19 spronkelijke plaats; helaas is dit (nog steeds) verboden terrein. Het aantal werkplaatsen en het aanbod van producten werd in deze eeuw opgevoerd. Veel werd er vervaardigd t.b.v. Overheidsinstanties (postzakken, unifor men, meubilair enz.), maar Veenhuizen le verde bijvoorbeeld ook meubilair aan de vooraanstaande winkel Pander. Het Verenigingsgebouw voor de ambtenaren van Veenhuizen I, II en III aan de Hoofdweg langs de Kolonievaart (Foto Annemarie ten Cate) De voorzieningen voor het personeel van de inrichtingen werden ook verbeterd; nieuwe ambtenarenwoningen verrezen in groten ge tale. En er kwam een school voor ambtena- renkinderen (1893) bij Veenhuizen II, later zelfs een MULO. In het uiterlijk van de ambtenarenwoningen is duidelijk rang en stand te onderkennen. Ook in de begroeiing; de rode beuk bijvoorbeeld werd alleen ge plant bij de woningen van directeuren en ho ge ambtenaren. In 1922 werd aan de Hoofd weg, langs de Kolonievaart, op de plaats van de pastorie het verenigingsgebouw neerge zet. Dit statige, rechthoekige gebouw, met balkon en portico, heeft het welluidende op schrift 'Ter ontspanning van geest en li chaam van de ambtenaren van Veenhuizen l, II en III' OPVOEDENDE SPREUKEN Praktisch alle ambtenarenwoningen, die rond de eeuwwisseling werden gebouwd, zijn voorzien van opvoedende spreuken, die tevens aangeven wat de functie hetzij van de bewoner hetzij van het pand was. Het hospi taal heeft de spreuk Vertrouw op God' (al gauw verbasterd tot Gauw bij God'), de apotheek zat in Bitter en Zoet', de dokter woonde in Humaniteitde hoofdopziener in Ruimzichten de hoofdonderwijzer in Leering door Voorbeeldde huismeesters in 'Controle'. Andere voorbeelden zijn nog 'Orde en Tucht', 'Werkzaamheid''Helpt elkander', en het huis bij de molen heet 'Maallust' en tenslotte is een heel toepasse lijke spreuk 'Werken is Leven'Het Museum probeert de spreuken van de afgebroken hui zen zoveel mogelijk te behouden. OORLOGEN De Eerste Wereldoorlog bracht een nieuwe categorie verpleegden; de smokkelaars. In groten getale werden ze ondergebracht in Veenhuizen I. Toen dit vol was (1200 perso nen!) werd de bouwval Veenhuizen III weer in gebruik genomen. Ook de smokkelaars werden te werk gesteld op het land en in de ontginning. Onder leiding van de Heide Mij werden nieuwe terreinen ontgonnen, vaarten en wijken gegraven. Na de smokkelaars kondigden zich weer nieuwe categorieën aan, de dienstweigeraars, de alcoholdelin quenten en de kort-gestraften. Met name na de Tweede Wereldoorlog is er veel veranderd in het gevangeniswezen. In de opzet van dit verhaal gaat het echter te ver om hier verder op in te gaan. In ieder geval zorgden andere eisen en betere sociale voor zieningen voor een totale modernisering. De capaciteit liep per inrichting terug van 1200 in hoogtijdagen tot ca 200 heden ten dage. Norgerhaven en Esserheem werden aange wezen als gevangenis voor lang-gestraften, gevangenen die weinig bewegingsvrijheid genieten, hetgeen betekent dat er cellen wer den aangebracht en dat zware bewaking noodzakelijk werd. Ten behoeve van de vei ligheid zijn daarom rond Esserheem en Nor gerhaven inmiddels een deel van de ambte naren-woningen afgebroken en een aantal zal nog onder de slopershamer vallen. Ook viel het zogenaamde Rode Dorp eind 1986 aan deze maatregel ten prooi. Nadat het dorp enkele jaren geleden ontruimd werd, ston den de woningen jaren leeg. Intussen verre zen vlakbij een zestigtal nieuwbouwwo ningen. In de nieuwbouw (1979-1980) Bankenbosch worden de verkeersdelinquenten onderge bracht en het behoort met 'Fleddervoort' en 'Nieuw Bergveen' tot de zogenaamde half open inrichtingen, d.w.z. dat ze minimaal beveiligd zijn. HET OUDE TWEEDE GESTICHT Omdat van de oude gestichten slechts Veen huizen II bewaard is gebleven, volgt hiervan een korte beschrijving. Evenals in Ommer- schans koos Van den Bosch voor het over zichtelijke carré-vormige gesticht. Ondanks dat het in de loop van anderhalve eeuw vele wijzigingen heeft ondergaan en de oostelijke vleugel in z'n geheel werd afgebroken, geeft het toch nog een goede indruk hoe de ge stichten er oorspronkelijk hebben uitgezien. De maquette ervan bevindt zich in het Mu seum. Het tweede gesticht werd in 1825 voor de prijs van 60.000 gulden opgeleverd door de timmerman-aannemer Harm Wind, afkomstig uit Oldemarkt. Verpleegden assis teerden bij de bouw. De vier vleugels zijn elk ca 145 meter lang en hebben slechts één bouwlaag. De dwarsgeplaatste kappen zijn dubbel, waarschijnlijk oorspronkelijk met een zakgoot voor het opvangen van het re genwater. De indeling was globaal als volgt: aan weerszijden van de toegangspoort 9 amb tenaren vertrekken. In de buitenring 102 ar beiderswoningen (waar vrije kolonisten wer den gehuisvest), 2 grote zalen voor het on derwijs, 6 keukens; in de binnenring aan weerszijden van de poort nogmaals 13 amb tenaren vertrekken, 12 zalen bestemd voor wezen, 6 opzichterswoningen en 2 zalen voor het geven van onderricht. De zolder werd gebruikt voor opslag. De binnenplaats was gedeeltelijk siertuin en speelruimte voor de kinderen, jongens en meisjes strikt ge scheiden. IJZEREN DISCIPLINE Over de gestichten is in de beginjaren veel informatie verstrekt via de twee vereni gingsbladen van de MvW, 'de star' en 'de vriend des vaderlands' respectievelijk ver schenen in de jaren 1819-1825 en 1827- 1842. Vooropgesteld dat het eenzijdige be richtgeving is en dat de werkelijke situatie minder rooskleurig was, geven ze toch een aardige indruk over inrichting, discipline en worden ook afbeeldingen gegeven. De ijze ren discipline, de kleding en organisatie van het dagelijkse leven waren puur militaris tisch te noemen. De gracht rondom de ge stichten vormde de barricade met de buiten wereld. Er bestonden gedetailleerde voor schriften waarbij de preventieve werking centraal stond. Surveillance zorgde voor het zich constant geobserveerd weten; immers zelfdiscipline en volgzaamheid was goedko per dan betaald toezicht. Men had zich strikt aan de regels te houden en ieder gesticht had een interne rechtspraak met een eigen Raad van Tucht. Gezinnen werden gescheiden en mochten dagelijks kort via een schutting op het binnenterrein met elkander contact heb ben. Zondags na de kerkgang mochten zij Het gesticht Norgerhaven uit 1895-1900. (Foto archief Drents Museum, Assen)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 19