de toelichting op het ingezonden ontwerp:
de Pilotta met zijn binnenhoven, regelmati
ge gevels en met het mooiste Italiaanse
theater, dat ergens in het gebouw wegge
stopt ligt, blijft in mijn ontwerp onveran
derd en even onveranderlijk. Deze be
scheiden opstelling van de toegevoegde
bouwmassa kan dan een verrijking van het
geheel zijn.
Contrastwerking is uitstekend, maar wel
met referenties naar de vorm: zoals bv. in
de barokconcaaf/convex.
In het bekende palazetto te Rome van
Nervi, dat een schitterende konstruktie is,
gaat tot je grote teleurstelling de ruimtelij
ke werking teloor door de ovale vorm van
de 'arena' van zitplaatsen in de zuivere cir
kelvorm van het gebouw. De ovaal zit hier
klem in de cirkel. De gebogen lijnen,
schijnbaar achteloos slingerend tussen de
'pilotis' van de onderbouw in enkele vroe
ge villa's van le Corbusier verhogen de
spanning tussen onderbouw en de 'doos-
vormige' bovenbouw maar negeren de rit
mering nergens, en zijn een versterking
van het totaal.
Hetzelfde geldt m.i. voor de inderdaad
organisatorisch noodzakelijke toevoegin
gen aan de abdij, indien men voor handha
ving van de huidige statenzaal kiest. Dams
antwoord op dit organisatorische pro
bleem doet m.i. geen recht aan de ruimte
van de zaal noch aan de opbouw van de
gevelwand; zij vesterkt deze niet, noch
door contrast nóch door harmonie met het
bestaande.
Van een, in typologisch opzicht, forme
ren van een 'zijbeuk' is hier, dacht ik, geen
sprake. Ook de horizontaliteit van deze
aanbouw verzwakt m.i. de verticaliteit van
de gotische gevelritmering. De torentjes
zijn in dezelfde zin m.i. geen torens, die in
de typologie van de abdijtorens thuisho
ren. De noodzakelijke doorbraken in de
gevel ter verhoging van de belevings
waarde (vanuit de zaal gezien) van de, in
het voorstel, bijna 'barok aangeklede' tuin
worden eigenlijk voor dit doel overbodig
omdat door de opgebouwde bank-opstel-
ling in de zaal elke visuele binding onge
daan wordt gemaakt. Ik ben het met colle
ga's Jobse en Westenburger, dat toevoe
gingen aan monumenten bij voorkeur met
eigentijdse architektonische middelen zou
moeten gebeuren in principe in grote lij
nen, en in algemene zin, eens maar niet toe
gespitst op de t.a.v. de abdij gekozen op
lossing.
Technisch Adviseur Zeeland van Bond
Heemschut,
ir. D. W. van Ouwerkerk, architektBNA
Schets van een alternatief
En dan nu het alternatieve idee van de Pro
vinciale Commissie, getekend door haar
technisch adviseur ir. D.W. van Ouwer
kerk. Een alternatief voor het geval, dit het
provinciebestuur geen alternatieve móge
lijkheden voor de ruimteproblemen heeft
en dus prioriteit blijft geven aan de geko
zen ruimtelijke oplossing.
Hieronder de toelichting bij het alternatief
van Van Ouwerkerk zelf.
1) Spiegel de inrichting van de statenzaal
t.o.v. de lengteas en dus t.o.v. de huidi-
ge en voorgestelde richting van de zit
plaatsen.
m.a.w.: Plaats het provinciebestuur on
der de 5 hoge ramen aan de zijde van
de voorgestelde uitbreiding en plaats
daaromheen in U-vorm de rijen zitplaat
sen voor de statenleden. Eventueel
amphitheatersgewijs maar wel orthogo- 3)
naai.
De extra ruimte die voor circulatie no
dig is moet dan inderdaad aangebouwd
worden maar kan dan bereikt worden
via de reeds aanwezige 2 uitgangen,
zonder dat doorbreking van deze wand
nodig is.
Op deze wijze wordt een technisch veel
minder gecompliceerde oplossing ge
geven zonder de zaal ruimtelijk geweld
aan te doen.
De twee bestaande openingen zijn voor 4)
circulatie ruim voldoende (het dubbele
van de huidige) en m.i. 'strategischer'
geplaatst dan de voorgestelde.
Tevens laten de voorgestelde doorbra
ken door de vorm van de banken
slechts een doorloop van 60 cm breed,
dus ruim onvoldoende.
Maak de glazen aanbouw onderge-
schikter aan de bestaande architektuur
door een eenvoudige bekapping welke
onder de bestaande hoge raampartij
blijft. In het voorgestelde plan is het
dak van de aanbouw van binnenuit
door de ramen op storende wijze zicht
baar. Neemt bovendien onnodig licht
weg. Misschien is het mogelijk om het
ritme van de gevelindeling in harmonie
te brengen met de bestaande tuingevel-
wand.
De twee 'Conversatietorentjes' dienen
m.i. in het lage dak van de uitbouw op
genomen te worden als minder gepro
nonceerde en eigenzinnige toevoe
gingen.
Mogelijk kunnen deze ook onder de
tuinmuur 'verscholen' blijven,
e.e.a. wordt op bijgevoegd schetsje
schematisch aangegeven en dient in
overleg met de architekt van de
nieuwbouw besproken te worden.
Een van de redenen waarom G.S. aan dit
alternatief idee geen aandacht heeft willen
schenken is dat het college van mening is
dat alleen de opstelling door architect
Dam ontworpen tegemoet komt aan de ei
sen van efficiënt vergaderen. Heemschut
deelt die mening in genen dele en is ervan
overtuigd dat ook andere oplossingen
denkbaar zijn die voldoende vergader-
technische efficiency bieden, bijv. in de
geest zoals voorgesteld in de schets van ir.
van Ouwerkerk.
tvMc uiT&oud
1*0
±>«sn 1:1 oo
Alternatieve schets Heemschut voor de nieuwe omloop
2)
Q lA'-loEDiW
pi-AT C600^
TcÊVOÊ^rAjCs
feToCxv n fe-
n Pve^Toneu-
CoNU&teATi'e.
- MVSMMca
tCOe CxVdSCAJ
to.v.o
Heemschut, mei 1987
13