Prov. Comm. Heemschut kiest voor Meier 15 Scheveningen. Ondergetekende wil zich niet opwerpen als een deskundige op het gebied der architec tuur, maar het is zelfs voor het ontwerp- Meier typerend, dat hij de Centrale biblio theek op de hoek van Spui en Kalvermarkt heeft geprojecteerd; het stadskantoor is bij hem dus niet het hoofdelement. Overigens noemt ir. W. S. van de Erve (bouwer o.m. van het hoofdbureau van Politie (Burg. de Monchyplein!) en van de Staatsdrukkerij (Rivierenbuurt) het gebouw van Meier 'een onmetelijk grote hangar'! Opvallend in de tot nu toe gevoerde dis cussie is een uitspraak van de medezeggen- schapcommissie van de ambtenaren van het stadhuis. Zij hebben zich tegen het plan uit gesproken (NRC/Handelsblad 12-9-'86). 'Het huidige stadhuis voldoet nog ruim schoots. Wij zijn voor een bestedingsbeleid van de overheid om de economische crisis tegen te gaan. De commissie is er niet van overtuigd dat het nieuwe stadhuis voor het beschikbare budget van 225 miljoen kan worden gebouwd', aldus de ambtenaren- commissie. Deze mening brengt ons op het vraagstuk, waar vrijwel idereen vaag over doet: de fi nanciering én de kapitaalvernietiging. Al enige tijd gaan de bouwkosten én de grond prijzen omhoog en dat zullen B. en W. mer ken als het plan doorgaat. Overschrijdingen van begrotingen - men denke bijv. aan de Stopera in Amsterdam - zijn aan de orde van de dag. En daarbij gaat het soms om vele honderden miljoenen. En dat de begroting verre zal worden overschreden staat voor ons vast. In de discussie zijn we nog niemand tegengekomen, die er niet van overtuigd is, dat bouw van het stadskantoor en de Centrale bibliotheek belangrijke ver- keersvoorzieningen nodig zal maken. Wet houder R. Vlaanderen (verkeer en vervoer) én zijn hoogste ambtelijke adviseur drs. B. Joon denken serieus over ondertunneling van de Grote Marktstraat ten behoeve van het openbaar vervoer. Dat is overigens geenszins een nieuwe gedachte, want bij de planning voor een semi-metro vanaf het Centraal Station is dat wel de bedoeling ge weest, maar toen uit zuinigheidsoverwegin gen en kortzichtigheid niet doorgegaan. Tenslotte verklaarde ook de voorzitter van de Haagse K.v.K., mr. J. Fernhout, dat Den Haag een metro of semi-metro moet krijgen om de verkeersproblemen in de binnenstad definitief op te lossen. Blijkbaar wordt tot nu toe over het hoofd gezien, dat de verkeersdruk op het Spui- kwartier niet alleen door het eventuele stads kantoor én de bibliotheek, maar ook nog eens door twee nieuwe departementen enorm zal toenemen. Zonder zeer ingrijpen de verkeersvoorzieningen zal er een volko men verkeerschaos ontstaan en daarvan zou het winkelbedrijf in de binnenstad wel eens de dupe kunnen worden. Een (verdere) ver loedering van de binnenstad zou dan het ge volg kunnen zijn. Dan heeft men wel een modern stadskantoor gebouwd, maar de be staande binnenstad zal dan tevens haar in tieme aanzicht verliezen. JAAP KAMERLING In het rapport 'Leven in de Haagse binnen stad' dat onlangs door de Vereniging Vrienden van Den Haag is uitgebracht, in troduceren de auteurs Molhuysen en Tim merman een aantal criteria van de bekende Amerikaanse socioloog Kevin Lynch om de (stadhuis)plannen voor de Haagse binnen stad te analyseren. Lynch heeft 7 criteria ontwikkeld om de ruimtelijke kwaliteit van binnensteden te beoordelen: gezondheid, be leving, bruikbaarheid, toegankelijkheid en zeggenschap en de meer algemene criteria doelmatigheid en rechtvaardigheid. Bij gezondheid denkt hij vooral aan voor zieningen, die tegemoet komen aan de biolo gische behoeften en capaciteiten van de mens. Speciaal let hij daarbij op veiligheid. Het criterium beleving vertaalt hij in begrip pen als vertrouwdheid, leefbaarheid, identi teit en afleesbaarheid van de gebouwde om geving. Bruikbaarheid is de mate waarin vorm en capaciteit van ruimten, verbindin gen en inrichting passen in het patroon van activiteiten van de gebruikers. Toegankelijk heid spreekt als criterium vanzelf. Daarbij gaat het om de bereikbaarheid (verkeers voorzieningen). Bij zeggenschap denkt