Boeken
De Hollandse
Waterlinie
den die oorspronkelijk deel uitmaakten van
de kolonie. In 1938 kocht Natuurmonumen
ten van het Ministerie van Justitie de eerste
200 ha ten zuiden van de Kolonievaart. Het
natuurreservaat is in de loop van de jaren
gelukkig enorm uitgebreid en is nu ca 1700
ha groot: 500 ha is eigendom van Natuurmo
numenten en 1200 heeft Natuurmonumenten
in erfpacht van de Staat. Een belangrijk re
servaat met levend veen, zeldzame hoog
veenvegetatie, bijzondere vogels en rep
tielen. Een grote bedreiging voor dit gebied
vormde in de jaren dertig de ontginnings
woede die over oostelijk Nederland raasde.
Maar er dreigen steeds weer nieuwe gevaren
zoals de verstoring van de waterhuishouding
en de aanleg van wegen en fietspaden.
MUSEUM
Het Museum van Veenhuizen is een particu
liere stichting, welke tot doel heeft zoveel
mogelijk herinneringen aan het oude Veen-
huizen te bewaren. Het wordt door vrijwilli
gers beheerd en in stand gehouden. Het mu
seum heeft een grote collectie oude foto's,
tekeningen, brieven en voorwerpen. Ook
worden er voorbeelden tentoongesteld zoals
die in de inrichting werden vervaardigd en
die via bijvoorbeeld de 'Catalogus van arti
kelen vervaardigd door den Arbeid in
's Rijks Strafinrichting' te koop aangeboden
werden (Uitgave van het Ministerie van Jus
titie, 1907). Men treft er de inrichting van de
oude directiekamer en de inventaris van de
apotheek 'Bitter en Zoet'. De Maquette van
Veenhuizen 11 noemde ik al. De grootste
trekpleister vormt echter de oude brandweer
auto!, aldus de beheerders.
De openingstijden van het MUSEUM zijn
van mei tot november van 13.00 - 17.00
uur. Informatie 05920 - 88264/88637/
88553.
Met dank aan de heer L.F.A. Jaspers, die
mij een hele dag rondleidde.
Literatuur.
Arbeid ter disciplinering en bestraffing; Veenhuizen
als onvrije kolonie van de Maatschappij van Welda
digheid: 1823 - 1859; door R. Berends, A.H. Huus-
sen, R. Mens en R. de Windt. Zutphen, 1984.
J.A. Bienstjes en H.R. Offerhaus, De Rijkswerkin
richting in Veenhuizen in hun oorsprong enz. Assen,
1904.
J.D. Dorgelo, De koloniën van de Maatschappij van
Weldadigheid (1818-1895): een landbouwkundig en
sociaal-economisch experiment. Proefschrift Nijme
gen. Assen, 1964.
R. Faber, Veenhuizen, één, twee, drie. Assen,
1983.
Th. Hof, De Koloniën van Weldadigheid te Ommer-
schans en Veenhuizen. (Een verslag van een ver
pleegde uit ca 1840).
C.A. Kloosterhuis, De bevolking van de Vrije Kolo
niën der Maatschappij van Weldadigheid. Zutphen,
1981.
H. de Vroome, Het Fochteloërveen, een waardevol
restant. In: NOORDERBREEDT, 10(1986), no 5,
pp 169-180.
J.J. Westendorp Boerma, Een geestdriftig Nederlan
der. Amsterdam, 1950. Idem: Johannes van den
Bosch als sociaal hervormer. Amsterdam, 1927.
21
Sinds vorig jaar is 's zomers in Fort Asperen
een tentoonstelling over de Hollandse Wa
terlinie te bezichtigen. De klimatologische
omstandigheden in het fort, zelf onderdeel
van die linie, bleken evenwel niet zo gunstig
dat al het beschikbare materiaal getoond kon
worden. Ter aanvulling is daarom op initia
tief van de Stichting Fort Asperen een boek
over hetzelfde onderwerp samengesteld.
