In memoriam ing. P. L. de Vrieze, arch. BNA
Het is het oudste huis van Leeuwarden en
een van de oudste van Friesland.
Maar de Grote Kerkstraat is niet alleen
een 'kerkse' straat, er staan zoveel stinsen
of resten daarvan dat zij evengoed stins-
straat of steenstraat genoemd zou kunnen
worden. Stins is afgeleid van stenen huis,
een huis dat ter verdediging van haven en
goed in het turbulente middeleeuwse
Friesland van steen gebouwd werd. Aan
de Kerkstraat staan er drie, het al genoem
de pastoorshuis, een zaalstins en de
Liauckamastins, onderdeel van museum
het Princessehof die beide L-vormige stin
sen met traptoren zijn. Zelfs de torenstins
is in de Kerkstraat vertegenwoordigd en
wel op een oude gevelsteen bij huisnum
mer 43. Schuin hiertegenover staat de Hof-
wijck die gebouwd is op de kelder van de
Holdingastins.
Tijdens de manifestatie staan straat en
genoemde monumenten centraal, maar er
zal ook aandacht zijn voor de andere mo
numentale gebouwen in de straat. Het Mo
nument (de monumenten!) van de Maand
september is geopend op alle vrijdagmid
dagen, de hele zaterdagen en de zondag
middagen. Er zullen allerlei culturele acti
viteiten plaatsvinden gedurende de ope
ningstijden. Het boek over de Grote Kerk
straat te Leeuwarden is bij de monumen
ten, de Rabobanken in Leeuwarden, de
WV-kantoren en de Friese boekhandel te
verkrijgen voor 12,50.
Het Princessehof, een zeventiende-eeuwse
woning die in het begin van de achttiende
eeuw ingrijpend verbouwd is tot een paleis-
complex waarvan ook de zestiende-eeuwse
Liauckamastins een onderdeel vormde.
Open Monumentendag
Op 12 september wordt in Leeuwarden
ook nog uitbundig de Open Monumenten
dag gevierd. Hierbij zullen een vijftal geva
rieerde monumenten opengesteld worden
met een veelheid aan activiteiten.
Het Paleis van Justitie is tussen 1846 en
1852 tot stand gekomen naar ontwerp van
stadsarchitect Thomas Romein. Vooral
vanwege de op het Wilhelminaplein ge
richte enorme korintische zuilenportiek
met fronton wordt het gewaardeerd als
een van de belangrijkste neoclassicisti
sche bouwwerken van ons land. De twee
grote zittingszalen hebben zeer decora
tieve interieurs.
Tegen het einde van de zestiende eeuw
verrees op de brede pleinkade van de
Nieuwestad een Waag in renaissance-
trant. Van de zes grote deuropeningen zijn
enkele dichtgezet. Een grote hangluifel
beschermde de produkten van de boter
en kaashandelaren. Boven de luifel be
vindt zich een buitengewoon fraai ge
beeldhouwd fries.
Het forse bouwwerk van het Provin
ciehuis heeft een zestiende-eeuwse oor
sprong. In 1784 onderging het een ingrij
pende verbouwing en uit deze tijd dateert
een bezienswaardige vergaderzaal voor
de Gedeputeerden in Lodewijk XVT-stijl.
Bij de laat negentiende-eeuwse uitbreiding
door J. van Lokhorst werd onder andere
een rijk gedecoreerde neo-gothische Sta
tenzaal gerealiseerd.
De jonge architecten J. H. Kropholler en
J. F. Staal ontwierpen in 1904 een markant
bijkantoor voor de verzekeringsmaat
schappij de Utrecht in Art Nouveau of Ju
gendstil.
Het Stadhuis van Leeuwarden bestaat uit
een fors gebouw in klassicistische barok
uit 1715 en een uitbreiding met raadzaal in
overdadige rococo-trant door hofarchitect
Pieter de Swart en Jan Nooteboom.
De heer L. van der Laan is mede-organi
sator van Monument van de Maand.
Een vechter voor de Heemschut-ideeën
Na een bewogen, welbesteed en creatief
leven is op 10 juni jl. in Groningen op 69-
jarige leeftijd plotseling Piet de Vrieze
overleden. Veel heeft Heemschut en in het
bijzonder stad en provincie Groningen in
deze enthousiaste technisch adviseur van
de provinciale Heemschut-commissie Gro
ningen verloren. Hij was een van de zeer
weinige architecten, die zich ook tijdens
de uitoefening van hun praktijk kritisch
opstelden t.o.v. overheden, instellingen en
particulieren die cultuur-historische en
stedebouwkundige waarden in deze regio
in gevaar brachten. Waar nodig ging hij
daarbij een confrontatie niet uit de weg. Hij
was er nl. van overtuigd dat zijn gevecht
ging om culturele waarden als die waar
voor Heemschut op dé bres staat.
Vanuit deze intentie nam hij enige jaren
geleden het initiatief om de burgerij meer
bij de problematiek rond de historische en
stedebouwkundige aspecten van de stad
Groningen te betrekken en omringde zich
daartoe met een groep geïnteresseerden.
Zo kon hij in 1984 getuige zijn van de op
richting van de 'Stichting Vrienden van de
stad Groningen'.
Ook landelijk was hij actief zoals o.a. in
het overleg van Heemschut met N.S. over
mogelijk behoud van karakteristieke sta
tionsgebouwen, in bijdragen tot de kennis
omtrent de betekenis van monumenten
van bedrijf en techniek en in zijn functie in
de Vereniging van beheerders van monu
mentale kerken. Voorts speelde hij een
belangrijke rol als supervisor bij het her
stel en de verbetering van oude binnenste
den, zoals in Appingedam en Den Bosch.
Met veel gevoel voor humor en vanuit een
benijdenswaardige vitaliteit wist hij veel te
bereiken. Niet alleen voor wat betreft de
doelstelling van Heemschut maar ook t.o.v.
zijn taak als restauratie-architect van
tientallen kerkgebouwen, waaronder drie
grote stadskerken. Zijn bijzondere inzet
daarbij om de nodige financiële middelen
binnen te loodsen was onmisbaar. Hij
mocht de restauratie van de Martini- en
Nieuwe kerk voltooien, doch moest de
derde, de A-kerk als gevolg van de sterke
bezuinigingen in een te vroeg stadium
beëindigen.
Zijn opvattingen kwamen soms ter dis
cussie als het er om ging welke perioden
voor een restauratie als uitgangspunt
dienden te gelden. We mogen echter
dankbaar zijn voor het herstel van de top
gevels van de Martinikerk, waardoor het
gebouw weer allure kreeg en ruimtelijk
beter in het stadsbeeld ging functioneren.
Bij de renovatie van de kerk in Hoogkerk
is daarentegen niet 'teruggerestaureerd'
en waar nodig in de tijd herkenbaar aan
gevuld.
Vele publicaties van zijn hand zagen het
licht over onderwerpen variërend van he
dendaagse bouwkunst tot het koor van de
Martinikerk, beide in de stad Groningen.
In 1986 verscheen een charmant boek
werkje over tuinkoepels in de provincie.
Terecht werd hij voor zijn vele verdiensten
voor stad en ommeland onderscheiden als
Ridder in de orde van Oranje-Nassau en
ereburger van de stad.
De Bond Heemschut heeft alle reden het
heengaan van Piet de Vrieze te betreuren.
Voor de Provinciale Commissie en velen
uit zijn omgeving is met hem een goede
vriend heengegaan.
P. Reijenga
Secretaris P.C. Groningen
Heemschut, juli/augustus 1987 13