Lynch vooral aan de invloed die de gebruikers op bestemming, beheer en inrichting van de ruimte kunnen uitoefenen. Doelmatigheid verwijst naar een maximaal resultaat bij een bepaald niveau van inspan ningen (materieel en immaterieel) en recht vaardigheid naar de mate, waarin diverse groepen van een voorziening kunnen profi teren. Bij Tynching' van het stadhuisplan van wet houder Duyvestein plaatsen de auteurs een aantal vraagtekens. Gezondheid en zeggen schap moeten aandachtspunten blijven of nog worden. Wat de belevingswaarde van het plan betreft, stellen zij, dat een groot gebouw voor duizenden werkers en bezoe kers verlevendigend kan werken voor de binnenstad. Geleding naar de parcellering van de omliggende bebouwing is gewenst en de diverse functies moeten goed 'afleesbaar' worden Ten aanzien van de bruikbaarheid van het plan wijzen ze op het gevaar van het siamese drieling-effect bij meerdere functies voor één gebouw. Als voor één functie andere eisen gaan gelden, zit je aan elkaar vastge klonken. Wat de 'rechtvaardigheid' van het plan betreft scoort het goed. Het nieuwe stadhuis annex bibliotheek zou namelijk midden in de stad komen te liggen, dus dich ter bij alle gebruikers komen, al vragen de auteurs zich wel af of dit de ambtenaar echt dichter bij de mensen brengt. Wanneer zij de vijf architecten met hun con crete plannen laten scoren op de criteria komt Richard Meier het best naar voren, ge volgd door de nederlander Koolhaas (zie het artikel hiernaast). Meier 'zit' vooral goed als het om de 'beleving' gaat. Zijn plan is in harmonie met de schaal van de bestaande omgeving. Dat van Koolhaas kijkt volgens de auteurs teveel naar de nieuwbouw in het Spuikwartier en te weinig naar de bestaande historische binnenstad. Wat de 'gezondheid' van de plannen betreft zetten de auteurs bij alle drie de architecten, die zij een bespre king gunnen - behalve Meier en Koolhaas ook de nederlander Boot - vraagtekens. Bij bruikbaarheid en doelmatigheid bieden vol gens hen de plannen van alle drie voor- en nadelen. Van der Wielen keert zich in zijn zeer kriti sche bijdrage fel tegen het plan-Duyvestein op zich zelf. Als je Van der Wielen laat 'lyn chen', dan vreest hij toeneming van crimina liteit als het om 'gezondheid' gaat. Zelfs het plan-Meier acht hij nog dodelijk voor de om geving. In verlevendiging van dit stadsdeel gelooft hij niet. De toegankelijkheid dreigt een groot probleem te worden en het geld kun je beter aan crisisbestrijding besteden. Een wat sombere visie. Immers het plan van bijvoorbeeld Meier vormt een heel aardige overgang tussen de historische stad en het nieuwe Spuikwartier. Het is compact van opzet en garandeert door zijn multifunctio naliteit een behoorlijke sociale controle (cri minaliteit). De visie van Van der Wielen miskent de mogelijkheid van verlevendiging mede onder invloed van een goed ogende, gevarieerde omgeving, die diverse mogelijk heden van gebruik biedt. Het vraagstuk van de 'rechtvaardigheid' laten we ter beoorde ling graag aan de Haagse gemeenteraad over. Als het om het stellen van prioriteiten gaat, lijken hier zeker problemen te liggen. Overigens is investeren in de bouw ook een middel om de crisis te bestrijden. De ver keersafwikkeling en dus het probleem van de toegankelijkheid lijkt zoals Van der Wielen zelf al aangeeft oplosbaar. Wat ten slotte de ligging betreft van een stadhuis in het Spuikwartier: strikt geografisch geno men ligt het Burg. de Monchyplein mis schien iets centraler maar als je let op de vervoersstromen en de gebruiksdichtheid van het nieuwe Spuiplein ligt dat weer cen traler. Wij gunnen het plan-Duyvestein het voordeel van de twijfel. Bij het ter perse gaan van dit nummer kun nen we nog juist meedelen, dat de provin ciale Heemschut-commissie Zuid Holland het idee van wethouder Duyvestein voor si tuering van stadhuis en bibliotheek in het Spui-kwartier ondersteunt. De commissie heeft een voorkeur voor het ontwerp van Ri chard Meier omdat dit het best aansluit op de bestaande omgeving.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 15