KAN HET OOK ANDERS?
=4
ALTERNATIEVEN
Een idee van Heemschut Zeeland, in beeld gebracht door
ir. Van Ouwerkerk
'Ir. D. W. van Ouwerkerk maakt deel uit van de Provinciale Commissie Zeeland van de
Bond Heemschut. Hij is adviseur van het Dagelijks Bestuur van de commissie voor
bouwkundige aangelegenheden (als zodanig volgde hij Ter Kuile op).
In die hoedanigheid heeft hij, toen het duidelijk was dat men moeite had met de
plannen van Dam, willen nagaan of een alternatieve oplossing denkbaar was, die
althans aan een aantal van de voornaamste bezwaren tegemoet zou komen. Het
resultaat van zijn nadenken is door hem ook voor wat een ander betreft vastgelegd in
bijgaand discussiestuk, dat hij voor de vergadering van de Bond van Nederlandse
Architecten, kring Zeeland op 25 maart schreef. Dit interessante betoog laten wij nu
eerst volgen.
lAAi- *00 DE-W
Alternatieve schets Heemschut voor Statenzaal
At Dij
t>Vo. AfccwtlE-lCf
Discussiebijdrage Van Ouwerkerk
Wil van enige continuïteit in de stedelijke
bebouwing sprake zijn dan dient er in
ieder geval in ritmering, maat en schaal
maar ook in typologisch opzicht sprake te
zijn van verwantschap. In deze zin is één
van de voorbeelden die de architekten
Jobse en Westenburger aanhaalden, in
een namens de b.n.a. in de provinciale
zeeuwse courant geschreven pleidooi
voor eigentijdse bouwkunst in relatie met
.monumenten, nl. de aanbouw aan de
Laurenskerk te Rotterdam interessant: hier
wordt een duidelijke massatoevoeging ge
daan, zeer sterk ondergeschikt aan de
hoofdmassa en in harmonie met de ritme
ring van de gotische gevel en in typolo
gisch opzicht gevormd als kubusachtige
zij-absiden, zoals deze in de geschiedenis
eveneens ontwikkeld werden. Dan wordt
de discussie over mooi of lelijk irrelevant.
In het geval van de abdij ligt het m.i.
anders: Het nieuwe negeert het bestaande;
er wordt een ongelijke strijd aangegaan
die m.i. in dit geval bij voorbaat verloren
is.
Nu kan het zijn dat respect voor het be
staande ontbreekt omdat je domweg niet
van piramides houdt zoals Dam ergens
zegt, of omdat je de continuïteit van de ont
wikkeling verstoord acht door oorlogsge
weld en de naoorlogse opvattingen over
restauratie. In dat geval is de eenheid be
ter gediend met de toevoeging van een
goed functionerende hedendaagse zaal
welke in typologisch opzicht verwant is
met het bestaande en, zo mogelijk, een
versterking van de architektonische bele
vingswaarde van het geheel inhoudt.
M.a.w.: de 'bingozaal' wordt vervangen
door een goed functionerende statenzaal,
waarbij compromissen onnodig zijn. De
hier gekozen oplossing houdt vanzelfspre
kend vele compromissen in en in dit geval
m.i. ook terecht.
Letterlijk klem
Door de amfitheatersgewijze vaste op
bouw van de zitplaatsen kom je visueel,
maar ook letterlijk klem te zitten en be
reikt men ook in het functioneren een ma
tig compromis. Ik denk dat je dan niet an
ders kunt dan inderdaad nog veel verder
te gaan in het compromis. Dit leidt er dan
toe dat men kiest voor een bouwkundige
oplossing die in wezen 'oplost' en geheel
op zichzelf beschouwd niets meer voor
stelt, maar als totaliteit veel meer.
Dit bedoel ik wanneer ik spreek van een
'bescheiden' opstelling t.a.v. aan monu
menten toegevoegde architektuur. Een
schitterend voorbeeld hiervan is de oplos
sing die Rossi biedt voor de verbouwing
van het Paganini-Theater en de inrichting
van de Piazza della Pilotta te Parma met
zeer eenvoudige middelen. Hij zegt hier in
fcC/OU ("TïTaJ
12
Heemschut, mei 1987