd. Als de nieuwe Monumentenwet in werking is getreden zullen de lagere over heden (provincies, gemeenten) zich met de monumentenzorg gaan bezighouden, in plaats van het Rijk. Terwijl met de ene hand vrijheid wordt gegeven, houdt de an dere rijkshand vele miljoenen in als voort vloeisel van de bezuinigingen.' Tot zover Kingma. Joute de Graaf stelt vast: 'Betwij feld moet worden of vooral kleinere ge meenten daar blij mee zijn. Naast de moei lijkheid van te weinig geldmiddelen ont breekt meestal ook de specifieke 'know how' bij de plotseling verantwoordelijke gemeenteambtenaren. Geen restauratiedeskundigen meer Zo staat in het wijde land bij Lollum het skelet van een poldermolen. Op een foto bij het bureau Gemeentewerken van Wün- seradiel is nog een gave molen te zien (met wieken), maar de tragische werke lijkheid is geheel anders! Joute de Graaf: 'Als er veel werkvoor- raad is, profileren de bouwkundigen met Kop-hals-romp type boerderij bij Bolsward een speciale antenne voor restauratiewerk zich vanzelf. Helaas naar mate het aantal opdrachten daalt verdwijnen de bouwres- tauratiedeskundigen. Afvloeien, vergrij zen, herschikken: we kennen de redenen. Wie moet nu bij de gemeenten de bouw kundige staat van monumenten in de gaten houden? Wie moet de waarde van iets in schatten, adviezen geven? Wie kan het op papier zetten? Wie heeft kennis van stijl kenmerken, materialen, constructies, date ring? Mogen we er van uitgaan dat dit zich zelf wel regelt of moet er struktureel iets gebeuren? In Friesland bestaat een urgentielij st voor te restaureren monumenten. Het gaat om 7 objekten: de Hervormde kerk van Comerd, de toren van Jouswier (van kerk je met vierzijdige koorsluiting uit de go tiek), kademuren in het oude universiteits stadje Franeker, de Hervormde kerk van Longerhouw (Wonseradeel, eenvoudig kerkje uit 1757 met zadeldaktoren uit de 16e eeuw), de Dekamastate (denk aan het boek 'De roos van Decama' door Jacob van Lennep) in Jelsum, herbouwd in de 16e eeuw, de Hervormde kerk in het water sportcentrum Langweer (herbouwd in 1777). Ook de Leeuwarder Westerkerk heeft een intensieve beurt nodig, ten be drage van 3 miljoen. Even veel, zo niet meer, gaat de in gang zijnde restauratie kosten van de vermaarde pseudobasiliek te Bolsward, waar de onlangs beroepen ds. Otten uit Almelo preekt. Een inventarisatie in de gemeente Wün- seradiel heeft geleerd, dat de situatie van het monumentenbestand niet erg best is. Wünseradiel heeft nu een begroting, waar bij 8 ton bestemd is voor grote monumen ten in beroerde toestand, en 4 ton voor monumenten in matige bouwkundige staat. Verder moet er nog voor ongeveer 16 mil joen aan monumenten gerenoveerd wor den in deze Friese gemeente. Wünsera diel dient voor 7 ton jaarlijks te vertimme ren aan haar monumenten, maar pas in 1990 kan de gemeente op een subsidiebe drag van 336.126 - rekenen. De rampza lige situatie doet zich nu voor dat pas over 3 jaar weer iets aan het onderhoud van monumenten gedaan kan worden. Het ver val gaat voort, en de kosten worden steeds hoger! Toch bezit deze gemeente 24 kerk- monumenten! Ook het oude plaatsje Mak- kum met interessante oude burgerhuizen aan de Kerkstraat, Bleekstraat en langs de gracht (Vallaat, Turfmarkt) behoort tot de gemeente Wünseradiel. Alde Fryske Tsjerken Goed werk doet de Stichting 'Alde Frys ke Tsjerken '(Oude Friese kerken) die on der meer de kerk van Bornwird (Westdon- geradeel) laat restaureren. Dit kerkge bouw dateert uit de 13e eeuw. Helaas werd het interieur na 1800 verprutst. Inte ressant is de dakbedekking met de nogal poreuze holle en bolle romaanse pannen, die in Friesland zeldzaam zijn geworden. In 1986 was het tufstenen kerkje van Hoge- beintum (Ferwerderadeel) met een vijfzij- dige koorsluiting uit de periode 1250 - 1300 het 'Monument van de maand'. In de zomermaanden hebben 4500 toeristen dit Heemschut, oktober 1987

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 20