Schildering in cle kapel van fort Spijkerboor bij Wormerveer
kon oprukken tot de inundatievelden, dan
kon hij niet verder.'
De forten, bijna allemaal nog intakt, liggen
meest eenzaam in het landschap. Vindt hij
ze indrukwekkend? Sneep weet zich eerst
geen raad met deze vraag: voor hem is het
duidelijk zo, maar hoe leg je dat uit? Hij
pakt een boekwerk, laat foto's zien. 'Het
zijn heel bijzondere objekten in het ter
rein,' zegt hij. 'Er zijn ruimten die kwa inte
rieur kathedraalachtig aandoen, die heb
ben prachtige gewelven, mooi metselwerk
met vele overgangsbogen en zo. Wanneer
je een restauratiearchitekt meeneemt naar
een fort staat hij vrijwel altijd versteld van
de funktionele schoonheid en de land
schappelijke betekenis van het werk.'
De heer Sneep hoeft eigenlijk niets te zeg
gen, want de (recente) foto's spreken al
voor zich. Sommige werken zijn ook zon
der geschiedkundige argumenten al
waard om beehouden te blijven, louter
vanwege de prachtige of karaktervolle
vormgeving.
Unieke flora en fauna
De Stelling van Amsterdam is tot nu toe
goed onderhouden, omdat het overgrote
deel tot voor kort in gebruik was als maga
zijnruimte van defensie. Voor een deel is
dat nóg zo. Maar defensie is bezig de op
slag meer de concentreren, zodat de forten
spoedig leeg komen te staan. En de vraag
naar een eventueel hergebruik aan de or
de komt. Dat hergebruik mogelijk is, be
wijst een algemeen toegankelijk fort be
noorden Purnierend, waar een wijnhandel
annex restaurant in gevestigd is. De eige
naar heeft zelf grote belangstelling voor dit
soort werken en heeft veel aan onderhoud
gedaan. 'We krijgen mensen uit alle
landen van de wereld op bezoek,' zegt de
heer Sneep. 'Ze zijn vol bewondering voor
wat er van de SteËing van Amsterdam
overgebleven is.'
De forten liggen in een vlak weideland
schap, wat dus een ander aanzien heeft
gekregen. 'Er werd steeds een gracht ge
graven, en met de uitgegraven grond een
wal opgeworpen, wat dus een nieuw ele
ment in het landschap gaf, ook in vertikale
zin. Doordat grond uit ondergelegen
grondlagen vijf tot tien meter boven het
maaiveld kwam te liggen, ontstond er een
unieke begroeiing. Er kwamen soms plan
ten terug die er 2000 jaar niet geweest wa
ren. Dat trok weer kolonies van insekten
en kruipend gedierte aan. En daardoor
ontstonden weer kolonies van vogels.'
'Een fort dat 100 jaar militair objekt ge
weest is, werd 100 jaar spaarzaam betre
den. Zo'n fort heeft dan een rijkdom en een
diversiteit aan dieren en planten die uniek
zijn. Een onderzoek van de universiteit van
Utrecht heeft een aantal jaren geleden uit
gewezen, dat een fort als bij Reinouwen
aan de top staat wat betreft fauna en flora.
Bovendien is er op die forten in de loop
van de tijd gebogmte ontstaan, dikwijls
spontaan. De landschappelijke waarde
daarvan is onomstreden.'
Hergebruik
Het voormalige fort bij Purmerend, in ge
bruik als wijnhandel, is als zodanig niet
Geschutskoepel van fort Spijkerboor
uniek. Ook een fort bij Jutphaas is al 15 a 20
jaar wijnhandel, hetzelfde geldt voor een
fort in Lent, bij Nijmegen. En in de vesting
Naarden wordt een bepaald onderkomen
als wijnhandel gebruikt. De omstandighe
den in verdedigingswerken zijn blijkbaar
gunstig voor wijnen: het is er duister en
vochtig en de temperatuur is zeer kon-
stant.
Als je verdedigingswerken als 'stille getui
gen van belangrijke historische gebeurte
nissen' wilt behouden, kom je voor de
vraag te staan wat te doen met de door de
Duitsers in 40-45 aangelegde bunkers. Een
gevoelig onderwerp. Gebouwen van de
nazi's beschermen? Dat gaat te ver, daar
van komen emoties los, enz. Vinden som
migen. Menno van Coehoom ziet het ein
ders. De heer Sneep: 'Wij zijn er al jaren
lang over bezig, ook met bestuurders. We
hebben er tot nu toe altijd begrip voor ge
had dat mensen die 40-45 zelf mee hebben
gemaakt, daar moeite mee hebben. Men is
ook vrij rigoureus geweest met het oprui
men van deze werken. Allemaal zeer be
grijpelijk. Maar geleidelijk aan kun je
meer afstand nemen van die tijd. En dan
kun je als volgt redeneren. We hebben
een 80-jarige oorlog met Spanje gevoerd
en nadien als staat drie oorlogen met de
Duitsers, vier met de Engelsen, vijf met de
Fransen gevoerd. En in het verre verleden
hebben we hier ook nog de Romeinen ge
had. Er zijn overblijfselen van Romeinse
legerplaatsen, komplete vestingen, door
de Spanjaarden achtergelaten (de vesting
Hulst en Stevensweerd), de Fransen heb
ben verdedigingswerken achtergelaten
om Den Helder, Vlissingen, Oltgensplaat...
Ja, en als laatsten hebben we de Duitsers
gehad in 40-45. Strikt zakelijk en weten
schappelijk geredeneerd is er geen enke
le reden om de Romeinse, Spaanse, Franse
en Engelse overblijfselen te behouden
maar de Duitse op te ruimen. Ook uit het
oogpunt van architektuurhistorie zou dat te
betreuren zijn.'
Zelfs de provincie Noord-Holland doet nu
niets aan het behoud van Duitse werken na
1940. Maar Menno van Coehoom blijft het
proberen.
18
Heemschut, juni 1987