Heeiqscliut
aktie
Structuurplan mist
uitspraken over
beleidsconsequenties
13
Meiers stadhuis vormt een bouwkundige
eenheid waaruit niet zomaar elementen in de
bovenbouw kunnen worden weggelaten.
Elk van de architecten geeft ook de gevraag
de looproutes: Boot en Koolhaas geheel bin
nen het gebouw, Meier ook voor een deel
erbuiten, omdat zijn bevolkingshal vanaf het
Spui niet direct wordt betreden maar via een
plein dat aansluit aan het voorplein van RO/
NDT en Hotel Central en aan de zijde van de
Fluwelen Burgwal eveneens eerder eindigt
op een open plaats. Wij denken dat de plan
nen van Meier kritisch zullen moeten wor
den bezien op het klimaat dat er zal ontstaan
op deze pleintjes: zullen het geen onaange
name tochtgaten worden? Anderzijds zijn
grote overdekte loopruimten ook niet ideaal:
wanneer er te weinig bezoekers zijn worden
zij als onveilig ervaren.
Boot plaatst zijn stadhuis aan een rond plein
op de kruising van de Spui en Grote Markt
straat/Kalvermarkt. Ook wij hebben in onze
studie een dergelijk plein gesuggereerd dus
dat spreekt ons aan, maar de plannen van
Koolhaas en Meier zijn niet apert in tege-
spraak hiermee: zij werken het niet uit.
Koolhaas oriënteert zijn stadhuis wel naar
die hoek, maar maakt het meeste werk van
een plein aan de zijde van het RO/NDT waar
de commerciële functies en de ingang van de
bibliotheek zijn gesitueerd. Overigens is het
een goede gedachte om daar ruimte te maken
en het bouwblok zover mogelijk tegen de
Kalvermarkt aan te leggen. Meier heeft naar
het lijkt geworsteld met de locaties van de
verschillende functies en de toegang ertoe.
De bevolkingshal is bij hem vanaf het ver
lengde van het RO/NDT-plein te benaderen:
vanaf de oude binnenstad ziet men allereerst
de Bibliotheek met een ronde gevel, waarin
volgens de beschrijving veel glas zit. Boot
maakt de mooie kant echt op de hoek van de
grote kruising. Wij verdenken hem ervan dat
de prominente plaats, die het restaurant
krijgt op deze hoek, eigenlijk voor de Raads
zaal is bedoeld, welke Koolhaas wël expli
ciet opneemt. De bibliotheek ligt bij Boot
wel erg achteraf.
MEIER FAVORIET
Onze algemene indruk is dat Meier het
meeste respect voor de bestaande omgeving
toont en daarmee ook in harmonie wil zijn in
schaal en structurering van het gebouw. Hij
laat oude looproutes vanuit de binnenstad
bewust en zichtbaar doorlopen in het ge
bouw en legt het meest duidelijk een relatie
met de vormgeving van de gebouwen in de
Grote Marktstraat. Wanneer hem de gele
genheid wordt geboden om details verder uit
te werken, hebben wij er vertrouwen in dat
zijn plan een werkelijke aanwinst voor de
binnenstad zal zijn en hij krijgt, zoals de
plannen er nu liggen, onze duidelijke voor
keur.
KOOLHAAS TWEEDE
Koolhaas heeft in de zeer korte tijd die hij
had, een in zijn eenvoud heel knap gebouw
ontworpen: voor ons de tweede.Wij vragen
ons echter af of hij niet teveel naar de
nieuwbouw in het Spuikwartier en te weinig
naar de historische binnenstad kijkt. Boot
heeft een zeer uitgewerkt plan gepresenteerd
waarin ook verkeerstechnische aspecten van
de omgeving aan de orde komen, maar als
bouwplan vinden wij het toch niet specifiek
geschikt voor deze plaats: het mist de be
scheidenheid van de beide andere plannen:
voor ons de derde keuze.
