Heenjsclfut
ïif
akfie
Minder slopen en
geen loop- en
fietsroute
23
provincie. Hoewel nog niet volledig afge
rond, kon Ir. G. Tjalma, directeur-hoofdin
genieur van de Provinciale Waterstaat, al
wel enkele voorlopige resultaten geven. Van
de 143 gemalen van vóór 1940 verkeren er
16 in slechte, 41 in matige en 86 in goede
staat. Binnen vijf jaar zullen er 33 'geamo-
veerd' worden, daarna nog eens negen.
(Niet voor niets is juist in Zuid-Holland de
belangstelling voor 'oude gemalen' zo
groot). Uiteraard zijn niet al die gemalen be-
houdenswaardig. Daarom moet er, voordat
er besluiten vallen over sloop of behoud,
eerst een selectie plaatsvinden.
SELECTIE
Selectie is bepaald geen gemakkelijke zaak,
want het ideale historische gemaal is zeld
zaam geworden. 'Oude gemalen' zijn eind
producten van een lange ontwikkeling. Ver
bouwingen en technische vernieuwingen
hebben hun sporen achtergelaten. De stoom
machine is vervangen, de schoorsteen afge
broken en het gebouw aangepast.
De waarde van 'oude gemalen' wordt be
paald door tal van cultuurhistorische facto
ren. Voor de waterschappen zijn vooral fac
toren als de waterstaatkundige functie ter
plekke en de mogelijke instandhouding daar
van op langere termijn doorslaggevend bij
overweging tot behoud. Een cultuurhistori
sche bril dragen de waterschappen door
gaans niet. Zelden zullen zij zelfstandig tot
een verantwoorde keuze kunnen komen. Bij
het beoordelen van de behoudswaarde van
'oude gemalen' achtte mr. Van den Berge de
inbreng van derden daarom onontbeerlijk.
Drs. N ij hof merkte op dat vooral voor het
beoordelen van de industrieel-archeologi-
sche waarde van machines en installaties een
grondige technisch-historische kennis ver
eist is. Vaak is die kennis te halen bij (oud-)-
machinisten. Verder waarschuwde hij er
voor niet alleen te selecteren op grond van
de huidige situatie: 'Immers, wat zal er van
een landschappelijk hoog scorend gemaal
overblijven, als zeker is dat het de bema
lingsfunctie zal verliezen en dat alle waterlo
pen zullen worden gedempt of omgeleid?'
BESCHERMING
Een beschermde status is nodig om in aan
merking te komen voor bijdragen in de res
tauratiekosten uit de kas van het Rijk, de
provincie of de gemeente. De overheden kij
ken evenwel steeds meer naar de toekomsti
ge bestemming van objecten voordat zij
overgaan tot bescherming door plaatsing op
hun Monumentenlijst.
Voor 'oude gemalen' kan dat een probleem
zijn. Mr. Van den Berge: 'Voor een oud
spoorwegstations is nog wel eens een pas
sende bestemming te vinden; maar een ge
maal heeft of de bestemming als gemaal of is
een als museum beheerd monument. Daar
tussen lijkt helaas weinig denkbaar'. Im
mers, 'een gemaal moet een 'levend' object
blijven, wil het niet verkommeren. Alleen
lévende gemalen behouden hun aantrek
kingskracht, gelijk dat met werkende mol
ens het geval is'.
Evenals werkende molens moeten levende
gemalen bediend worden. Ir. Tjalma wees er
op dat bij de toenemende automatisering de
ambachtelijke vaardigheid voor de be
diening van 'oude gemalen' verloren dreigt
te gaan. Hij pleitte daarom voor de oprich
ting van een gilde van vrijwillige machinis
ten naar het idee van het Gilde van Vrijwilli
ge Molenaars. Voordat de studiedag ten ein
de was, hadden enkele enthousiastelingen
het initiatief al overgenomen.
HERGEBRUIK
De mogelijkheden tot hergebruik van 'oude
gemalen' zijn dus uiterst beperkt. Een ge
maal is of een gemaal met een waterstaat
kundige functie of een gemaal met een mu
seale functie. Het stoomgemaal 'Hertog
Reijnout' bij Nijkerk is zo'n 'levend' object.
