Wie huurt station Delden en
garandeert zo voortbestaan?
STA TIONSARCHITEKTUUR
J. VERHAGEN/Z. KOLKS
Vorig jaar november is het baanvak tussen Zutphen-Hengelo geheel geautomatiseerd
en daarmee is alle handbediening van wissels, seinpalen en spoorbomen tot het
verleden gaan behoren. Dit lot leek ook het stationsgebouw beschoren. De Neder
landse Spoorwegen zijn namelijk gedwongen de exploitatielasten drastisch te verla
gen. Dit kan o.a. door stationsgebouwen, die immers onderhoud vergen, af te stoten.
In toenemende mate gaat de NS gelukkig accoord met een andere mogelijkheid,
waarbij een klein gedeelte van het gebouw in gebruik blijft voor plaatskaartenver-
koop en de rest wordt verhuurd aan derden, bij voorkeur een gemeente, die deze
ruimten op haar beurt weer kan onderverhuren. Dit plan lijkt in Goor kans van slagen
te hebben. Zo goed als zeker zal de plaatselijke Oudheidkamer in het station haar
intrek nemen. Voor het station in Delden, en trouwens ook voor dat in Lochem, is tot
op dit moment echter nog geen serieuze gegadigde gevonden. Hopelijk draagt dit
artikeltje ertoe bij, dat er zich één of meer aanmelden. Het zou de definitieve redding
betekenen van twee stationsgebouwen, die uit hun omgeving niet meer zijn weg te
denken.
Een wet van 18 augustus 1860 voorzag in
de bouw van maar liefst 105 spoorlijnen,
aangelegd van staatswege of door particu
liere maatschappijen en aangeduid met
letters. De staatslijn D, zoals de spoorlijn
van Zutphen - via Lochem-Goor-Delden
- naar Hengelo/Enschede genoemd werd,
werd geëxploiteerd door de Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, kort
weg de S.S. Deze lijn verzorgt nog steeds
de verbinding tussen Nederland en Duits
land, tesamen met de lijn Amhem-Deven-
ter-Zwolle-Leeuwarden. Bij het ontwerpen
van de spoorlijnen kwam de vraag op wel
ke staatslijn - bekostigd uit de baten uit de
koloniën - voor de ontsluiting van Oost-
Nederland moest zorgen. Moest dat nu via
Almelo of via Hengelo/Enschede? De
knoop is ten gunste van Hengelo/Ensche
de doorgehakt, want Almelo was al be
reikbaar via kanalen. Enschede was over
deze beslissing zo verheugd dat de vlag
gen ervoor uitgestoken werden!
Koning Willem III, die zeer groot belang
hechtte aan de economie en dus ook aan
goede verkeersverbindingen, legde op 22
oktober 1861 de eerste steen voor de
spoorbrug bij Zutphen. Zo'n vier jaar later
kwam de lijn gereed zodat er op 18 okto
ber 1865 een proefrit van Zutphen naar
Hengelo gemaakt kon worden. Officieel
werd de lijn op 1 november in gebruik ge
nomen. Het gedeelte dat Hengelo met En
schede verbindt, kwam een jaar later in
gebruik. Sinds die tijd is er niet veel veran
derd; de stationsgebouwen, die vanaf het
begin langs de lijn aanwezig zijn geweest,
zijn nog steeds te bewonderen. Zo kreeg
Delden in 1866 een station dat er samen
met de wisselapparatuur en seinen nog tot
in november 1986 functioneerde.
Vierde klasse
De voorgevel van het station Delden is ge
richt naar het noorden, naar het centrum
toe. Het gebouw werd opgetrokken als
typde 4de klasse van de voor rekening
van Staat aanbestede stations, naar ont
werp van bouw- en werktuigbouwkundige
K. H. van Brederode. Oorspronkelijk had
het een rechthoekige plattegrond. Later is
het uitgebreid: aan de westzijde met een
lange vleugel voor een fietsenstalling en
goederenopslag, en aan de noordzijde met
een ingangspartij. Beide uitbreidingen zijn
aanzienlijk lager dan het oorspronkelijke
gedeelte; bovendien hebben zij - in tegen
stelling daarmee - platte daken.
Het deel van 1866 wordt gedekt door
een zadeldak, dat gekruist wordt door een
iets lager dak in dezelfde vorm. Het elkaar
snijden van zadeldaken was juist in die tijd
in de mode gekomen. Een ander mode
verschijnsel uit die jaren is het feit dat de
op houten consoles rustende daken vrij
ver oversteken. Een derde kenmerk van
de bouwtijd vormt de toepassing van gele
naast rode baksteen. Ook bij latere uitbrei
dingen heeft men dit kleurcontrast ge
handhaafd. Verder hebben alle ingangen
en de meeste ramen de voor de 19de
eeuw gebruikelijke segmentbogige vorm.
Mevr. Verhagen verleent medewerking
aan de voorbereiding van een tentoonstel
ling over spoorwegen in Twente in het
Rijksmuseum Twenthe te Enschede in 1989
of 1990; de heerKolks is lid van de provin
ciale commissie Overijssel.
Het station van Delden, gezien vanuit het noordoosten (foto H. Hagens, Almelo)
Heemschut, juni 1987
5