BRIEVEN Gelderland Statenzaal Abdij van Middelburg 17de-eeuws huis Eelde Stichting Provinciale Gelderse Monumentenraad De restauratie van dit in laat-goti- sche stijl opgetrokken Markiezen hof heeft enige tientallen miljoenen guldens gevergd. Het leeuwendeel van de kosten is opgebracht door het Rijk. Aanvankelijk deed het ge bouw, dat tussen 148S en 1612 naar ontwerp van de Vlaamse bouw meester Anthonis Keldermans werd gebouwd, dienst als woning voor de heren, later de markiezen van Bergen op Zoom. Alvorens in de jaren zestig werd besloten dit culturele erfgoed via een ingrij pende restauratie voor het nage slacht te behouden, waren er tus sentijds nog een hospitaal en een kazerne in ondergebracht. In de loop der eeuwen is het complex uitgebreid naar toen geldende ar chitectonische inzichten. Thans zijn in het complex een ge meentemuseum, een kunstgalerie, een kermisexpositieruimte, een bi bliotheek, een devotiekapel en een restaurant gehuisvest. Op de bin nenplaatsen vinden culturele eve nementen plaats, in de tuinen staan o.a. beeldhouwwerken uitgestald. Bij besluit van Provinciale Staten van 25 maart 1987 is formeel een eind gekomen aan het bestaan van de Gelderse Monumentencommis sie van het Gelders Genootschap. Tegelijkertijd werd via het voteren van de benodigde geldmiddelen de oprichting van de Stichting Pro vinciale Gelderse Monumenten- raad mogelijk gemaakt. Deze Raad zal het werk van de Commissie overnemen en voortzetten. Het werk bestaat in het adviseren van het Provinciaal bestuur, het verle nen van deskundige bijstand aan gemeentelijke monumentencom missies, het geven van advies in restauratieaangelegenheden, het verzorgen van een documentatie, de voorlichting over monumenten zorg. Veel werk zal in de koménde tijd moeten worden verricht ter uit voering van het project inventari satie van jongere monumenten. De secretaris - deskundige van de commissie, de heer H. Mooibroek, is op 1 november 1986 met pensi oen gegaan. Tot direkteur van de nieuwe Stichting is benoemd Ir M. J. Pothof, tot dusver werkzaam als bouwkundig medewerker van de gemeente Naarden, belast met de zorg voor bouw- en restauratie binnen de vesting. Voorlopig treden leden van de vroegere commissie op als be stuursleden van de nieuwe stich ting. Zij zullen echter eind 1987 col lectief aftreden om het College van Gedeputeerde Staten de mogelijk heid te geven een nieuw bestuur te benoemen. Lezers die belangstel ling hebben om tot het nieuwe be stuur toe te treden kunnen zich bij het sekretariaat van de stichting melden. Het is duidelijk dat be langstelling voor monumentenzorg een eis, ervaring op dit terrein een aanbeveling is. Er is echter meer. Tot dusver wordt de bijstand aan gemeenten uitsluitend door de medewerkers van de vroegere commissie gege ven. Aangezien dit werk nog voort durend in omvang toeneemt zal het niet goed mogelijk zijn op deze manier aan alle behoeften te vol doen. Daarom doen wij een be roep op diegenen onder de lezers die deskundig zijn op het terrein van de monumentenzorg en/of daarin werkzaam zijn of zijn ge weest om ons te helpen aan die groeiende behoefte te voldoen. Het houdt in dat men gedurende een in overleg te bepalen aantal avonden bereid moet zijn als vrij williger lid en/of adviseur van een gemeentelijke commissie te zijn om deskundige inbreng te ver zorgen. Belangstellenden voor bestuur en/ of deskundige inbreng kunnen zich melden bij het secretariaat van de Stichting Provinciale Gelderse Monumentenraad Oranjeweg 60, 6861BL Oosterbeek. Tel. 085- 341038. Welgeteld 15 bladzijden vormt de 'Special over Statenzaal Abdij Middelburg' in het mei-nummer 1987 van Heemschut. Is daarmee alles gezegd? Neen, ook niet wat het oorspronkelijke plan-Dam betreft. Bij nauwkeurige analyse mag dit plan op meer waardering aanspraak maken dan het tot nog toe alleen van de zijde van het provinciaal bestuur ontmoet. Het is een fijnzinnig plan, dat eerder stoelt op inte rieur-kunst, dan dat het berust op een ar chitectuur-inbreuk, al is deze laatste in de bescheiden muurdoorbrekingen tussen de statenzaal en de geprojecteerde omloop wel aanwezig. Het is niet alleen een fijnzin nig plan, het is ook een tour de force van een bekwaam architect die kans ziet in de bescheiden zaal een moderne vergader accommodatie in te richten met 107 zit plaatsen (Gedeputeerde Staten 9 stuks, Statenleden 