Beslist niet onbesproken kan blijven de aan
staande behandeling van het definitieve
bouwplan voor de uitbreiding van de Twee
de Kamer. Enkele jaren geleden heeft de ge
meente o.a. een voorbehoud gemaakt ten
aanzien van de hoogte van de hoekbebou-
wing Lange Poten/Hofstraat. Het bouwplan
dat de Raad binnenkort opnieuw moet be
oordelen zal op het voldoen aan dit en nade
re voorbehouden nadrukkelijk moeten wor
den getoetst. De eventuele nieuwbouw van
het Stadhuis en de Openbare Bibliotheek en
de nieuwbouw der Tweede Kamer moeten
zich beide verdragen met de maat en schaal
van de historische omgeving.
Tenslotte enkele woorden over Bofill: gelet
op wat men van hem kan verwachten, neo
classicistische woningbouw, heeft hij een
heel interessant plan gemaakt, waarin hij de
expressieve architectuur van de omgeving
nadrukkelijk betrekt. Het zou heel aardig
zijn om te zien wat een goede modern bou
wende architect van deze plek zou maken,
maar dat is helaas niet bij de prijsvraag inbe
grepen
Groningen - De bond Heemschut heeft het
college van B en W van Groningen bericht
met de hoofdlijnen van het ontwerp-Struc-
tuurplan '86 accoord te kunnen gaan, zij het
dat er toch nog wel enkele kritische kantte
keningen te plaatsen zijn. Zo mist de bond in
dit plan uitspraken over de stedebouwkundi-
ge en cultuurhistorische aspecten en de daar
uit voortvloeiende beleidsconsequenties
voor het te voeren ruimtelijk beleid. Die
zouden in overeenstemming moeten zijn met
wat het college in het bestemmingsplan-Bin
nenstad heeft aangegeven. De beschrijving
van enkele kwaliteiten die de stad bezit, acht
de bond te summier, vooral omdat wel wordt
geconstateerd dat er in het centrum verande
ringen moeten kunnen plaatsvinden waar
door voorkomen moet worden dat er een
doodse stad ontstaat.
Verder wijst het ontwerp-Structuurplan wel
op het belang van 'nieuwe invullingen' en
'eigentijdse vormgeving' zonder vast te stel
len dat hiervoor een uitzonderlijke inspan
ning nodig is, willen er goede resultaten
worden bereikt. Groningen kent geen enkel
voorbeeld van een goede invulling, merkt de
bond in zijn reactie op het plan op. De door
het college aanbevolen flexibiliteit ten be
hoeve van te realiseren bouwvolumes en
bouwhoogten baart Heemschut zorgen. In
het bestaande bestemmingsplan Binnenstad
zijn de voorschriften al soepel genoeg en
daar waar de voorschriften worden gerekt
dan wel overschreden, komt men tot conflic
terende in plaats van contrasterende invullin
gen, zoals het project-Kreupelstraat laat
zien, meent Heemschut. De bond mist he
laas ook een standpunt van het college over
de betekenis van de binnenstad voor het toe
risme en de parallelle belangen voor het leef
klimaat van de inwoners.
KANTOORRUIMTEN
Heemschut zou een nader onderzoek willen
naar de gewenste omvang van de in het ont
werp op te nemen intensiveringszones voor
(boven)regionale en stedelijke functies. De
totale capaciteit die daarvoor aan de zuidelij
ke en oostelijke zijde van de binnenstad is
gedacht, acht de bond te ruim bemeten, ze
ker nu het Hunzehuys vrijkomt, naast kan
toorruimte elders in de binnenstad. Heem
schut vindt het college te optimistisch over
de toekomstige ontwikkelingskansen van de
stad: Groningen fungeert in een van de dunst
bevolkte gebieden van het land en heeft bo
vendien slechts zwakke internationale be
trekkingen, zo zegt de bond. Als er nu maar
onderzoeksresultaten over toekomstige ves
tigingsbehoeften waren, was het misschien
anders, maar Heemschut vreest èen overca
paciteit aan vestigingsmogelijkheden. Stede-
bouwkundige en cultuurhistorisch waarde
volle gebieden, zoals het Zuiderpark, zou
den daarvan de dupe kunnen worden. Daar
om vraagt de bond het Zuiderpark niet in de
intensiveringszone op te nemen.