De Hollandse Waterlinie was een uniek, ty
pisch Nederlands verdedigingssysteem. Ty
pisch Nederlands omdat de aanwezige mo
gelijkheid om het lager gelegen terrein ten
zuiden van de voormalige Zuiderzee over
een brede strook met rivierwater te inunde
ren (onder te laten lopen) volledig werd be
nut om het meest belangrijke gebied, de hui
dige Randstad, tegen vijandelijke aanvallen
vanuit het oosten te verdedigen. Een paar
centimeter was soms al voldoende om we
gen, sloten en greppels onzichtbaar en daar
mee het terrein onbegaanbaar en onbevaar
baar te maken. Zwakke plekken, doorgan
gen, waterkeringen en inlaatpunten werden
versterkt met forten, lunetten, batterijen en
kazematten. Zo kon een groot gebied met
betrekkelijk weinig mankracht verdedigd
worden.
Het eerste hoofdstuk schetst de ontstaansge
schiedenis van de Hollandse Waterlinie.
Werden bij de inval van de legers van Lode-
wijk XIV in het rampjaar 1672 nog dijken
doorgestoken, in daaropvolgende jaren wer
den steeds meer sluizen aangelegd om de
inundaties beter te kunnen regelen. Naarden,
Weesp en Nieuwpoort werden in die periode
tot moderne vestingsteden omgebouwd. In
de loop van de tijd verschoof de waterlinie
oostwaarts, totdat ook de stad Utrecht er bin
nen lag. Er wordt dan ook onderscheid ge
maakt tussen de Oude en de Nieuwe Hol
landse Waterlinie. Leverde de Oude diverse
malen succes op, de totstandkoming van de
Nieuwe verliep enigszins tragisch. Vanwege
de snelle ontwikkeling van geschut en pro
jectielen in de 19de eeuw moesten de verde
digingswerken voortdurend aangepast wor
den. Maar telkens was er wel weer een
nieuwe uitvinding die de moderniseringen
op slag achterhaald en zo goed als nutteloos
maakte. Het meest tragische moment was
wel de inval van de Duitsers in 1940. Na de
mobilisaties van 1870 en 1914 was de
Nieuwe Hollandse Waterlinie nu voor het
eerst tegen een feitelijke aanval in staat van
verdediging gebracht. Het zou tevens de
laatste keer zijn. Lijdzaam moesten de sol
daten, die de forten bemanden, toezien hoe
de vijandelijke vliegtuigen overtrokken om
achter de linie parachutisten te droppen. Te
gen dat 'geweld' was de Hollandse Waterli
nie niet opgewassen.
In de twee volgende hoofdstukken wordt een
aantal aspecten nader belicht, zonder dat
veel nieuwe informatie wordt aangedragen.
In tegenstelling tot het vierde hoofdstuk
waarin het strategische landschap wordt be
sproken. Enerzijds werd in grote mate ge
bruik gemaakt van het aanwezige landschap,
anderzijds was de streng doorgevoerde ruim
telijke ordening nog lang bepalend voor de
aanleg van wegen, kanalen en spoorwegen.
Het vijfde en laatste hoofdstuk geeft enkele
voorbeelden van het leven in en rond het
fort. Aardig zijn vooral de ooggetuigeversla
gen van enkele personen die tijdens de mobi
lisatie van 1939/40 in Fort Asperen gelegerd
waren.
De Hollandse Waterlinie is mede door de
vele schitterende kleurenfoto's en de even
eens in kleur afgebeelde tekeningen van for
ten e.d. een prachtig boek geworden. Bo
vendien is het behoorlijk compleet: voorin
een uitklapbare topografische kaart waarop
de verdedigingswerken en de inlaatpunten
zijn aangeduid, achterin een overzicht van
dezelfde werken en een lijst met vesting
bouwkundige termen.
Na het lezen van De Hollandse Waterlinie
zal men des te beter beseffen dat al die forten
en sluizen, waarvan men er misschien wel
dagelijks enkele passeert, ooit elementen in
een heel stelsel waren. Een stelsel dat nu zelf
deel uitmaakt van het typisch Hollandse
landschap.
H. en JBrand (red.). De Hollandse Water
linie, Stichting Fort Asperen, Acquoy
(Geld.) Uitgeverij L. J. Veen BV, Utrecht
Antwerpen 1986; 192 pagina's, vele zwart
wit en kleurenafbeeldingen; prijs 29,50
J. H.
HANDLEIDING
INVENTARISATIE JONGERE
BOUWKUNST EN STEDEBOUW
(1850-1940); een uitgave van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg,
Zeist 1987. In het kader van het Mo
numenten Inventarisatie Project
(MIP). Te bestellen bij de Staatsuitge
verij, Postbus 20014, 2500 EA 's-Gra-
venhage (070-789911). Prijs 15,-
incl. BTW en porto.