45 stuks, pers 23 stuks en pu bliek 30 stuks). Maar hoewel het lukt, het lijkt evenzeer een overspannen program ma voor de beschikbare ruimte, die door zijn historische waarde ook nog eigen ei sen met zich meebrengt. Het treft daarbij dat de bezwaarden wel moeite hebben met het opgeven van de plastisch geringe schouw en geen bezwaar opperen tegen de plastisch zware tribune-bouw, die nog wel een zevende deel van de lengte van de zaal beslaat. Het allerminst verheugende bericht dat de Monumentenraad de ingrijpende ver- bouwings-plannen van Cees Dam heeft af gewezen mag als gunstig neven-effect misschien enige tijdwinst en gelegenheid tot nader beraad opleveren. Een beschei den bijdrage daartoe moge hier volgen: De refter in een abdijvestiging heeft een zelfde soort beslotenheid als de abdij-kerk zelf. De vensteropeningen bevinden zich boven ooghoogte, de beleving van de ruimte is naar binnen gekeerd: de monni ken zaten met hun rug evenwijdig aan de buitenmuren, het midden was leeg. Het is deze karakteristiek, die de statenzaal nog volop bezit, en niets zou een inrichting vol gens deze aloude dispositie in de weg staan ware het niet dat het aantal benodig de zitplaatsen daarvoor te groot is. De vergaderzaal voor een besturend openbaar lichaam is tegenwoordig rond, zoals de zaal van de Verenigde Naties, het Europees Parlement en de geprojecteerde zaal voor de Tweede Kamer. Zulke zalen worden al gauw vergader-circus ge noemd. Ze missen in hun schikking de po lariteit van de aanhangers van en van de oppositie tegen het gouvernement. En zon der die polariteit ontbreekt ook de uit drukking van de dialoog tussen de volks vertegenwoordigers. Dat Dam greep naar een ineengeschoven dispositie van de ron de vergaderzaal - op zich zelf al geen ge lukkige uitdrukking van het functioneren van de democratie - en deze wenste te verzoenen met de historisch rechthoekige refter in de verhouding 2:5 lijkt het vereni gen van onverenigbare tegendelen, bo vendien uit het evenwicht getrokken door het tribune blok. Zowel het aantal zitplaatsen op zich zelf als de ideologisch weinig fraaie en in el kaar geschoven gebogen plaatsing daar van voeren tot de conclusie dat de zaal te klein is of met andere woorden zou moe ten worden vergroot. Dam doet daartoe een aanzet met de toegevoegde omloop. Zou het niet beter zijn deze omloop op te voeren tot een echte zijbeuk met een breedte t.o.v. de zaal in de verhouding 1:2. De 'ingrijpende verbouwings-plannen' zouden daardoor escaleren tot een meer authentiek-architectonisch concept. De nu bescheiden muurdoorbrekingen zouden plaatsmaken voor een ritmisch door ko lommen onderbroken doorgaande hori zontale opening, de zaal zou een meer bij zijn karakter passende inrichting kunnen krijgen en de tribunes zouden dwars op de zaal en met goed uitzicht daarop in de zij beuk kunnen worden opgesteld. De nieuwe zijbeuksmuur doet dan recht aan het besloten karakter van de zaal: het licht komt en blijft van boven vallen. De speelse zithoekjes voor informeel overleg komen nog meer tot hun recht tegen de buitenkant van de gesloten zijbeuksmuur. En de schouw? Ook daar is en passant ruimte voor gemaakt. A. Evers Architect Naschrift redactie: Met name Heemschut had wel degelijk be zwaar tegen de plastisch zware tribune- bouw, die Dam voorstelde. In het Drenthe-nummer (maart/april 1987) van Heemschut schrijft Nelleke Reijs in haar bijdrage 'Een 17de-eeuws huis in Eel de' (3e kolom): 'Waarschijnlijk gaf de schoonzoon van schulte Alting, Lucas Nij- singh, in 1654... opdracht tot de bouw van het huis. Het werd gebouwd...'. Deze bij zonderheden kloppen echter niet met het geen ik in mijn artikel 'De familie Nijsingh en Eelde' in de nieuwe Drentse Volksal manak 1985 (blz. 25 en 26) over het zgn. Schuitenhuis heb meegedeeld. Van dit ar tikel, dat berust op uitgebreid archiefon derzoek, heb ik indertijd een overdrukje aan de heer en mevr. van Groeningen ge stuurd. Redactie Mr. L. J. Noordhoff te Haren (oud-hoofdchartermeester v/h Rijksarchief in Groningen) Ter aanvulling op het artikel over het 17de eeuwse huis nog het volgende: de restau ratie van dit huis werd uitgevoerd door on ze onlangs overleden technisch adviseur in Groningen, ing. P. L, de Vrieze, die in dit nummer wordt herdacht. Heemschut, juli/augustus 1987 27

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 27