VARIA
Wat te doen met 'graffiteurs'?
Schoolradio en
Kinderprijsvraag
Artistiek verantwoorde graffiti, aange
bracht op sombere tunnelwanden, kan
soms een verrijking van het stadsbeeld
opleveren. In ons januari-nummer lieten
we een voorbeeld daarvan zien in Etten-
Leur, waar leerlingen op verzoek van de
gemeente en onder begeleiding van te
kendocenten twee tunnels met graffiti ver
sierden. Vaker echter ontaardt graffiti in
geklieder en moet je het meer zien als een
eigentijdse vorm van kattekwaad. De er
gernis groeit als je moet vaststellen, dat
bijna geen stukje straatmeubilair en vaak
leuk opgeknapte pandjes aan de aandacht
van de 'graffiteur' ontsnapt. De Amster
damse ambtenaar De Haan heeft daar nu
iets op gevonden. In een rapport van zijn
hand beveelt hij de kliederaars in onze pe
dagogische aandacht aan. Het heeft geen
zin 'de wegen van het strafrecht' in te
slaan. Nee, het lijkt hem doeltreffender als
buurtbewoners ertoe overgaan de kwajon
gens bestraffend toe te spreken. Boven
dien kunnen ze door hardnekkig de graffi
ti van de gevels te verwijderen het 'leer
proces' der ontmoediging verder op gang
brengen. Tenslotte stelt hij 'gedoogmuren'
voor, bijvoorbeeld in tunneltjes, waar de
jongeren hun creativiteit kunnen uitleven.
Suggesties, die je uit stoffige stadhuiska
mers kunt verwachten en nogal naïef aan
doen. Natuurlijk heeft het geen enkele zin
een soort klopjacht op kliederaars te ope
nen. De politie heeft de handen vol met
ernstiger vormen van wangedrag.
Maar of gedoogmuren en pedagogische
vermaningen veel zullen uithalen lijkt ons
zeer de vraag. 'Illegaal wat op een muur
spuiten is juist spannend', gaf een lid van
de Amsterdamse graffiti-groep CB-CBS als
zijn realistische commentaar. Of zoals
ambtenaar De Haan het zelf uitdrukt: 'Het
is spannend omdat je ervoor op je donder
kunt krijgen als je het openlijk doet'. Zo is
dat. Maar dan moet je natuurlijk niet met
gedoogmuren als een soort panacee aan
komen - hoe aardig dit idee op zichzelf
ook is - want dan is alle spanning er af.
Effectiever komt ons een andere suggestie
van de gemeente Amsterdam voor nl. om
te proberen de aangebrachte schade op
de graffiteur zelf te verhalen. En in plaats
van van de brave burger te vergen, dat hij
dagelijks het geklieder verwijdert om een
'leerproces' op gang te brengen, zou je na
tuurlijk ook graffiteurs in de kraag kunnen
vatten om hem een tijdje een straat toe te
vertrouwen, die hij mooi moet houden. Als
alternatieve 'straf.
Jaap Kamerling
Gedoogde graffiti op een schutting van het nieuwe stadhuis van Amsterdam,
(foto Bert Franssen)
met belangstelling voor, laat staan erva
ring in restauratiewerk waren er niet. Van
lieverlede ging het bureau zelf restaura
tiewerk leiden, overigens tegen de norma
le BNA-tarieven: oneerlijke concurrentie
lag niet in de bedoeling. Inmiddels zijn er
nu in Drenthe architecten die men in goed
vertrouwen kan belasten, zodat deze taak
van het bureau vermindert. Toch zou m.i.
niet goed zijn, die kant van het werk hele
maal op te doeken. Het is namelijk een
groot voordeel wanneer de monumenten-
zorger uit eigen praktijk op de hoogte blijft
van alle aspecten en problemen van het
vak. Wie alleen maar hoeft te kijken of het
goed gaat, houdt met die praktijk minder
gemakkelijk contact', aldus Janssen des
tijds in Heemschut.
Geen inkapseling
Aan praktijk is het Bureau Monumenten
zorg nooit tekort gekomen. In zijn topjaar
werd er in de provincie voor 14 miljoen
gulden gerestaureerd. Het kasteel te Coe-
vorden, de havezathen Huis te Echten en
Mensinghe zijn maar drie van die vele
voorbeelden van restauratie-objekten
waarbij het bureau sinds 1954 aktief werd
betrokken. Geregelde contacten bestaan
er ook met bijvoorbeeld de stichting Het
Drents Landschap, Orvelte en Oud-Dren-
the. Als het niet anders kon werden restau
raties voor deze stichtingen gratis bege
leid.
En dan is er de laatste jaren de betrok
kenheid bij het onderhoud van Drentse
monumenten (65 kerken en torens, 10 ha-
vezathes, 14 molens en 54 boerderijen, tol
huizen en andere bouwsels) via de Monu-
mentenwacht. Het bureau verleent techni
sche begeleiding en zowel financieel-ad-
ministratieve als secretariële ondersteu
ning. De ambtelijke stuurgroep plaatst
daar scherpe vraagtekens bij.
Het zou hier in feite om een ver
sluierde vorm van subsidiëring gaan.
Maar ook al zouden financiële factoren
bij de nu voorgestelde reorganisatie een
belangrijke rol spelen, dit laat onverlet,
dat Heemschut erg blijft hechten aan
een autonoom opererend Provinciaal
Bureau Monumentenzorg. De waarde
van de advisering door zo'n bureau
neemt immers toe, naarmate deze onaf
hankelijker kan plaats vinden. Vandaar
het dringende advies van Heemschut om
eerst nog eens naar alternatieven te zoe
ken voordat een zo grote verworvenheid
als het huidige bureau wordt ingekap
seld in de ambtelijke bureaucratie van
het provinciaal apparaat.
Dirk van derMeulen
In memoriam
ir. L. J. P. M. Raedts
Op 31 juli is in Maastricht overleden
ir. L. J. P. M. Raedts. De heer Raedts was
van 1975 tot 1978 technisch adviseur van
de Limburgse commissie van Heemschut,
daarna lid van de commissie tot aan zijn
dood. In ons volgende nummer zullen wij
hem herdenken in een in memoriam.
Hieronder nog even de data, waarop
School radio-programma's over het
werk van Heemschut plaatsvinden. De
Schoolradio-uitzendingen zijn op 18 en
25 september om 14.45 uur (radio 5) over
resp. Bomen als monument en De water
toren. Op 2,9 en 16 oktober om 14.45 uur
over resp. Rijdende monumenten, Niet-
erkende monumenten en Monumenten
van de toekomst. (Groot)ouders en kin
deren worden ook nog even geatten
deerd op de 'prijsvraag', die rond deze
uitzendingen wordt georganiseerd. De
50 kinderen met het leukste werkstukje
mogen mee naar de Kinderdag, die
Heemschut gaat organiseren, (zie het
tijdschrift nr. 7/8).
Heemschut-agenda
26 september: Heemschutdag 1987, te
houden in Rotterdam en omgeving. Verza
melen tussen 9.30 uur en 10 uur in restau
rant Engels aan het Stationsplein. Vertrek
bussen om 10.30 uur. Opgave uitsluitend
nog telefonisch. Er zijn nog enkele plaat
sen beschikbaar in de bus. (Tel. 020-
225292).
3 oktober: excursie prov. commissie
Overijssel naar Diepenheim (zie pag. 19).
Heemschut, september 1987
7