In 1984 werd dit gemaal door het polderdi
strict voor het symbolische bedrag van 1
aan de Stichting Stoomgemaal Arkemheen
verkocht onder de voorwaarde dat het voor
noodgevallen maalvaardig zou blijven. Het
stoomgemaal is nu museum. Acht keer per
jaar wordt er voor het publiek een maaldag
gehouden.
Het stoomgemaal 'Hertog Reijnout' werd
met steun van een dertigtal instellingen ge
restaureerd. Een daarvan was de Stichting
Comité voor de Zomerzegels. Daarmee is
afgesproken dat de Zomerzegels dit jaar het
industrieel erfgoed als onderwerp zullen
hebben. Op één van die zegels zal het
stoomgemaal 'Hertog Reijnout' prijken.
Behalve de Stichting Stoomgemaal Arkem
heen zijn er in ons land nog zo'n tien parti
culiere organisaties die zich bezig houden
met het behoud en museaal beheer van
stoomgemalen. Deze organisaties hebben
zich inmiddels vereniging in de Nederlandse
Gemalenstichting. Het doel van deze stich
ting is ervaringen uit te wisselen, zonodig
adviezen te geven en publieke belangstelling
te wekken voor de problematiek van de 'ou
de gemalen'. Bovendien gaat de Gemalen-
stichting samen met FIEN de wenselijkheid
na van een fonds of subsidieregeling voor
het opstellen van plannen tot hergebruik van
'oude gemalen'.
Tot slot een goede raad van een spreker die
in dit verhaal nog niet aan bod is gekomen,
dhr. J. A. Provoost, secretaris van de Stich
ting Stoomgemaal Arkemheen: 'Houd het
vuur heet, de ketel onder druk, laat de ma
chines op volle toeren draaien, dan zullen er
nog heel wat gemalen behouden worden'.
's-Hertogenbosch - Tegen het ontwerp-be-
stemmingsplan Binnenland-Oost heeft
Heemschut een aantal bezwaren ingediend
bij het Bossche college van B en W. Zo zal
het MEAO-complex, waarin vroeger het
Sint-Janscollege was ondergebracht, niet
mogen worden gesloopt ten behoeve van een
parkeergarage. De Bond vindt dit kapitaal
vernietiging omdat het gebouw uit de jaren
twintig van architect Jan Stuyt nog voor vele
doeleinden geschikt te maken is. Bovendien
wijst de Bond erop dat er geen duidelijke
behoefte is aan nog een parkeergarage omdat
automobilisten toch liever elders gratis blij
ken te parkeren.
De loop- en fietsroutedie is gedacht van de
Papenhulst, langs de Sint-Jacobskerk en het
voormalige Brabants Museum, naar de
Windmolenbergstraat, acht Heemschut in
strijd met de aanbevelingen van de commis
sie-Roethof over kleine criminaliteit en
ruimtelijke plannen. De Bond betreurt dat de
Gemeentepolitie niet bij deze plannen is be-
troken.
Verder zouden de karakteristieke overdekte
manege en de Rijks HBS moeten verdwij
nen. Volgens de Bond verdienen beide een
plaats op de monumentenlijst. De grootscha
lige nieuwbouw die hier zou moeten verrij
zen, bederft volgens Heemschut het bestaan
de karakter van het gebied totaal. Een in de
buurt geprojecteerde parkeervoorziening
wordt overbodig geacht.
In het voorlopige plan hebben B en W zich
zelf vrijstellingsbevoegdheid verleend van
het verbod wijzigingen aan te brengen. Aan
gezien het hier een beschermd stadsgezicht
betreft, moet ook Monumentenzorg een oor
deel geven na vereist wettelijk overleg. Als
B en W in hun toelichting schrijven dat het
ontwerp naar Monumentenzorg is gezonden
en dat van deze dienst geen opmerkingen
zijn ontvangen, wil Heemschut aantekenen